Flexibiliteit is het sleutelwoord

Sligro Food Group is een Nederlandse beursgenoteerde onderneming met Veghel in Noord-Brabant als uitvalsbasis. De groep richt zich sinds 2015 ook op de Belgische markt en nam een jaar later Java Foodservice uit Rotselaar over. Java Foodservice is een grote speler binnen de Belgische foodservice en benadert de institutionele markt, bedrijfscateraars en een aantal hotelketens. In 2017 volgde de acquisitie van ISPC, dat food- en non-foodproducten aan de gastronomische professional levert. Naast de vestigingen in Luik en Gent opende eind vorig jaar een derde one-stop-shop in Antwerpen. Een reorganisatie begin 2018 bracht de entiteiten Java Foodservice en ISPC officieel onder in Sligro Food Group Belgium. De groep beschikt over een gezamenlijke bezorgstructuur en gedeelde diensten voor onder meer HR, finance en ICT. Dochteronderneming Océan Marée is aankoper en leverancier van het assortiment verse vis voor de groep. Het productportfolio telt in totaal meer dan 75.000 voedingsgerelateerde referenties, die Sligro Food Group met een vloot van een negentigtal geconditioneerde vrachtwagens tot bij de klant transporteert. Bart Hallemeesch, directeur logistiek, legt uit hoe Sligro Food Group daarbij een uitgekiende strategie hanteert.

Centralisatie

VCM: Sligro Food Group streeft ernaar kennis intern te delen en substantiële synergieën en schaalvoordelen te benutten. Hoe uit zich dat op logistiek vlak?
Bart Hallemeesch: “Vandaag transporteren onze leveranciers hun goederen naar onze vestigingen in Gent en Luik. We plannen om die vestigingen centraal aan te leveren vanuit het distributiecentrum in Nederland. Dat dc levert nu al de producten aan het Antwerpse filiaal. Die benadering opent de weg naar een nog efficiënter voorraadbeheer. Met één hub voor onze vestigingen krikken we de rotatie op, creëren we eenvoud en verhogen we de leveringssnelheid.”
 
VCM: Zorgt die centralisatie niet voor langere transportroutes?
B. Hallemeesch: “Je moet het totaalplaatje op netwerkniveau bekijken. Het hub-and-spoke principe (naaf-en-spaken) waarbij goederen vanuit een knooppunt (de ‘naaf’) via de ‘spaken’ hun bestemming bereiken, reduceert het aantal ritten en maakt ons minder afhankelijk van onze leveranciers dan bij een point-to-point model het geval is. Het laat ons toe om consistente lijnen uit te zetten. De grote uitdaging situeert zich op het vlak van levertijden.”
 
VCM: De horecasector werkt bij voorkeur met dagverse producten. Hoe voldoet Sligro Food Group aan die noden?
B. Hallemeesch: “De horecabranche is behoorlijk veeleisend wat het aanleveren van goederen betreft. De restauranthouders verwachten hun ingrediënten in de voormiddag tussen zes en twaalf uur. Voor de institutionele klanten geldt de belofte ‘vandaag besteld, overmorgen geleverd’. De horecaondernemers verwachten nog scherpere levertijden. Een klant die zijn order vandaag voor elf uur ’s avonds registreert, weet dat we het de volgende dag voor de middag bezorgen. De planning is sterk afhankelijk van de markt en externe factoren. Voorspelt de weerman zonnige dagen, dan tekenen we een pak meer barbecuebestellingen op. We baseren ons altijd op een voorplanning, die we aanpassen na ontvangst van de laatste orders. De samenwerking met de sales- en aankoopafdeling is in vele opzichten cruciaal. Onze mensen signaleren bepaalde tendensen bij onze klanten en leveranciers. De komst van een nieuwe partner met grote productvolumes beïnvloedt alle geledingen van de supply chain: van het transport, over orderpicking tot voorraadbeheer. Die communicatie moet alle relevante kanalen tijdig bereiken. ‘Voorraadketting’ is bij Sligro Food Group allerminst een loos begrip.”  

Cruciale factoren

VCM: Wat zijn de KPI’s op het vlak van efficiënte logistiek bij Sligro Food Group?
B. Hallemeesch: “Een optimale dropgrootte behoort tot onze prioriteiten. Hoe beter dat cijfer, hoe minder ritten we moeten uitvoeren. De minimale waarde van een hoeveelheid goederen waartegen we zonder extra kosten leveren, bedraagt 350 euro. Om de minimale dropgrootte te bepalen, moet je altijd een afweging maken tussen het kostenplaatje en de flexibiliteit van de klant. We proberen onze afnemers ervan te overtuigen hun orders zo veel mogelijk op dezelfde dag te groeperen. Al vergt dat uiteraard een mentaliteitswijziging en blijft versheid een topprioriteit. De routeplanningssoftware die we bij Java Foodservice gebruiken, rollen we nu uit in onze andere entiteiten. Bij ISPC in Gent leverde ons dat meteen een efficiëntiewinst van vijftien procent op. De implementatie van SAP over alle activiteiten heen genereert binnenkort extra visibiliteit, wat ons moet toelaten om logistieke operaties nog efficiënter aan te sturen.”
 
VCM: Hoe belangrijk is de beladingsgraad?
B. Hallemeesch: “Die is uiteraard van tel, zij het als onderdeel van een groter geheel. We hechten minstens evenveel belang aan het aantal klanten dat we binnen onze levervensters bedienen. Stel dat een vrachtwagen met een beladingsgraad van 85% er maar net in slaagt om tussen zes en twaalf uur tien leveringen uit te voeren, dan ben je niet gebaat bij een grotere lading, omdat je binnen het voorziene tijdsvenster toch niet kunt uitleveren. Alle factoren staan met elkaar in relatie.”

Stedelijke uitdagingen

VCM: Veel restaurants bevinden zich op een stedelijke locatie. Hoe gaat Sligro Food Group om met de uitdagingen op het vlak van stadsdistributie?
B. Hallemeesch: “Steden weren vrachtwagens almaar nadrukkelijker uit hun centrum. Dat uit zich in beperkingen op het vlak van infrastructuur en strengere regelgeving. Het ontbreekt daarbij aan een nationale aanpak, waardoor je met elk stadsbestuur afzonderlijk rond de tafel moet zitten. Daar mogen de overheden wat mij betreft dringend werk van maken. Wij denken vanuit ons perspectief graag mee over de mogelijkheden van een groener stadsverkeer en engageerden ons daartoe via de Green Deal Duurzame Stedelijke Logistiek. We bedienen de steden nu al met kleinere voertuigen, conform de Euro 6-norm voor diesel. Sligro Food Group investeerde tevens in twee vrachtwagens op cng. Dat blijft uiteraard een fossiele brandstof. Daarom gaan we op zoek naar nog groenere transportmodi. Met de wegtrein Trens-Logic (zie kader) tasten we de mogelijkheden van elektrische stadsdistributie af.”
 
VCM: Merkt u dat uw klanten en leveranciers meestappen in uw benadering van duurzame logistiek?
B. Hallemeesch: “We willen op de kar springen en onze verantwoordelijkheid nemen, maar uiteraard blijven de bekommernissen van de klant onze prioriteit. De stille, elektrische wegtrein opent de deur naar nachtleveringen, maar lang niet elke horecazaak kan de goederenontvangst dan organiseren. Het blijft dus een verhaal van samenwerken, zowel binnen onze organisatie als in het ecoysteem van klanten en leveranciers.”
 
VCM: U hebt meer dan vijfentwintig jaar ervaring in de logistieke wereld. Welke tendensen zetten het meeste in beweging en welke toekomstgerichte evoluties genieten uw aandacht?
B. Hallemeesch: “In een niet zo ver verleden betekende just in time ‘vandaag bestellen en volgende week ontvangen’. Nu bezorgen e-commercespelers pakjes al na enkele uren. Je kunt ook niet om de digitalisering heen, al kent die tot op vandaag bepaalde limieten. Logistiek blijft in hoofdzaak een analoog proces. Het is vooralsnog niet mogelijk om voedingsproducten te downloaden en ze digitaal te bewaren. Leveringen via drones ogen veelbelovend, maar blijken voor onze orders van containergrootte niet meteen een optie. Ik ben wel benieuwd naar de toekomstige ontwikkelingen rond crowd logistics. We gaan verder na of we baat hebben bij een geautomatiseerd magazijn. Dat ligt voor een onderneming als de onze – met een heel hoge voorraadrotatie – vaak minder voor de hand. De krapte op de arbeidsmarkt lijkt een blijvend fenomeen. Onze fluctuerende bedrijvigheid vraagt om een wendbare aanpak. Logistiek blijft dus in al haar facetten boeien en uitdagen.”

Is de toekomst aan de elektrische wegtrein?

Sligro Food Group begeeft zich binnenkort met twee innovatieve elektrische wegtreinen in de Vlaamse steden. Trens-Logic bestaat uit een trekker met twee of drie wagons, afhankelijk van de maat. De wagons hebben ieder een netto laadcapaciteit tot twee ton.
Bart Hallemeesch: “Het wagenvolume bedraagt twaalf tot tweeëntwintig kubieke meter voor een lengte van zes meter, wat ze geschikt maakt voor onze rolcontainers. Er passen er tien in een wagon, met extra ruimte voor losse pakketten. Trens-Logic vervoert zowel gekoelde, diepgevroren als gedroogde goederen.”
De honderd procent elektrisch aangedreven trekker en het koel- en vriessysteem produceren geen geluidsoverlast. De trekker is uitgerust met extra zonnecellen. Trens-Logic kan – afhankelijk van het batterijpakket, de route en de belading – tot driehonderd kilometer per dag rijden. Het Nederlandse bedrijf Trens is volop bezig met de productie van de twee elektrische wegtreinen voor Sligro Food Group. Het project kadert in de Green Deal Duurzame Stedelijke Logistiek, waarmee overheden, logistieke dienstverleners, sectorfederaties en andere organisaties zich engageren voor meer emissievrije leveringen in onze stadskernen.
B. Hallemeesch: “Via die twee voertuigen willen we de mogelijkheden en beperkingen in kaart brengen. Het gaat dus om een piste met potentieel, eerder dan een bewezen technologie. Het spreekt voor zich dat we de krijtlijnen ook moeten uittekenen met de bevoegde stedelijke instanties.”