Straks is elke onderneming een technologiebedrijf
Zo ziet Microsoft de transitie van de supply chain
De evolutie van een procesgeoriënteerde naar een ‘data-centric’ wereld is ingezet. Artificiële intelligentie biedt daarbij de instrumenten om uit grote hoeveelheden data sneller en makkelijker waardevolle informatie te puren. “De grootste verandering is dat technologie doordringt op de werkvloer, bij de eerstelijnswerkers”, zegt Didier Ongena, general manager van Microsoft België. “Technologie ondersteunt die medewerkers, maar vervangt ze niet.”
“In de klassieke supply chain staan kostenbeheersing en efficiëntie doorgaans centraal”, weet Didier Ongena. “Ook risicobeheer is belangrijk, zeker vandaag, in tijden van crisis. Het komt erop aan het juiste evenwicht te vinden. Bedrijven met een verspreid leveranciersbestand, haalden daar tijdens de lockdown voordeel uit. Was er in Europa een bedrijf dat niet kon leveren, dan was er mogelijk nog een leverancier in Azië die iets kon doen. Tegelijk gaat het vandaag om meer dan kosten, efficiëntie en risico. Bedrijven kijken meer dan ooit naar hun businessmodel – en naar manieren om dat te innoveren. Een klassieke, productgedreven business wil daar vandaag heel graag extra services aan toevoegen.”
VCM: In de praktijk zien we dat de nood aan kostenbeheersing en meer efficiëntie de flexibiliteit van een bedrijf in de weg staat.
Didier Ongena: “Klopt. De hele ERP-branche is opgebouwd rond de automatisering van processen. In een ondernemersvisie die zich op processen richt, is het logisch naar kosten en efficiëntie te kijken. Maar dan rijst inderdaad de vraag waar je flexibiliteit en wendbaarheid vandaan haalt. Want als iedereen een standaard ERP-pakket gebruikt, hoe kun je je dan nog differentiëren? We zien op dat vlak een verschuiving ontstaan. Tot zowat tien jaar geleden stond ERP centraal in de bedrijfsvoering. Vandaag geldt ERP nog altijd als een belangrijk bronsysteem, maar zijn het de dataplatformen die de centrale plaats innemen.”
VCM: Waar komt die focus op data vandaan?
D. Ongena: “Data zijn uiteraard geen nieuw fenomeen. Data zijn er altijd al geweest. Alleen was het vroeger bijzonder complex om data efficiënt te verzamelen en intelligent te exploiteren. Daar hingen hoge kosten aan vast, waardoor het niet mogelijk was een positieve business case te bouwen. Vandaag staan we er heel anders voor. De technologie is beschikbaar en betaalbaar om met die data te werken.”
Nog meer data
VCM: Nieuw is daarbij dat een onderneming zich niet langer hoeft te beperken tot de eigen, interne data.
D. Ongena: “De supply chain richt zich traditioneel op interne data, afkomstig uit de datasilo’s van het eigen bedrijf. Die datavolumes nemen sterk toe, onder meer door het capteren van data via allerhande sensoren in het kader van IoT-toepassingen (Internet of Things). Maar er zijn ook meer en meer externe data beschikbaar die voor nieuwe inzichten helpen zorgen. Dat is namelijk net het punt: hoe meer data je mee in overweging neemt, hoe beter de beslissingen die eruit volgen. Een eenvoudig voorbeeld maakt dat duidelijk. Stel, als leverancier van grondstoffen beschik je enkel over de leverdatum die de klant heeft opgegeven. Wanneer blijkt dat je die datum via het gangbare transport niet zult halen, beslis je om een expreslevering te voorzien – en dus extra kosten te maken. Maar, had je van de klant meer data ter beschikking gekregen, bijvoorbeeld over zijn productieplanning, dan bleek die dringende levering misschien helemaal niet nodig te zijn en kon een andere, goedkopere oplossing soelaas bieden.”
VCM: Het voorbeeld geeft goed aan hoe de transitie van een procesgeoriënteerde wereld naar een data-centric supply chain op termijn het verschil maakt. Hoe ver staan de bedrijven daar al mee?
D. Ongena: “Het debat loopt. Er tekenen zich verschillende strekkingen af. Sommige bedrijven kiezen ervoor ERP centraal te houden, andere opteren resoluut voor innovatie van hun bedrijfsmodel. We staan aan het begin van de transformatie, maar zien dat corona de mentaliteit nu een stuk sneller doet veranderen. Het idee van digitale veerkracht komt vandaag sterker naar voren. De coronacrisis heeft voor nieuw inzicht gezorgd. Een project dat normaal gezien een jaar zou duren, raakt nu plots in twee maanden rond. Ik hoor bijvoorbeeld van andere leiders dat change management – waar altijd zo veel rond te doen was – niet meer nodig was in de vorm zoals we het kenden, of toch niet als er maar voldoende ‘urgency’ bij een project kwam kijken. Het betekent niet dat we nu plots van het ene in het andere uiterste moeten vervallen, maar de coronacrisis helpt ons wel om een aantal dingen in vraag te stellen. En dat is behoorlijk interessant.”
Dertig jaar overgeslagen
VCM: We zien dat artificiële intelligentie de transformatie richting data-centric supply chain mee aandrijft. Waar staan we daarmee?
D. Ongena: “Heel wat sectoren – onder meer de banken – hebben al een behoorlijke weg afgelegd op het vlak van digitalisering. Andere, zoals retail, manufacturing en logistiek, volgen nu pas. De impact zal groot zijn. Twee miljard eerstelijnswerkers – arbeiders en bedienden – krijgen toegang tot technologie. Op termijn veranderen alle bedrijven in technologiebedrijven. Om een idee te geven, ondernemingen uit de automobielindustrie werven vandaag meer software-ingenieurs aan dan mecaniciens. Ook de typische ‘blue collar’ industrieën evolueren nu dankzij de komst van technologie. En neen, zij zullen rond digitalisering niet een traject van dertig jaar afleggen, zoals de banken vóór hen deden. Zoals Afrika het tijdperk van de pc heeft overgeslagen en direct met de smartphone startte, of hoe China de bankkaart oversloeg en meteen mobiel betalen gebruikte: op dezelfde manier zullen de blue collar industrieën nieuwe technologie inzetten.”
VCM: Welke rol is daarbij weggelegd voor artificiële intelligentie?
D. Ongena: “We zien nu al kleine toepassingen, bijvoorbeeld rond veiligheid en preventie. AI-toepassingen die camerabeelden analyseren, bewaken onder meer het naleven van de afstandsregels op de werkvloer. Algemeen gesproken staat het gebruik van AI nog in de kinderschoenen. De grootste fout die we met AI kunnen maken, is dat we de technologie benaderen zoals een ingenieur dat zou doen: deterministisch. Binnen zo’n aanpak is er een probleem, een dataset en een gewenste oplossing. Dat zal wel tot resultaten leiden, maar vaak niet meer dan incrementeel. AI is pas echt krachtig wanneer je de dataset breder maakt, door meer en andere data toe te voegen. AI werkt namelijk het best in een probabilistische omgeving. De technologie vindt verbanden in een dataset die voor een mens normaal gezien onzichtbaar blijven. Interessant is ook dat AI toelaat om af te stappen van de 80/20-regel, waarbij je met twintig procent van de geleverde inspanning al tachtig procent van de oplossing bereikt. Met AI is een veel fijnere analyse mogelijk, wat de deur openzet naar meer wendbaarheid in de supply chain. Het mooie aan AI is tot slot ook nog dat je – op basis van heel veel historische data – algoritmes kunt trainen om in de toekomst te kijken.”
Veel kleine projectjes
VCM: Bedrijven lezen vandaag veel over de mogelijkheden van AI, maar ervaren in de praktijk nog vaak een drempel om er ook zelf mee te beginnen. Welke aanpak zou u aanraden?
D. Ongena: “De spreekwoordelijke ‘silver bullet’ bestaat niet. Bedrijven die vandaag succesvol zijn met AI, doen dat vaak aan de hand van tientallen kleine use cases. Het gaat om kleine trajecten die snel resultaat opleveren. Om dat te kunnen realiseren, moet je natuurlijk wel de juiste omgeving creëren. Je hebt niet alleen een dataplatform nodig, maar ook tools om snel oplossingen te bouwen. Dat is waar een low-code of no-code tool op de voorgrond treedt, bijvoorbeeld Microsoft Power Apps. We zien dat business en IT dan nauw samenwerken en snel tot resultaten komen. In ieder geval is het in de context van AI slimmer om in te zetten op vele kleine projectjes, in plaats van op één groot ding met een hoger risico op mislukken.”
VCM: Dat is een aanpak die de IT-afdeling tot nog toe niet gewoon was.
D. Ongena: “Dat is waar. Ook de CIO’s moeten ermee leren omgaan. Met Power Apps, bijvoorbeeld, ga je niet door de klassieke ontwikkelingscyclus. Het is normaal dat de CIO de controle wil behouden. Hier kan een stukje change management dus wel nuttig zijn. Het komt er vooral op aan de rol van IT anders te definiëren.”
AI als hulpmiddel
VCM: We bespraken twee tendensen: de evolutie in de richting van een data-centric wereld en de rol van AI als versnellende factor daarbij. Welke impact heeft die combinatie op de supply chain?
D. Ongena: “We zien dat technologie echt doordringt tot op de vloer: tot bij de arbeider aan de machine, de verkoper in het winkelpunt, de medewerker in het magazijn. Het gaat om medewerkers die heel dicht bij de business staan en daar vaak ook een grote ervaring rond hebben opgebouwd. Zij zien als eerste de problemen en de uitdagingen. Ze hebben een belangrijke signaalfunctie. Dat zij nu nieuwe tools krijgen aangereikt waarmee ze kennis verder verrijken, dat is de echte ‘game changer’.”
VCM: Wat u zegt, staat in contrast met wat we vaak in de krant lezen: dat technologie de jobs van die profielen net zal afnemen.
D. Ongena: “Voor een stuk zal dat ook gebeuren, zoals in China, dat intussen het meest gerobotiseerde land van de wereld is. In de transformatie van een procesgeoriënteerde naar een data-driven supply chain zal er onvermijdelijk een impact zijn op hoe de mensen werken. We zullen dus zeker moeten inzetten op opleiding en herscholing. Maar ik blijf erbij: we moeten AI in de eerste plaats als een hulpmiddel zien, niet als een vervanging van mensen.”
VCM: Kan de overheid daar ook iets in betekenen?
D. Ongena: “Uiteraard. Overheden beginnen nu overal relanceplannen aan te kondigen. Hopelijk is daar ook voor data een rol weggelegd. Ons land moest het altijd hebben van zijn interessante ligging in Europa en het hoge opleidingsniveau van de mensen. Maar ook een goed databeleid kan extra welvaart creëren. Het is goed dat de overheid inzet op open data. Maar we mogen ook niet vergeten te investeren in API’s (application programming interface), zodat we die data op een goede manier kunnen gebruiken. Hier liggen mooie kansen voor het grijpen.”
Menselijke intelligentie
VCM: Wat denkt u over het concept van de ‘self-driving supply chain’, waarbij de verschillende spelers uit de supply chain hun geautomatiseerde processen aan elkaar knopen tot één groot, geautomatiseerd geheel?
D. Ongena: “Microsoft werkt mee aan een partnership rond dat idee, samen met onder meer BMW. Maar is dat vandaag ‘top of mind’ in de industrie? Persoonlijk denk ik van niet. Belgische ondernemers hebben andere prioriteiten. Ze hebben data in silo’s die ze willen samenbrengen op één platform, om daar analyses uit te voeren en zo betere beslissingen te kunnen nemen. Daarnaast zie ik veel interesse voor businessmodelinnovatie. Bedrijven denken na over hoe ze hun business opnieuw kunnen uitvinden: geen compressoren verkopen, maar lucht, geen lampen, maar licht, geen auto’s, maar mobiliteit. Daar hebben heel wat bedrijven vandaag vragen over – en over wat dat voor hun supply chain zou betekenen. En ja, artificiële intelligentie kan daar een belangrijke rol in spelen. Al mogen we ook de menselijke intelligentie niet uit het oog verliezen. Wanneer AI echt in de fout gaat, is het nog altijd de mens die dat het snelst opmerkt.”
DVD
Premium
Deze inhoud is enkel leesbaar voor ingelogde Value Chain abonnees.
Heeft u een abonnement op het Value Chain informatiepakket? Meldt u aan via onderstaande knop en lees het gewenste artikel of magazine online.