Mobiel lab brengt Industry 4.0 naar de werkvloer
Bedrijven in de maakindustrie kunnen voortaan terecht in het Make Lab, een mobiel onderzoekslaboratorium waar bedrijven kunnen proeven van nieuwe technologieën en van de samenwerking tussen mens en robot. Ze kunnen er uittesten hoe een robot zij aan zij met een mens werkt, ontdekken wat de meerwaarde van virtual en augmented reality is in een productie-omgeving, hoe een slimme werkpost eruit kan zien en meten of een taak al dan niet te zwaar is.
Het lab maakt deel uit van een groot infrastructuurproject van Flanders Make. Daarbij wordt tussen 2016 en 2018 vijf miljoen euro geïnvesteerd in een living lab-infrastructuur die bedrijven via co-creatie helpt nieuwe producten sneller op de markt te brengen en kennisversterking door samenwerking aanmoedigt. Dat zowel grote als kleine bedrijven er in een realistische werkvloeromgeving zaken kunnen uitproberen zonder zelf grote investeringen te doen, moet de stap naar het Make Lab klein maken. Daarna kunnen bedrijven in-huis met technologieën aan de slag waarvan de meerwaarde voor hun bedrijf al bewezen is. Het Make Lab wil op die manier innovatie in de maakindustrie stimuleren.
Bedrijven die nauw met Flanders Make samenwerken in het Make Lab zijn o.a. Atlas Copco en Niko Group. Voor Atlas Copco zal een collaboratieve robot, of cobot, samen met een operator een kleine compressor van hen assembleren. Digitale werkinstructies en augmented reality worden aangewend om de operator te ondersteunen en de correcte uitvoering op te volgen.
Voor Niko Group, fabrikant van schakelmateriaal en stopcontacten, vormt het Make Lab een proeftuin voor een project over hoe een robot sneller nieuwe taken kan leren zodat automatisering ook rendabel wordt voor kleine series.