Onze industrie slachtoffer van complexe regelgeving?
Audit- en adviesbureau Deloitte heeft een scorekaart ontwikkeld die inzicht biedt in de concurrentiekracht van de Europese industrie. Die analyse brengt niet alleen de huidige situatie in kaart, maar benadrukt ook zowel de uitdagingen als de kansen voor de sector.
Bijna één op de drie Europese bedrijven (32%) ziet regelgeving als een belangrijke belemmering voor langetermijninvesteringen, zo blijkt uit een recent onderzoek van Deloitte. Het onderzoek is gepresenteerd in de vorm van een scorekaart die een overzicht biedt van verschillende prioriteitsgebieden. Daaruit blijkt dat de complexiteit van de Europese industrie aanzienlijke uitdagingen met zich meebrengt, iets wat ook in België zichtbaar is. De scorekaart is bedoeld om transparantie te bevorderen en feitelijke inzichten te bieden in zowel de concurrentiepositie van de Europese industrie als de impact van aankomende beleidsmaatregelen. Een andere opvallende conclusie uit het onderzoek is dat de vergunningsprocedures voor industriële projecten in de EU het langst duren, met doorlooptijden voor grote projecten tot wel negen jaar, ongeveer anderhalve tot twee keer langer dan het gemiddelde in de VS. Ter vergelijking: China hanteert een gestroomlijnd proces dat vaak drie tot vijf keer sneller is dan in de EU, waarbij vergunningen voor prioritaire sectoren binnen enkele maanden worden afgehandeld. Het onderzoek belicht daarnaast ook de sterke punten en mogelijkheden voor verbetering in Europa, wat van cruciaal belang is in een tijd waarin industrieën met aanzienlijke uitdagingen kampen.
Europese en Belgische industrie in perfecte storm
De industriële productie in de EU is de afgelopen twee jaar met meer dan 10% gedaald en de netto-invoer van energie-intensieve producten is de afgelopen jaren binnen de EU gestegen. In de staalindustrie is de EU bijvoorbeeld in een decennium veranderd van een netto-exporteur naar een netto-importeur. Met een daling van 12,7% van de industriële productie in de afgelopen 2 jaar is de daling in België nog groter. In de Belgische chemische industrie ligt de benutting van de productiecapaciteit momenteel rond de 70%, wat aanzienlijk lager is dan de historische trend.
“Bedrijven in België zijn al een tijdje aan het trappelen om het hoofd boven water te houden”, zegt Rolf Driesen, CEO van Deloitte België. “Als we er niet in slagen een sterke maakindustrie in België en Europa te behouden, lopen we het risico onze economische fundamenten uit te hollen en ons concurrentievoordeel op het wereldtoneel te verliezen. Het vertrek van grote spelers in de industrie zou niet alleen tot banenverlies leiden, maar zou ook hele supply chains en kleinere bedrijven die afhankelijk zijn van deze grotere bedrijven ontwrichten.” De CEO benadrukt dat er actie nodig is. En net omdat gerichte actie data vereist, heeft Deloitte zijn scorekaart ontwikkeld. Die moet bedrijven de nodige inzichten en kennis bieden om industriële complexiteit te doorgronden, erop te anticiperen en er effectief mee om te gaan, met oog voor zowel uitdagingen als kansen.
De scorekaart illustreert de perfecte storm waarmee de industrie wordt geconfronteerd en de impact van hoge energieprijzen en energieafhankelijkheid. Frederik Debrabander, industry leader Energy, Resources & Industrials bij Deloitte, stelt: "De recente waarschuwing van Essenscia, de federatie van de chemische industrie, over de mogelijke verdubbeling van de tarieven voor het hoogspanningsnet van Elia onderstreept de kritieke uitdagingen waarmee Belgische bedrijven op dit vlak worden geconfronteerd in een tijd waarin de elektriciteitsprijzen voor industriële gebruikers in Europa gemiddeld twee tot drie keer hoger zijn dan in de VS en twee keer zo hoog als in China. Voor aardgas betaalt Europa zelfs vier tot vijf keer zoveel als de VS. De EU is ook sterk afhankelijk van de invoer van energie: 63% van de Europese energie komt uit het buitenland. China heeft een aanzienlijk lagere afhankelijkheid van 21%, terwijl de VS al vijf jaar een netto-exporteur van energie is, met een exportoverschot van 7,5%. Bovendien brengt de overgang naar meer hernieuwbare energiebronnen extra uitdagingen en onzekerheden met zich mee. Niet in de laatste plaats de afhankelijkheid van niet-EU-bronnen voor essentiële kritieke grondstoffen. Zo komt 98% van de zeldzame aardmetalen in de EU uit China. Bedrijven moeten een evenwicht vinden tussen de behoefte aan groenere energieopties en de realiteit van kosten en beschikbaarheid. Het is belangrijk dat zij tijdens die transitie ondersteuning krijgen.”
Sterke punten van Europa benutten
Ondanks de uitdagingen benadrukt Deloitte dat de EU over aanzienlijke sterke punten beschikt die een stevige uitgangspositie bieden voor toekomstige groei en concurrentievermogen op het wereldtoneel. Vooral op het gebied van innovatie in groene technologieën loopt de EU voorop, met 18 miljard euro aan durfkapitaal dat tegen 2023 werd opgehaald, vergeleken met slechts 12 miljard euro in de VS. Daarnaast heeft de EU met 29% een aanzienlijk hoger aandeel hernieuwbare energie in haar energiemix dan de VS (19%) en China (13%). De EU loopt ook voorop wat betreft de emissie-intensiteit van haar industriële producten, zo liggen de emissies in de Europese staalproductie 13% lager dan die in de VS en China, terwijl de emissies in de aluminiumproductie zelfs 50% lager liggen dan in de VS en 66% lager dan in China. Daarnaast scoort de EU opvallend goed op het gebied van plasticrecycling, met een recyclepercentage dat bijna drie keer hoger ligt dan dat van de VS.
“België beschikt over sterke industriële ecosystemen, zoals de chemische sector in Antwerpen, de biotechnologiecluster in Charleroi, de tech communities rond Imec in Leuven, de tech start-up hubs in Gent en Luik, en het cybersecurity center in Redu rond het Euro Space Center, om er maar enkele te noemen”, licht Rolf Driesen toe. “Zij zijn essentieel voor de werkgelegenheid en creëren innovatiekracht. Dat is cruciaal, want technologische vooruitgang biedt kansen. Generatieve AI kan bijvoorbeeld helpen de productiviteit in België te verhogen zonder dat er extra werkuren nodig zijn. Door werkprocessen te optimaliseren en de toegevoegde waarde per gewerkt uur te verhogen, kunnen bedrijven in Europa concurrerend blijven met die in de VS en China.”
Volgens de CEO zal het dan ook nodig zijn nieuwe technologieën te omarmen om op mondiaal niveau relevant te blijven. “Om dat te bereiken heeft Europa ook een rol te spelen”, besluit hij. “Het moet zijn structurele uitdagingen aanpakken om kapitaal aan te trekken en onnodige beperkende regelgeving rond R&D vermijden. Dat is hard nodig: de R&D-investeringen in de EU blijven achter: energie-intensieve industrieën geven 19,2 miljard euro uit aan R&D, slechts 85% van het Amerikaanse niveau en slechts 6% hoger dan China, dat op weg is om de EU binnenkort te overtreffen.”