De betere wereld van AB InBev
Biergigant ook marktleider in duurzaamheid
‘Mensen samenbrengen voor een betere wereld’: dat is de baseline die het internationaal bierconcern AB InBev hanteert voor zijn strategie op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. De milieudoelstellingen liggen vervat onder de pijler ‘schonere wereld’, de menselijke doelstellingen onder ‘gezondere wereld’ en de sociale en economische onder ‘groeiende wereld.’ In wat volgt, bekijken we hoe AB InBev die ambities toepast in de volledige supply chain: van boer tot bier.
De strategie inzake duurzaamheid van AB InBev werd naarmate de onderneming groeide voortdurend bijgestuurd en versterkt. De ‘better world’ strategie van AB InBev werd dit jaar wereldwijd uitgerold bij de 200.000 werknemers in 50 landen. Daarbij mag ieder land zijn eigen accent leggen, naargelang de lokale situatie en plaatselijke noden. Zo is de pijler ‘growing world’, waarbij wordt ingezet op een efficiëntere productie of waar lokale winkels worden ondersteund om hun business te kunnen runnen, veel meer van toepassing in landen van Latijns-Amerika en Afrika dan in Europa.
Zorgzaam omgaan met grondstoffen
Bier bestaat uit water, gerst, hop en gist. Voor elk van die ingrediënten heeft het bierconcern zichzelf belangrijke doelstellingen toegemeten.
AB InBev zet zich in om zeer zorgzaam om te gaan met water. In de eerste plaats wordt voor het brouwen van bier enkel zuiver water gebruikt, maar bovendien heeft de onderneming zich geëngageerd om de waterrisico’s en het waterbeheer te verbeteren in de belangrijkste regio’s waar gerst wordt verbouwd. Daarnaast neemt het bedrijf maatregelen voor de bescherming van de stroomgebieden bij hun vestigingen in de belangrijkste regio’s in Argentinië, Bolivia, Brazilië, China, Mexico, Peru en de VS.
Wat de productie van gerst betreft, loopt in het VK en Rusland het project ‘Smart Barley’ om de boeren te ondersteunen in hun productie zodat zij op een milieuvriendelijke, efficiënte en duurzame manier gerst van hoge kwaliteit kunnen telen en oogsten.
De productie van hop is een geschiedenis op zich. Ooit was België, en met name de omgeving van Poperinge, een belangrijke streek voor de hopteelt. Tijdens hun hoogdagen concentreerden hopkwekers zich vooral op de teelt van bittere hopsoorten, maar door de ontwikkeling van de hopteelt in grotere landen, voornamelijk Amerika en Duitsland, was die hop niet concurrentieel genoeg op de internationale markten. De vraag naar Vlaamse hop daalde en de afgelopen decennia bleef er van de oorspronkelijke 3.000 ha hopvelden nog 158 ha over.
De hoptelers verlegden hun focus naar de aroma-hop, met succes: het milde zeeklimaat en de vruchtbare bodem – een mengsel van zand en klei – zijn daarvoor zeer geschikt. Het is een aromahop die beantwoordt aan alle vereisten van duurzaamheid. AB InBev ondersteunt de Belgische hoptraditie via die lokale hopteelt door de Whitebread Golding als aromahop te gebruiken bij het brouwen van de Leffe Royale. De belangstelling van AB InBev bevestigt de kwaliteit en de rijke traditie van de Poperingse hopteelt en stimuleert de 23 hopboeren die in de streek actief zijn om nieuwe variëteiten te ontwikkelen en oude variëteiten nieuw leven in te blazen. De aanhoudende volumegroei van de Leffe-bieren, met een wereldwijde stijging van 64% sinds 2007, belooft een mooie toekomst voor de Belgische hoptelers.
Ook de in het buitenland geteelde bitterhop moet aan allerlei voorwaarden voldoen om als basisingrediënt te mogen dienen. Zo zijn er strikte voorschriften over de manier van oogsten, de wijze waarop de gerst behandeld wordt tijdens de groei en dergelijke meer.
Efficiënt en milieuvriendelijk brouwproces
In deze schakel probeert de bierbrouwer zo veel mogelijk in te zetten op efficiëntie en milieuvriendelijkheid tijdens het vervaardigen van zijn 500 biermerken.
Zo is AB InBev goed op weg om tegen eind dit jaar zijn wereldwijde waterverbruik te verminderen tot 3,2 hectoliter water per hectoliter geproduceerd bier, inclusief het water dat gebruikt wordt om de machines te spoelen. Ter vergelijking: tien jaar geleden bedroeg dat waterverbruik nog 11 hectoliter. Voor wie zich daarbij moeilijk iets kan voorstellen, tegen eind 2017 zal AB InBev het equivalent van de inhoud van 5.000 olympische zwembaden aan water bespaard hebben. Om dat te realiseren heeft een gespecialiseerde watermanager het voorbije decennium een waterbijbel opgesteld met alle best practices wereldwijd.
In Leuven werkt de onderneming op de brouwerijsite samen met De Watergroep. Het afvalwater wordt er gezuiverd tot een niveau dat kwalitatief minstens even hoogwaardig is als drinkwater zodat het opnieuw in het productieproces kan worden gebruikt voor koeling, spoeling of andere niet-biergerelateerde processen.
Daarnaast wil AB InBev de wereldwijde broeikasgasemissies per hectoliter productie met 10% verminderen en specifiek in China een daling van 15% realiseren.
Eveneens tegen eind dit jaar moet het wereldwijde energieverbruik per hectoliter productie met 10% verminderd zijn, wat overeenkomt met de hoeveelheid elektriciteit die nodig is om een kwart miljoen voetbalwedstrijden te verlichten. Een andere doelstelling bestaat erin de jaarlijkse aankoop van milieuvriendelijke koelinstallaties op te voeren naar een wereldwijd gemiddelde van 70%.
Tegen 2025 wil AB InBev wereldwijd 100% hernieuwbare elektriciteit gebruiken.
Wat de verpakkingsstroom betreft, kunnen we stellen dat dit een volledig cyclisch gebeuren is dat de ecologische voetafdruk van de bierproducent spectaculair doet dalen.
Zo wil de brouwer tegen eind dit jaar wereldwijd het gewicht van de verpakkingen met 100.000 ton verminderen. Dat komt overeen met het gewicht van ongeveer een kwart miljard volle blikjes bier.
In België wordt de verpakking voor 99,9% gerecycleerd.
De flessen in België zijn herbruikbaar, maar in andere landen zijn er de zogenaamde ‘one way bottles’ die in de glascontainer terechtkomen en van daaruit gerecycleerd worden tot glas. De blikken zijn afkomstig uit afvalcollectoren en in die zin ook recycleerbaar. Tegelijkertijd wordt er druk geëxperimenteerd met lichtere verpakking, wat een onmiddellijke invloed heeft op het gewicht van de lading en daardoor ook een positief resultaat heeft inzake CO2-uitstoot. Zo onderzoekt de multinational de mogelijkheid om aluminium flessen te introduceren die tal van voordelen opleveren: een lager gewicht, dus minder uitstoot en het bier kan sneller worden gekoeld, dus ook minder energie en uitstoot.
In het hele brouwproces springt AB InBev niet lineair, maar circulair om met grondstoffen, energie een verpakking. Het zogenaamde ‘spent grain’, het restafval van de granen dat nog boordevol voedingsstoffen zit, wordt onder andere gebruikt als basisproduct om een proteïnedrankje te maken. De opgewekte warmte wordt aan het eind van het bouwproces opgevangen en opnieuw gebruikt en het glas wordt gerecycleerd.
Transport: zo energievriendelijk mogelijk
Tegen eind dit jaar wil AB InBev de CO2-uitstoot van zijn wereldwijde logistieke activiteiten met 15% terugdringen. In Europa bijvoorbeeld, wil de bierbrouwer het aandeel intermodaal transport verdubbelen.
Maar laat ons bij de exportactiviteiten beginnen. Alle overzeese export van de bieren gebeurt per schip via de haven van Antwerpen. De Europese klanten worden beleverd via het spoor of over de weg. In het VK verloopt 25% van alle transport via intermodaal vervoer. In Italië bedraagt het spooraandeel zelfs meer dan 50%.
Voor de aanvoer van de ingrediënten werkt de onderneming uitsluitend met vervoerders die de best practices rond mobiliteit en logistiek hanteren. Zelf zorgt AB InBev ervoor dat zijn logistieke activiteiten zo veel mogelijk geoptimaliseerd zijn en dat leeg varen/rijden zo veel mogelijk wordt vermeden. De schepen die bijvoorbeeld de uitvoer vanuit België naar Amerika bevoorraden, komen naar Antwerpen en zijn geladen met leeggoed dat bestemd is voor de productie in Leuven. Ook kijkt de bierproducent naar andere bedrijven met vergelijkbare goederenstromen om die op één transport te bundelen zodat de vervoersmiddelen optimaal worden benut.
AB InBev was ook pionier in België door gebruik te maken van de ecocombi, de LZV (Lange en Zwaardere Vrachtwagencombinatie), die meer vracht kan en mag vervoeren dan een gewone vrachtwagencombinatie. Het vervoer tussen Leuven en de haven van Antwerpen wordt uitgevoerd door Ninatrans, die daarvoor zijn ecocombi inzet. Twee ecocombi’s vervangen drie traditionele trekker-opleggers, waardoor het aantal ritten met 32% afneemt en de CO2-emissie met 21% daalt.
In de haven van Antwerpen heeft de brouwer een structurele samenwerking met Katoen Natie. Het contract daarvoor werd eerder dit jaar voor vijf jaar verlengd. Ook hier staan de milieudoestellingen centraal. Katoen Natie staat dagelijks in voor het lossen van 100 vrachtwagens en 35 importcontainers en het laden van 75 vrachtwagens en 150 exportcontainers. Voor de transfer van de containers van de Antwerpse Rechteroever (waar Katoen Natie de logistieke activiteiten voor AB InBev uitvoert) naar Linkeroever (waar de schepen worden gelost en geladen) worden dagelijks twee bloktreinen met een capaciteit van 49 containers ingezet.
Afgelopen zomer startte AB InBev met een biertrein die drie keer per week tussen het Delhaize-depot in Ninove en de brouwerij in Jupille rijdt. Wanneer dat proefproject eenmaal op volle kruissnelheid draait, zal de biertrein jaarlijks zo’n 5.000 vrachtwagens van de weg houden.
Ook op het vlak van de binnenvaart laat de onderneming zich niet onbetuigd. Zo werd in 2014 de bierboot geïntroduceerd, een project in samenwerking met André Celis nv waarbij een binnenschip lege bierkratten van de brouwerij in Leuven naar Jupille vervoert. Het binnenschip vervangt 17 vrachtwagens en levert een CO2-uitstootvermindering van 22,3% op.
En voor het vervoer in de stad ten slotte, zet AB InBev vrachtwagens in die op CNG, gecomprimeerd aardgas, rijden.
Dit gestaag inzetten op milieuvriendelijke vervoersmiddelen is trouwens niet evident voor een bierproducent. Bier is een vers product dat gebrouwen wordt en ook gist bevat, een levend organisme. Daarom is het belangrijk de tijdsduur tussen de botteling en het transport zo kort mogelijk te houden.
Verantwoord consumeren
En dan belandt het bier uiteindelijk bij de consument. AB InBev zet daarbij sterk in op het verantwoord consumeren. In alle landen heeft de onderneming programma’s lopen om de sociale normen rond alcoholconsumptie positief te veranderen. De bierproducent investeert al 30 jaar in de promotie van verantwoord consumeren en ontmoedigen van onverantwoorde consumptie via de Smart Drinking Programma’s. Denk hierbij aan de Don’t Drink & Drive preventiecampagne, de ondersteuning van de Respect16-campagne (geen bier verkopen aan jongeren onder de 16) en de BOB campagne. Onlangs werd de nieuwe campagne van Jupiler 0.0% gelanceerd in samenwerking met de Jupiler Pro League: 0% alcohol, 100% supporter. De programma’s worden onderworpen aan voor- en nametingen om zo de impact ervan te kunnen bepalen.
AB InBev is van plan wereldwijd minstens 1 miljard USD te investeren om de volgende doelstellingen (Global Smart Drinking Goals) te bereiken:
1. Ervoor zorgen dat niet- of laag-alcoholische bierproducten tegen 2025 goed zijn voor minstens 20% van AB InBevs wereldwijde biervolume, wat leidt tot een vermindering van 10% van het gemiddelde alcohol per volume. In 2014 vertegenwoordigden deze producten minder dan 9% van het volume.
Voor AB InBev is een goede consument een consument die de kwaliteit apprecieert en op zoek gaat naar een ‘bierbeleving’. Daarom zet de onderneming voor elk type consument een vast merk in de markt en wordt het gamma bieren uitgebreid met producten met een laag of geen alcoholpercentage.
In België spreekt dat nog niet de grote massa aan, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland of Spanje (waar bieren met weinig of geen alcohol bijna een vijfde van de verkoop uitmaken), maar er is toch een duidelijke tendens merkbaar om een positieve keuze te maken voor niet-alcoholische bieren, zeker bij de jongeren.
2. Een informatielabel aanbrengen op alle bierproducten wereldwijd tegen eind 2020 en de geletterdheid rond alcohol en gezondheid doen stijgen tegen eind 2025. AB InBev speelt hierin een voortrekkersrol. Zo zal tegen eind dit jaar minstens 80% van de bieren die in Europa worden geconsumeerd, informatie over ingrediënten en energiewaarden bevatten.
3. Tegen 2020 het schadelijke alcoholgebruik met ten minste 10% verminderen in negen steden en tegen eind 2025 de best practices wereldwijd implementeren. In Leuven werd in dit verband vorig jaar een pilootproject opgezet in samenwerking met de stad Leuven, het UZ en de KUL.