Steden als voortrekkers voor duurzamere logistiek
Stadslogistiek zet evenwicht tussen leefbaarheid en bereikbaarheid op scherp
Steden zijn op veel manieren voortrekkers als het op duurzaamheidsinitiatieven aankomt. Mobiliteit en logistiek zijn daar een integraal onderdeel van. Maar in een wereld waarin urbanisatie en e-commerce blijven groeien, neemt de druk op stedelijke logistiek toe en groeit het belang van duurzame stedelijke logistiek.
Nergens komen zoveel vraagstukken samen als in steden. Mobiliteit, economie, milieu en het sociale aspect kruisen er elkaar voortdurend. Dat maakt de uitdagingen op het vlak van logistiek bijzonder complex. De groei van de stedelijke bevolking leidt tot een toegenomen vraag naar goederen en diensten, wat resulteert in meer leveringen en vrachtverkeer. De gevolgen daarvan zijn bekend: verkeersopstoppingen, langere levertijden, hogere operationele kosten, slechtere luchtkwaliteit in en rond stedelijke kernen en een ruimtegebrek voor efficiënte laad- en losprocedures.
“Het maakt van steden drijvende krachten voor zero-emissielogistiek”, stelt Roel Gevaers, professor transporteconomie en e-commerce aan de Universiteit Antwerpen en voorzitter van de Vlaamse VIAVIA-taskforce voor duurzame stadslogistiek. Hij deed zijn uitspraak op een evenement van VIL, het innovatieplatform voor de logistieke sector in Vlaanderen. Bovengenoemde problemen worden vaak in één adem genoemd met e-commerce, dat voor de meeste emissies zou zorgen in de context van stedelijke distributie.
Niets is wat het lijkt
Die perceptie klopt niet volgens een onderzoek van de Universiteit Antwerpen uit 2021, waaraan ook professor Gevaers meewerkte. “Het aandeel van pakjes in de stedelijke logistiek bedraagt maar twintig procent”, vertelt hij. “Het transport en de leveringen van bouwmaterialen vormen veruit de grootste emissiegroep. Denk aan zware pallets, rolcontainers, transport van zware materialen, betonmixers, kraanwagens, enzovoort. Samen vormen die 35 procent van de logistieke stroom in steden. Bovendien liggen de emissies in de bouwlogistiek een stuk hoger.”
Professor Gevaers benadrukt dat voertuigen voor pakjes minder of geen technische beperkingen hebben om emissievrij te rijden. “Voor koeltransport, bijvoorbeeld, ligt dat anders”, weet hij. “Daar gaat al vijftien à dertig procent van het verbruik naar de koeling. In de bouwlogistiek hebben betonmixers een permanent vermogen nodig. Voor elke logistieke stroom is er vandaag wel zero-emissietechnologie beschikbaar, maar het spreekt voor zich dat de kostprijs daarvan voorlopig een drempel vormt voor bijvoorbeeld koeltransport of zwaar vrachtvervoer.”
Het belang van betrouwbare data
Ongeacht het type logistieke stroom houdt de ‘last mile delivery’ – het deel van de logistieke keten dat zichtbaar is voor de eindklant – zeventig à tachtig procent van de totale logistieke kosten in. “We hebben dus nood aan betrouwbare data waarmee steden aan de slag kunnen om duurzame stedelijke logistiek vorm te geven”, aldus de professor. “VIAVIA heeft vier pijlers: algemeen transport, gekoeld transport, pakjes en e-commerce, en bouw-, afval- en omgekeerde logistiek. Die vier samen vormen bijna de volledige logistieke stroom in steden, en per pijler is er vandaag zero-emissietechnologie voorhanden.”
Steden die op elke pijler inzetten, zijn dus goed op weg. “Maar alleen een stedelijk beleid is niet voldoende”, waarschuwt prof. Gevaers. “Het is minstens even belangrijk een ecosysteem uit te bouwen rond duurzame logistiek en dus ook belangrijke actoren uit het bedrijfsleven en het academische veld mee te hebben.” Zo ontstaat niet alleen meer bewustwording, maar komen ook meer praktijkvoorbeelden tot stand.
Proeftuinen voor fietslogistiek
In de marge van dat ecosysteem tussen steden, bedrijven en het academische veld krijgen heel wat projecten vorm, zoals Fietslogistiek XXL, een project van VIL in samenwerking met de Belgian Cycle Logistics Federation, de Universiteit Antwerpen en de AP Hogeschool Antwerpen. “Fietslogistiek zit in de lift en er ontstaat een heuse nichesector rond”, aldus projectleider Sven Geysels. “Denk aan leveringen aan de kleine stedelijke filialen van supermarkten en webshops die in stadskernen leveren. Je ziet almaar meer samenwerking tussen de klassieke logistieke bedrijven en de fietslogistiek.”
Stedelijke hubs ontpoppen zich daarbij tot proeftuinen. Nieuwe logistieke oplossingen vinden als eerste ingang, zoals korte logistieke ketens en servicelogistiek in bepaalde sectoren. Bovendien blijven de technologische ontwikkelingen bij cargofietsen aanhouden. Zo is het vandaag mogelijk gekoeld transport uit te voeren of pallets en grotere volumes te vervoeren. “Vanuit het bedrijfsleven krijgen we veel vragen over de praktische en economische haalbaarheid van fietslogistiek”, zegt Sven Geysels. “Door samen te werken met pioniersbedrijven als DPD, Coca-Cola, DHL en Colruyt, tillen we fietslogistiek naar een hoger niveau.”
Total cost of ownership
Ook Sven Geysels benadrukt het belang van data voor duurzame stedelijke logistiek. Hij verwijst naar het Logibat-project, waaraan 31 bedrijven deelnamen en dat steun kreeg van VLAIO, het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen. Het doel bestond erin na te gaan welke rol elektrische vrachtwagens konden spelen in het koolstofvrij maken van het wegvervoer. In dat kader lanceerde VIL vorig jaar een tool waarmee bedrijven de ‘total cost of ownership’ (TCO) van een elektrische vrachtwagen kunnen berekenen, rekening houdend met alle relevante operationele en financiële parameters.
“Intussen simuleren bedrijven met de tool de TCO voor verschillende types toepassingen: stedelijke logistiek, regionaal transport, shuttletransport, transport voor de bouwsector en lange afstanden. Naast de TCO berekenen ze met de tool ook exact hoeveel CO2-uitstoot ze besparen door van elektrisch transport gebruik te maken”, aldus Sven Geysels.
Mechelen als een van de koplopers
Dat steden voortrekkers zijn op het vlak van duurzame logistiek, bewijst het voorbeeld van Mechelen. De stad stelde een convenant op waarmee ze tegen 2030 de binnenstad zoveel mogelijk emissievrij beleverd wil zien. In september 2020 ondertekenden 29 handelaars, belangenorganisaties en logistieke spelers daarvoor het Convenant Duurzame Stedelijke Logistiek. Tot de ondertekenaars uit het bedrijfsleven behoren onder meer Ninatrans, GLS, Bpost en Telenet. Ondertussen telt het convenant al meer dan veertig handtekeningen.
“Een stad leefbaar en duurzaam maken voor zowel inwoners, werknemers, toeristen als bezoekers en er tegelijk voor zorgen dat de stad bereikbaar blijft, is moeilijk, maar noodzakelijk”, meent Veerle De Meyer, projectcoördinator Mobiliteit bij de stad Mechelen. “Meer duurzame en efficiënte logistiek draait niet alleen om elektrische voertuigen, er moet ook een reductie zijn van het aantal transportbewegingen en van het aantal afgelegde kilometers.” De stad Mechelen hanteert daarvoor het principe van de vier V’s: verminderen (bundelen), verschuiven (van bestelwagen naar cargofiets), verschonen (emissievrij) en verbinden van alle stakeholders.
Stedelijk cargotransport van de toekomst
Mechelen zet onder andere sterk in op transport met cargofietsen. “Uit onderzoek blijkt dat 32 procent van de leveringen met een cargofiets kunnen worden uitgevoerd, terwijl we in Mechelen aan slechts drie procent zitten”, vertelt Veerle De Meyer.
Een centraal gelegen ‘microhub’ vormde een eerste belangrijke stap in de consolidatie van alle logistieke in- en uitstromen. Postbodes en koeriers komen er in de loop van hun ronde hun fiets aanvullen. Ze centraliseren er ook de met een elektrische wagen opgehaalde retourpakjes om ze naar het Mechelse Mail Center buiten de stad te brengen.
Enkele jaren geleden begon Mechelen ook met een project waarbij zogenaamde ecokoeriers leveren vanuit een nieuwe cityhub die de stad speciaal voor cargofietsen inrichtte. De hub maakt een verdere consolidatie van pakket- en goederenstromen mogelijk, ook voor derden, en vormt een aanvulling op de Mechelse ecozone van Bpost: een zone waarin postbodes en koeriers enkel elektrische voertuigen of (cargo)fietsen gebruiken en die ook 57 ophaalpunten omvat (pakjesautomaten, pakjes- en postpunten en een postkantoor).
De cityhub betekent een nieuwe belangrijke stap richting honderd procent duurzame stedelijke logistiek. “De stad geeft ook financiële steun aan ondernemingen die hun bestelwagen inruilen voor een cargofiets. Een veertigtal ondernemingen maakten daar al gebruik van.”
FF
Inloggen/registreren
Om deze content te lezen, moet u zich inloggen.
Log in of registeer nu via onderstaande knop en krijg toegang tot deze inhoud.