Mobiele weegspecialist produceert lean en clean

Vandaag kan Ravas bogen op een wereldwijd sales-, service- en supportnetwerk om klanten van zo’n beetje overal te bedienen. Maar de historische wortels van de mobiele weegspecialist gaan terug tot het Nederlandse Zaltbommel. Daar richtte Raphaël van Seumeren in de jaren zestig van de vorige eeuw met de beginletters van zijn naam de firma Ravas op. En daar is nu ook nog steeds de Europese hoofdzetel van de onderneming gevestigd.
 
Aanvankelijk legde het familiebedrijf uit Gelderland zich alleen maar toe op de distributie van vrachtwagens en onderdelen van DAF. Tot een van Raphaëls zonen in de jaren zeventig op het lumineuze idee kwam transportsystemen zoals palletwagens, stapelaars en vorkheftrucks van een eigen weegsysteem te voorzien. In veel gevallen konden die mobiele weegsystemen de vaste industriële weegbrug vervangen, zo bleek al gauw. Sindsdien is de focus van het bedrijf steeds meer verschoven naar de productie en verkoop van die specifieke onderdelen, die het mogelijk maken te wegen en te meten tijdens het transport.

​Nieuwe eigenaar

In de productie- en assemblagevestiging in Zaltbommel integreert Ravas vandaag veiligheidssystemen, weeg- en meettechnologie in handpallettrucks, elektrische magazijntrucks, stapelaars en vorkheftrucks. De weegsystemen worden er opgebouwd, getest, gekalibreerd of geijkt, verpakt en uiteindelijk ook geleverd aan klanten over de hele wereld. De systemen zijn vooral in gebruik in logistieke bedrijven, distributiecentra, de industrie en magazijnen, om er de logistieke keten te optimaliseren. In Europa heeft Ravas ook een eigen serviceteam, dat onder meer instaat voor het onderhoud van de geleverde systemen. Buiten Europa werkt het bedrijf met gecertificeerde servicepartners.
 
Sinds 2018 is Ravas in handen van een nieuwe privé-investeerder. Die stelt een duidelijke groeistrategie voorop. Om die te kunnen realiseren, traden sinds 2018 ook een aantal nieuwe gezichten tot het managementteam toe. Zij hielpen de jongste jaren mee een frisse wind door het bedrijf blazen. Met twee van die nieuwe managers hadden wij een gesprek.

​Geografische groei

“Toen ik begin 2019 bij Ravas aan de slag ging, was het echt nog zo’n bedrijf dat een beetje in de jaren tachtig was blijven hangen”, vertelt verkoop- en marketingdirecteur Frank van Rijnsoever. “Dat heeft natuurlijk wel zijn charmes, maar je loopt gelijk ook tegen een aantal beperkingen aan. Daarbij komt dat ik expliciet was aangenomen om het bedrijf te vernieuwen en te doen groeien. Met ons managementteam hebben we ondertussen een hele mooie groeistrategie neergezet. Die moet ons toelaten de omzet te verveelvoudigen en ons marktaandeel te vergroten. Dat is ons groeiplan naar 2025.”
 
Die nieuwe strategische koers blijkt in de eerste plaats gericht op geografische groei. “We zijn over de hele wereld actief, maar concentreren ons nu op Europa en Amerika. Zo is onze grootste markt nog steeds onze thuismarkt, de Benelux, en ook Duitsland.” Daar is Ravas naar eigen zeggen toonaangevend in het marktsegment van de mobiele weegoplossingen. “Binnen Europa willen we de komende jaren verder uitbreiden naar het oosten en het zuiden. Maar we kijken zeker ook uit naar nieuwe locaties in Afrika, Azië en Amerika.”
 
In de VS, waar Ravas al een kleine vestiging had, nam het bedrijf enkele jaren geleden nog LTS Scale over, een fabrikant van geavanceerde industriële weegsystemen voor vorkheftrucks. De aankoop van die fabriek in Twinsburg, Ohio, stelt Ravas vandaag alvast in staat om zijn aandeel in die belangrijke groeimarkt verder uit te bouwen. “Als wij ons bestaande productenpakket in de rest van Europa en in de VS kunnen introduceren, dan hebben wij ons groeiscenario voor 2025 in feite al gerealiseerd”, stelt Frank van Rijnsoever.

​Ruimte voor groei

“Verder uitbreiden zal ook mogelijk zijn in de nieuwe fabriek in Zaltbommel”, vervolgt de verkoop- en marketingdirecteur. En die uitbreiding mogen we in dit geval gerust letterlijk nemen, want in zijn oude vestiging kampt Ravas in toenemende mate met ruimtegebrek.
 
“Vandaag beschikken we hier over een totale vloeroppervlakte van pakweg 3500 vierkante meter”, verklaart Petrik Erens, die als operationeel directeur onder andere instaat voor de logistiek van het bedrijf. “Alleen zit die beschikbare oppervlakte verspreid over verschillende panden in de buurt, wat de efficiëntie niet ten goede komt. Daarnaast doen wij tegenwoordig een beroep op een externe leverancier, een transporteur, om containers met producten uit China voor ons te ontvangen en uit te laden. Die producten roepen wij nu mondjesmaat bij hem af, om onze productie te voeden.”
 
Als alles goed gaat, is de nieuwbouw in september af. Vanaf dan beschikt Ravas in totaal over 11.000 vierkante meter vloeroppervlakte op één enkele locatie, waarvan 8000 vierkante meter specifiek bestemd is voor productie en logistiek. Bijna een verdrievoudiging dus, wat ook nodig is om de huidige en toekomstige groei aan te kunnen. “De bouw van een nieuwe fabriek moet in de eerste plaats ons groeiplan voor de komende vijf jaar ondersteunen. De beschikbare oppervlakte en de inrichting van het gebouw zijn dan ook op die groei berekend.”
 
“Er waren ook nog andere goede redenen om in een nieuwe fabriek te investeren”, geeft Frank van Rijnsoever aan. “Zo strookte de verouderde infrastructuur niet langer met het innovatieve, toekomstgerichte imago van ons bedrijf en de sector waarin wij actief zijn. De uitstraling van het gebouw paste gewoon niet meer in deze tijd van nieuwe technologieën en digitalisering.”

​Meer dan wegen alleen

De nieuwe fabriek moet Ravas toelaten die innovatieve technologieën in zijn producten en processen te integreren en de stap te zetten naar een volwaardige digitale transformatie. Ook bij de mobiele weegoplossingen die het bedrijf ontwikkelt, gaat het vandaag immers al lang niet meer om de weegsystemen alleen. Zo is er ook het aspect van de draadloze communicatie via wifi en bluetooth. Die zorgt ervoor dat de geregistreerde weegdata uiteindelijk ook terechtkomen in allerlei backofficesystemen voor magazijnbeheer (WMS), productiebeheer (ERP), en zo meer.
 
“Vandaag bieden we onze klanten ook letterlijk meer dan wegen alleen. Wat nu bijvoorbeeld heel sterk in opmars is, is volumemeting om efficiënter te kunnen laden. We hebben een aantal samenwerkingen met partners die ons toelaten ook volumes mobiel op te meten. Daarbij gaat het wel steeds om metingen en wegingen op palletniveau, niet op pakket- of pakjesniveau”, benadrukt Frank van Rijnsoever. Dat laatste is volgens hem eerder het terrein van een Vanderlande in Nederland. “Ook als wij nieuwe technologieën integreren in bewegende systemen voor de logistiek, of het nu om heftrucks, handpalletwagens of AGV’s gaat, dan is dat steevast op palletniveau. Dat is onze specialiteit en daarin maken wij ook echt het verschil.”

​Clean one-stop-shop

Dankzij de bouw van de nieuwe fabriek is het belangrijkste logistieke pijnpunt, het gebrek aan ruimte, straks alvast van de baan. “Intussen hebben we ook in de oude fabriek al de nodige verbeteringen aangebracht. Maar toen ik hier twee jaar geleden begon te werken, konden we de kleur van de vloer niet eens zien”, lacht Petrik Erens. “Zo vol stond het er toen. Ook orde en netheid lieten daardoor wel wat te wensen over. En dat zijn voor mij toch essentiële voorwaarden om efficiënt en kwaliteitsvol te kunnen werken.”
 
“Ik vind het ook belangrijk dat je in de fabrieksinrichting de verschillende producten met hun eigen structuren en logistieke stromen kunt herkennen”, vervolgt de directeur Operaties. “Zo kun je de kwaliteit veel beter beheersen en kun je ook de klant veel beter gaan volgen. We willen nog dichter bij onze klanten staan om nog beter op hun wensen te kunnen inspelen.”
 
En wat zijn die wensen vandaag precies? “Kwaliteit blijft in onze business vooropstaan. Daarop mogen en willen wij niet inbinden. Maar onder invloed van de 24 uurseconomie winnen ook snelheid en flexibiliteit steeds meer aan belang”, beseft Frank van Rijnsoever. Door modulair te werken, waarbij ze producten nog niet volledig afwerken, maar toch al tot op een bepaald niveau klaarzetten, is Ravas er alvast in geslaagd de gemiddelde levertermijn met twee weken te verkorten: van een maand naar een halve maand.
 
Naast snelheid komt die modulariteit in de productie ook de flexibiliteit ten goede. De eigenlijke afwerking gebeurt immers volledig op maat van de klant. “Bovendien willen klanten die flexibiliteit steeds vaker ook in onze output zien. Anders gezegd: ze verwachten dat wij heel flexibel verschillende systemen kunnen afleveren. Ze willen bij ons een handpallettruck en in één moeite door ook een elektrische heftruck kunnen bestellen en die allebei op hetzelfde moment geleverd krijgen.”

​Anders gaan werken

Onder impuls van de nieuwe eigenaar en managers had Ravas de voorbije jaren al een aantal productie- en logistieke processen geoptimaliseerd. In de nieuwe fabriek zal het bedrijf nu ook letterlijk de ruimte krijgen om verdere stappen te zetten in die strategische procesverbetering.
“We willen die ruimte benutten om echt anders te gaan werken”, legt Petrik Erens uit. Zelf wil hij vooral weg van een batch-gedreven aanpak en stelt hij liever de ‘flow’-gedachte centraal. “Je mag het ook een ‘lean’ aanpak noemen, al heeft dat modewoord naar mijn gevoel stilaan toch een ietwat negatieve bijklank gekregen. Maar eigenlijk komt het er gewoon op neer dat je slim omgaat met de beschikbare ruimte en met de logistieke stromen in die ruimte. Zodat je heel goed je product kunt volgen, van begin tot eind, en de status van dat product op elk moment duidelijk is. Vroeger hadden we helaas niet zo’n goed zicht op die stromen in onze productie.”
 
“Een van de eerste processen die we nu grondig gaan herbekijken, is onze orderontvangst en -verwerking. Wellicht hebben we daarvoor ook een nieuw of aangepast ERP-systeem nodig. Waar we met die oefening uiteindelijk naartoe willen, is dat klanten in onze webomgeving een bestelling kunnen invoeren, die automatisch in een productieorder wordt omgezet en meteen ook naar de productievloer gaat. Dat is onze ultieme droom. En dan hebben we van onze fabriek bij manier van spreken een soort webshop gemaakt”, besluit Petrik Erens.
JDP