Logistiek dienstverlener moderniseert distributiecentrum
Nabuurs gaat voor nieuw WMS annex inventarisatiedrone
Wisselen van WMS is geen sinecure. Dat ondervond ook de Nederlandse logistiek dienstverlener Nabuurs. Met het pakket Reflex WMS van Hardis Group had het bedrijf wel de juiste keuze gemaakt, maar de samenwerking met de implementatiepartner liep niet zoals gehoopt. Daarom besloot Hardis Group zelf de implementatie op te pakken. Nu het nieuwe WMS al op verschillende locaties goed werk levert, wil Nabuurs verder optimaliseren met de inventarisatiedrone van dezelfde leverancier. Een uitgebreide schets van het traject en de stand van zaken kregen we van managing director Tjebbe Nabuurs.
Intussen draait Nabuurs al drie generaties lang mee in de logistieke sector. De specialist in FMCG-distributie realiseert ruim honderd miljoen euro omzet met meer dan duizend medewerkers. Nabuurs beschikt over 320 trekkende voertuigen en meer dan 200.000 vierkante meter magazijnruimte, verspreid over meerdere locaties in Nederland. De in totaal veertien magazijnen hebben uiteenlopende groottes, van 3.500m² tot maar liefst 60.000m².
Typerend voor Nabuurs is de langetermijnstrategie. Dat weerspiegelt zich ook in de relaties met klanten en de investeringen van de onderneming. “Sommige bedrijven die in 1962 met mijn vader in zee zijn gegaan, zijn nog steeds klant”, steekt Tjebbe Nabuurs van Wal. “Wij streven er in de eerste plaats naar om bedrijven een stabiele logistieke basis te bieden waarop ze voort kunnen bouwen. We beschouwen het dan ook als onze taak om samen met onze klanten te bekijken hoe ze hun supply chain verder kunnen optimaliseren. Om hen een optimale service te kunnen blijven garanderen en verder te groeien, hebben we enkele jaren geleden een IT-masterplan opgesteld. Daarin was ook nieuwe WMS-software voorzien. De oplossing die we toen gebruikten, was immers verouderd. Bovendien waren de vereiste functies om e-commercestromen te beheren niet standaard geïntegreerd. Daarnaast kregen we het steeds moeilijker om zelf de nodige aanpassingen uit te voeren naarmate de processen en logistieke stromen complexer werden.”
Voor de pakketselectie nam Nabuurs Jeroen van den Bergh Consulting in de arm. Tien WMS-leveranciers werden uitgenodigd voor de RFI-ronde, om vervolgens tot een shortlist van drie pakketten te komen. Die leveranciers kregen het eisenpakket voorgeschoteld, bestaande uit 75 pagina’s vereisten en randvoorwaarden. Uiteindelijk viel de keuze op Reflex WMS, het pakket van Hardis Group. “Enerzijds beantwoordde de oplossing aan de eisen, anderzijds waren de gebruikersinterfaces modern en intuïtief. We waren er ook voorstander van dat het pakket gebruikers toelaat zelfstandig processen aan te passen en uit te voeren”, klinkt het.
Start in uitdagende magazijnomgeving
Nabuurs besloot het WMS in de eerste plaats op zijn site in het Limburgse Heijen te implementeren. Dat magazijn van zo’n 17.500m² fungeert als Europees distributiecentrum voor de producent van hygiëneproducten Essity. Naast het DC bevindt zich een grote productielocatie van het bedrijf. Essity produceert celstof, papier en producten voor persoonlijke hygiëne, zoals luiers, maandverband en papieren zakdoekjes. Die producten worden verkocht in ruim honderd landen voor wereldwijde merken Tena en Tork, en regionale merken, zoals Edet en Tempo. Dagelijks laadt Nabuurs in Heijen vijftig à zestig vrachtwagens voor Essity.
Niet alleen vangt de logistiek dienstverlener via een volledig gemechaniseerd systeem de afgewerkte producten vanuit de productie op, maar ook artikelen van externe leveranciers. Verder staat Nabuurs in voor de grondstoffenvoorziening naar de productielijnen van Essity. Het magazijn beschikt over zo’n 16.000 palletlocaties en handelt zowel b2b- als b2c-leveringen af.
De goederen die uit de productie worden aangeleverd, gaan via een transportdozensysteem naar robots, die de dozen op pallets stapelen. Vervolgens transporteren transferkarren de pallets per paar naar een kettingbaan, die de pallets naar de stellingen leidt. Daar nemen smallegangentrucks de pallets zoveel mogelijk weer per paar op om ze in de stellingen te plaatsen. Worden er orders geplaatst, dan ziet de bestuurder van de smallegangentruck op zijn display welke pallets hij moet selecteren. Vervolgens worden de pallets met een heftruck onder de verdiepingsvloer aan de outbound-kade geplaatst, tot ze in de vrachtwagen worden geladen. Tegelijk kan die heftruckchauffeur een inbound-pallet van op de verdieping meenemen. Op die manier wordt een continue flow gegenereerd.
Orders kunnen worden uitgeleverd in volle pallets, maar ook in palletlagen. Het is ook mogelijk consumenteneenheden te picken.
Tjebbe Nabuurs: “Het is dus perfect mogelijk dat pakweg een verzorgingsproduct van een apart label wordt voorzien, om vervolgens naar de klant te gaan. Tegelijk worden heel wat volle trailers in verschillende samenstelling naar externe DC’s getransporteerd. Het feit dat er heel veel types orders door elkaar heen lopen zorgt voor een hoge complexiteit in het magazijn.”
“De grote variëteit aan klanten die Essity bedient en de complexiteit van de stromen maakten dat het nieuwe WMS op de site aan een aantal specifieke eisen moest voldoen. Ook moest er een koppeling gebeuren met SCADA, de besturingssoftware voor de productiemechanisering. Daarnaast moest er via onze eigen Microsoft Bizztalk-tool een koppeling met SAP worden voorzien.”
Ook moet het WMS er rekening mee houden dat met het material handling equipment twee pallets tegelijk kunnen worden verplaatst, zowel bij de inbound als bij de outbound. Verder wordt voor de klant Essity de hoogte van de pallets via een aparte code meegegeven. Zo is het mogelijk de voorraden efficiënt aan de locaties te alloceren. Maar dat zorgt wel voor extra complexiteit in het proces. Last but not least, moest Essity zich voorbereiden op de Medical Device Regulation (MDR), die vanaf dit jaar van kracht is. Dat betekent dat er tracking & tracing op het niveau van de consumenteneenheid vereist was.
Bewogen implementatietraject
In eerste instantie heeft Nabuurs geprobeerd het pakket met de hulp van een implementatiepartner te installeren.
T. Nabuurs: “Begin 2018 hebben we de overeenkomst met de Nederlandse implementatiepartner getekend. In de zomer hebben we de ontwerpdocumenten gemaakt en in het derde kwartaal van dat jaar het maatwerk ontwikkeld. In oktober konden we testen om eind van dat jaar de businesstesten af te ronden en de medewerkers te trainen. De initiële go-live, begin 2019, ging evenwel met heel wat problemen gepaard. Op dat moment hebben we ingezien dat die partner onvoldoende inzicht had in de kern van Reflex WMS. Toen hebben we besloten de samenwerking stop te zetten.”
Toen Nabuurs bij Hardis Group aanklopte om het probleem voor te leggen, besloot de leverancier het roer over te nemen. Omdat een aantal zaken opnieuw moesten worden ontworpen, werd naar de tekentafel teruggekeerd. Doordat de Franse WMS-leverancier nog maar net een eigen kantoor in Utrecht had geopend, kon Nabuurs gelukkig op korte communicatielijnen rekenen.
T. Nabuurs: “Vanaf dat moment kwam de implementatie in een stroomversnelling terecht. Met de begeleiding van Hardis Group slaagden we er wel in Reflex WMS goed af te stemmen op de processen en kenmerken van het magazijn in Heijen. Dit WMS-traject heeft ons geleerd dat een direct contact met de leverancier erg belangrijk is. We hebben de ontwikkelaars van Hardis in ons proces meegenomen en hen direct met de gebruikers laten communiceren. Op die manier kregen ze ook een goed zicht op wat we echt nodig hadden om het proces vloeiend te laten verlopen. Die positieve ervaring was wederzijds, want op dat moment heeft Hardis Group ook besloten zelf de implementaties van zijn pakket op zich te nemen.”
Die implementatie werd in het eerste kwartaal van 2020 succesvol afgerond. “Midden vorig jaar hebben we dan zelfstandig een klein magazijn van 3.800 vierkante meter in het Brabantse Haps gemigreerd. Eind 2020 was het de beurt aan een derde magazijn voor meerdere klanten en activiteiten”, vervolgt Tjebbe Nabuurs. “De go-live, het verweven van de MDR-richtlijnen in het systeem en die volgende implementatie vonden in volle coronacrisis plaats. Daardoor moest heel veel werk van op afstand worden gedaan. Zowel de Hardis-medewerkers uit Frankrijk als Utrecht hadden daarom realtime toegang tot ons systeem. Zo konden zij van op afstand de nodige ondersteuning bieden en optimalisering doorvoeren. Aanvankelijk hadden we wat twijfels bij die aanpak, maar achteraf bekeken is dat wonderwel verlopen.”
De grafische en intuïtieve interfaces van Reflex WMS hebben ervoor gezorgd dat de magazijnmedewerkers de nieuwe manier van werken snel in de vingers hadden. Er werd ook een aparte testomgeving opgezet: enerzijds om de medewerkers te trainen, anderzijds om nieuwe functionaliteit te testen vooraleer die naar de live omgeving ging. Het valt Tjebbe Nabuurs ook op dat de IT-teams nu effectief snel en zelfstandig kunnen reageren op vragen rond aanpassingen, zonder dat Hardis Group daar steeds in tussen hoeft te komen. Vanuit hetzelfde account is het ook mogelijk de sturing voor de verschillende sites te beheren.
T. Nabuurs: “Het WMS draait bij ons op virtuele Windows-servers. Het grote voordeel daarvan is de schaalbaarheid op het vlak van capaciteit. Bij de opstart zijn we bijvoorbeeld met een zeer ruime capaciteit begonnen, om zeker geen bottlenecks te creëren. Toen we zagen dat alles goed liep, hebben we afgeschaald naar de capaciteit die we echt nodig hadden. Momenteel draait Reflex WMS bij ons op een Microsoft SQL-database, maar als we dat willen, kunnen we het systeem ook op Oracle laten draaien. Nog een voordeel vinden we dat het systeem op Android-gebaseerde toestellen draait. Daardoor heb je een ruime keuze op het vlak van hardware. Daarnaast is Reflex WMS een heel open systeem. Op vrijwel elk niveau in de processen is het mogelijk koppelingen met andere applicaties te maken. Zeker met het oog op de toekomst vinden wij dat heel belangrijk.”
Als volgende optimaliseringsstap wil Nabuurs de autonome inventarisdrone Eyesee van Hardis Group inzetten. Die drone kan autonoom de barcodegegevens van pallets en dozen vastleggen. “Bij de drone-applicatie hoort een tablet om de drone te besturen en om het vastleggen van de barcodes te verifiëren. Ook inbegrepen is een backoffice-applicatie met het oog op de administratie, de configuratie en de koppelingen met bijvoorbeeld het WMS. De bestuurder laat de Eyesee naar de gewenste locaties vliegen om de barcodes te scannen. Als hij klaar is, zet hij de drone neer, waarna de drone zelf de inventarisatie doet”, legt Tjebbe Nabuurs uit. “De leestijd per locatie bedraagt slechts twintig procent van de tijd die een conventionele manier van scannen vereist. Bovendien garandeert het systeem een hoge voorraadbetrouwbaarheid. De Eyesee laat toe met alle gebruikelijke barcode-indelingen te werken en kan met alle mogelijke WMS- en ERP-systemen worden gecombineerd. Een ander voordeel van zo’n drone is dat hij vrij snel kan worden geïmplementeerd en dat er geen aanpassingen aan de infrastructuur hoeven te gebeuren. Daardoor kunnen we hem ook vlot tussen verschillende sites uitwisselen.”
“Op die manier willen we optimaal gebruikmaken van de innovaties die Hardis biedt. Ook op het WMS-vlak proberen we te profiteren van de continue ontwikkelingen. Daarom is het ook een geruststelling dat Hardis Group een duidelijke roadmap hanteert voor de verdere ontwikkelingen van het pakket, waarop ook wij kunnen meeliften in het kader van onze continue optimalisering.”
TC