BuildMaster vergroot efficiëntie en wendbaarheid
Groep Van Pelt pakt logistieke uitdagingen aan met SDE
“Logistiek is zo belangrijk”, meent Luc Van Pelt, bestuurder bij Groep Van Pelt uit Zoersel. Eind 2017 nam die familiale onderneming – naast Luc zelf werken nog vier broers in het bedrijf – de grotere sectorgenoot Paesen uit Peer over. Daarmee werd Van Pelt in één klap de grootste Belgische toeleverancier van bouwmaterialen aan aannemers. Het is een positie die het bedrijf maar wat graag wil consolideren en uitbouwen. Als de logistieke malaise, met name rond Antwerpen, geen roet in het eten gooit tenminste.
De wortels van de huidige bouwgroep gaan terug tot 1955. Grootmoeder Van Pelt, die op dat moment al een kolen- en meststoffenhandel uitbaatte in Sint-Antonius bij Zoersel, richtte toen samen met haar drie zoons de firma Van Pelt Bouwmaterialen - Kolen op. Vijftien jaar later verdwenen de ‘kolen’ om evidente redenen uit de bedrijfsnaam.
Ironisch genoeg breidde Bouwmaterialen Van Pelt zijn activiteiten sinds die naamsverkorting alleen maar verder uit. Naast alle mogelijke bouwmaterialen, van ruwbouw tot afwerking, biedt de groep nu ook een brede waaier van aanverwante diensten, zoals afbraakwerken, grond- en graafwerken, tegelwerken en transport- en containerdiensten. De groep telt ook twee betoncentrales, in Schoten en Zoersel, en voert via binnenschepen cement, grind en zand in bulk aan.
Consolidatie in de bouwsector
Hoewel ook Van Pelt de voorbije jaren op het overnamepad ging, rekent de groep duidelijk niet alleen op overnames voor verdere groei. “Wij werken hard aan een diversificatie van onze activiteiten”, vertelt Luc Van Pelt. “Zo hebben we geïnvesteerd in een eigen recyclagepark. Daar recycleren we vandaag al meer dan 95 procent van het bouw- en sloopafval dat we via ons eigen containerbedrijf ophalen. Dat recycleerbare materiaal verwerken we opnieuw tot beton en bouwmaterialen. Die extra dienstverlening komt dus niet enkel het milieu ten goede, ook onze eigen business vaart er uiteindelijk wel bij.”
Dat neemt niet weg dat de markt waarin Van Pelt opereert momenteel aan een sterke consolidatiebeweging onderhevig lijkt. Voor Van Pelt in 2017 zijn Limburgse sectorgenoot Paesen overnam, had de Kempense bouwgroep ook al het meer kleinschalige familiebedrijf Hermans Bouwmaterialen uit de regio Turnhout ingelijfd. “Met die overnames vergroten we niet alleen onze omzet en ons marktaandeel”, verduidelijkt Luc Van Pelt de logica achter de overnamestrategie. “De extra schaalgrootte verleent ons ook meer gewicht bij onze leveranciers. Door gezamenlijk in te kopen, kunnen we meer druk zetten.” Met een kleine driehonderd medewerkers realiseren Van Pelt en Paesen samen een omzet van zo’n 150 miljoen euro. Naast Paesen Bouw-Expo, dat bouwmaterialen levert, omvat de Limburgse bouwgroep ook het vervoersbedrijf Paesen Transport en de betoncentrale Paesen Betonfabriek in Houthalen-Helchteren. “De integratie van al die activiteiten van beide bedrijven is volop bezig”, aldus Luc Van Pelt.
Automatisering ondersteunt groei
Er zijn echter ook buitenlandse kapers op de kust – en niet van de minsten – die de consolidatie in de sector naar een hoger, Europees niveau kunnen tillen. Zo nam de Duitse investeringsgroep Aurelius afgelopen zomer de Belgische verdelers van bouwmaterialen YouBuild en M-Pro over. En dan is er nog de acquisitie, eveneens afgelopen zomer, van alle Europese distributieactiviteiten van de Ierse bouwmaterialengroep CRH door Blackstone, een Amerikaanse investeringsmaatschappij. Ook de Belgische verdelers BMB Bouwmaterialen en Creyns vallen onder die overname.
De komst van dergelijke grote, kapitaalkrachtige spelers maakt groeien zo mogelijk nog meer tot een must. “Je moét wel volgen”, stelt ook Luc Van Pelt. “Je wordt in zekere zin gedwongen om te groeien. Zeker als je, zoals wij, niet alleen particulieren en kleine zelfstandigen wilt bedienen, maar ook grote bouwmaterialenhandels en aannemers van klasse 7 en 8 tot je klanten wilt blijven rekenen. Dan moet je volume kunnen leveren en ook de nodige garanties kunnen bieden naar leverkwaliteit en -termijnen.”
Om op dat niveau concurrentieel te blijven is een moderne, performante ICT-infrastructuur zonder meer essentieel. Centraal in die infrastructuur staat bij Groep Van Pelt het ERP-systeem Microsoft Dynamics NAV, inmiddels omgedoopt tot Microsoft Dynamics 365 Business Central. De implementatie ervan begon al in 2006, maar kwam pas echt in een stroomversnelling toen de bouwgroep BuildMaster leerde kennen: een gespecialiseerde Dynamics 365-uitbreiding voor bouw- en technische groothandels, ontwikkeld en geïmplementeerd door SDE, een Belgische Microsoft Gold Partner en ERP-specialist. Van Pelt voelt zich naar eigen zeggen thuis bij SDE, omdat de IT-partner met meer dan dertig bouwhandels en tientallen andere technische groothandels een echte focus heeft op hun activiteiten.
Een sectoroplossing als SDE BuildMaster biedt heel wat standaardmogelijkheden, maar is ook flexibel aanpasbaar en uitbreidbaar. “Er is in BuildMaster heel veel mogelijk waar de meeste gebruikers zelfs nog geen weet van hebben”, getuigt Luc Van Pelt. “Een nieuw veld creëren, bijvoorbeeld, of een bestaand veld aanpassen: al die specifieke extra’s kosten weinig tijd en moeite. Maar dat kun je geen maatwerk noemen. En dat is precies wat wij nodig hadden: een standaard ERP-oplossing speciaal voor onze business, die zo weinig mogelijk maatwerk vergt.”
Open houding, vooruitziende blik
In een branche die met een veeleer conservatief imago kampt, staat Groep Van Pelt al behoorlijk ver als het op automatisering en digitalisering aankomt. “Samen met die ERP-uitrol hebben we onze hele IT-infrastructuur herbekeken en in de cloud ondergebracht. Vandaag houden we ook al de nieuwste cloudversie van Microsofts ERP-systeem in de gaten, want we willen mee zijn.”
“Die vooruitziende blik typeert het management van de groep ook wel een beetje, net als een zekere principiële nieuwsgierigheid of openheid naar nieuwe technologieën”, vindt Sven Bries, sales & marketing coordinator bij SDE. “In tegenstelling tot veel andere spelers uit de sector, die in de regel een afwachtende houding aannemen, is Van Pelt veel sterker en sneller bereid om in ICT te investeren.”
Daarbij durft Van Pelt ook al eens een intern experiment opzetten, om de mogelijkheden van een veelbelovende technologie af te tasten of de toepasbaarheid van een nieuwe applicatie, zoals documentbeheer, af te toetsen aan de dagelijkse praktijk. “Zo krijgen ze alvast wat voeling met de technologie of applicatie in kwestie, ook al is die misschien nog onvoldoende rijp of zijn hun klanten er nog niet helemaal klaar voor.” Een toepasselijk voorbeeld is e-commerce. “Experimenten hebben ons alvast geleerd dat de betonhandel zich niet of in elk geval maar moeilijk leent tot e-commerce”, vertelt Luc Van Pelt. “Verder is e-commerce vooral interessant voor de particulieren en kleine tot middelgrote aannemers onder onze klanten.” Voorlopig houdt Van Pelt de e-commerceboot nog even af. “Maar technisch zijn we er helemaal klaar voor. We kunnen er bij manier van spreken morgen mee van start gaan dankzij de voorbereidingen die SDE trof.”
Grootste pijnpunt: logistiek
Als er al iets een rem kan zetten op de groei van Groep Van Pelt, dan zijn het wel de logistieke problemen waar ook de rest van de sector en bij uitbreiding de hele Vlaamse economie mee worstelt. “Logistiek is zo belangrijk. Ik weet wel wanneer hier een vrachtwagen vertrekt, maar niet wanneer die terugkomt”, vat Luc Van Pelt het probleem kernachtig samen.
“Zeker rond Antwerpen stelt dat probleem zich uitermate scherp. En al helemaal als we het over het transport van beton hebben. Beton verhardt nu eenmaal, terwijl het in de mixer zit. Daarom mag je ook maar een beperkte tijd met beton rijden, anders voldoet het niet langer aan de eisen van het BENOR-kwaliteitslabel.”
“Vroeger deden we gemiddeld zeven of acht ritten per dag met een betonmixer. Nu nog maar drie of vier”, stelt Luc Van Pelt vast. “En dat is enkel en alleen te wijten aan die vele problemen met transport en logistiek. Het gevolg is, ironisch genoeg, dat wij met meer betonmixers moeten rijden om hetzelfde volume uitgeleverd te krijgen – wat die problemen uiteraard alleen nog verergert.”
Technologie biedt redding
Gelukkig biedt ook hier de technologie enig soelaas. Zo investeerde Groep Van Pelt onder meer in een track-and-tracetoepassing voor zijn voertuigenpark, dat alles samen zo’n 120 voertuigen telt. Van Pelt onderzocht verschillende applicaties die vlot integreren met BuildMaster zoals GPS-Buddy, maar uiteindelijk koos het bedrijf voor Suivo. “Zo weten we precies waar onze chauffeurs zich bevinden. Lopen ze vertraging op, dan kunnen we onze klanten tijdig verwittigen en hen correct informeren over de verwachte levertijd.”
BuildMaster kan ook integreren met Suivo en andere communicatietoepassingen in voertuigcabines. “Daardoor kunnen wij nu ook bestelbonnen, leveringsbonnen en andere bedrijfsdocumenten bezorgen aan onze chauffeurs, terwijl ze nog onderweg zijn. Zo weet een chauffeur bijvoorbeeld welke extra stop hij nog moet inlassen en wat hij daar precies moet afzetten of oppikken.”
“In een volgende fase willen we onze chauffeurs ook toelaten om zelf wijzigingen aan die documenten aan te brengen. Dan kunnen zij ook makkelijker ingaan op onvoorziene vragen van klanten, bijvoorbeeld om een aantal lege pallets mee te nemen. Als zij die borgartikelen direct bij het inladen al in ons ERP-systeem kunnen ingeven, zitten ze meteen ook klaar voor facturering. In onze sector is snelle facturering namelijk niet onbelangrijk. Als je de aannemer direct een correcte factuur kunt bezorgen, dan scheelt dat vaak in opvolging.” Om die reden is ook de informatie van de weegbrug al aan de facturering in BuildMaster gekoppeld. “Ook de informatie van de tachograaf kun je direct in het ERP-systeem laten inbrengen, zodat we die niet iedere keer opnieuw moeten uitlezen”, geeft Luc Van Pelt nog mee. “En dat zijn maar enkele concrete voorbeelden van de vele voordelen die een integratie met BuildMaster kan opleveren”, concludeert hij.