Nieuwe definitie en toepassingsvoorwaarden voor ‘zeeschepen’
Naar aanleiding van de wetswijziging van 29 november 2017 en diverse recente Europese arresten met betrekking tot de kwalificatie van een ‘zeeschip’ en de toepassing van de btw-vrijstelling in de schakels voorafgaand aan de leveringen aan een zeeschip, heeft ook België aanpassingen aan de definitie en toepassingsvoorwaarden gemaakt (29 mei 2019). In de circulaire van de administratie wordt gedefinieerd wanneer een schip kan gecatalogeerd worden als ‘schip voor de volle vaart’ teneinde aan de toepassingsvoorwaarden voor vrijstelling van btw te voldoen.
Of een schip al dan niet als een ‘schip voor de volle vaart op zee’ kan worden gecatalogeerd, hangt van twee zaken af. In de eerste plaats het onderliggende ‘IMO’-nummer van het schip en pas in de tweede plaats of het schip voor meer dan 70% op volle zee wordt aangewend. Een verklaring van de kapitein samen met het bewijs van commerciële aanwending van het zeeschip volstaan om de leverancier niet meer aansprakelijk te stellen tot voldoening van de btw. Bovendien kan de vrijstelling gelden in de schakels voorafgaand aan de levering aan het zeeschip. Is van belang bij herstellingen, bunkering en laden en lossen van zeeschepen.
Schepen bestemd voor kustvisserij en estuaire schepen kunnen eveneens onder deze btw-vrijstellingen vallen.