Logistiek de klok rond?
VIL onderzoekt potentieel van Warehouse 24/7-concept
Vlaanderen is een logistieke topregio. Alleen jammer van de files. Naast de gekende ‘modal shift’ kan een ‘time shift’ de congestie verlichten. Maar bedrijven die al met 24-uurslogistiek aan de slag zijn, weten dat zo’n omschakeling niet evident is. Binnen het onderzoeksproject Warehouse 24/7 legde VIL de kritische succesfactoren van het concept bloot. Aansluitend werd een stappenplan ontwikkeld om bedrijven te helpen bij de kosten-batenanalyse van hun eigen Warehouse 24/7. Katoen Natie en Ninatrans gingen er alvast mee aan de slag.
Dat de congestie op de wegen Vlaanderen ernstig parten speelt, wordt door meerdere rapporten en studies bevestigd. Zo verschijnen in een recent INRIX-rapport twee Belgische steden – Antwerpen op de derde plaats en Brussel op de vijfde plaats – in de weinig benijdenswaardige top 5 van de meest congestievolle steden in Europa.
Feit is dat 24/7-uurslogistiek de druk op de congestieketel kan verminderen. Naast de maatschappelijke voordelen zijn er ook verschillende bedrijfsgebonden voordelen, zoals een mogelijke verbreding van de dienstverlening (capaciteitsuitbreiding) en besparingen.
Uitdagingen onderweg
Maar als de voordelen zo groot zijn, waarom zijn dan niet al veel meer warehouses 24/7 open? Dat wordt meteen duidelijk als we VIL’s overzicht van de succesfactoren voor een geslaagd 24/7-concept erbij nemen (zie figuur 1).
Het aantrekken van personeel voor nachtwerk is bijvoorbeeld een grote uitdaging. De bereidheid tot nachtwerk is ook sterk afhankelijk van het type job. In jobs waar minder kwalificaties nodig zijn, is men opvallend vaker bereid om ’s nachts te werken. Is er meer kennis en opleiding nodig, dan kan bijvoorbeeld op afstand werken de drempel verlagen. Dat vraagt natuurlijk wel investeringen in ondersteunende technologieën, zoals slimme camera’s en sensoren. Het verminderen van de afhankelijkheid van personeel waar mogelijk is natuurlijk ook een oplossing. Zo kunnen we overwegen om repetitieve laad- en lostaken ’s nachts te automatiseren.
Aangezien de sociale controle ’s nachts aanzienlijk lager ligt, speelt extra aandacht voor veiligheid en beveiliging van personeel en materieel uiteraard een belangrijke rol. Ook hier kunnen innovatieve technologieën helpen om een oogje in het zeil te houden. Denken we maar aan cameradetectie (al dan niet via drones), slimme toegangscontrole en elektronische neuzen om calamiteiten te detecteren.
Het spreekt voor zich dat ook de overheid stakeholder is in dit verhaal. Door gerichte maatregelen te nemen, kunnen overheden de time shift aanmoedigen. Denken we maar aan een aangepaste arbeidswetgeving voor verladers en ontvangers van goederen waar nachtarbeid nu in principe nog verboden is. Verder kunnen financiële stimuli en een slimme kilometerheffing om stromen te sturen een duwtje richting nachttransporten geven. Om nachtelijke overlast tegen te gaan, kunnen elektrische of hybride voertuigen en het gebruik van geluiddempend materiaal tijdens het laden en lossen helpen.
Belangrijk om te onthouden is dat een effectief 24/7-concept vaak een ketenverhaal is. Daarbij zitten de kosten en baten helaas niet altijd op dezelfde plaats. Ook dat kan ervoor zorgen dat initiatieven in die richting niet de verhoopte resultaten opleveren. Om barrières weg te werken, kunnen we bijvoorbeeld overwegen data op een overkoepelend dataplatform te zetten dat meerdere partijen kunnen raadplegen. Ook hier zullen efficiënte technologische oplossingen een rol spelen. Denken we maar aan de blockchain met slimme contracttechnologie om bij te houden wie wat heeft geïnvesteerd en ontvangen.
Stappenplan naar 24-uurslogistiek
In het kader van het project werkte VIL samen met logistiek adviesbureau Logflow een gids en bijhorende Excel-handleiding uit. Die moet bedrijven helpen om kritisch naar de eigen operaties te kijken en een aantal mogelijke scenario’s uit te werken. Zo kan per situatie worden bepaald welke waarde voor de stakeholders kan worden gecreëerd.
Stap 1: de as-is-situatie in kaart brengen
De operaties in kaart brengen is de basis. Door de goederenstromen te visualiseren, worden meteen ook de afstanden duidelijk die de stromen afleggen. Daarna wordt per activiteit het aantal FTE’s (full time equivalents) begroot. Als het om bestaande operaties gaat, kun je de loonlijst als basis nemen. Gaat het om nieuwe activiteiten, dan vormt de goederenstroom het uitgangspunt. Aan elke stroom worden dan een aantal parameters, zoals de afstand en de intensiteit, gekoppeld. Dat maakt het mogelijk de nodige tijd voor elke activiteit in termen van FTE’s te begroten.
Stap 2: mogelijke 24/7-scenario’s definiëren
In een tweede fase wordt bekeken hoe de nachtoperaties kunnen worden opgezet. Daarbij wordt bepaald welke activiteiten tijdens de nacht kunnen worden georganiseerd. Vervolgens wordt bestudeerd hoe en onder welke voorwaarden dat kan worden gerealiseerd. Ook de nodige bijkomende investeringen komen hier in het vizier.
Stap 3: de voor- en nadelen per stakeholder identificeren
Welke stakeholders zijn er en welke voordelen kunnen zij uit het 24/7-concept halen? Dat wordt in deze fase opgelijst. Ook de mogelijke nadelen zullen hier aan het licht komen. Zo wordt bepaald welke gevolgen de 24/7-operaties hebben op het vlak van capaciteit, efficiëntie en dienstverlening.
Stap 4: business case voor relevante scenario’s opstellen
Op basis van de resultaten uit de vorige stap, wordt een reeks mogelijke scenario’s uitgewerkt. Om te bepalen welk scenario het meest interessant is, zet je de operationele kosten en de investeringskosten af tegen de geïdentificeerde baten, zowel binnen de eigen organisatie als bij de andere stakeholders. De uitkomst kan dan dienen als leidraad voor verder overleg met de stakeholders en om de business case uit te werken.
Het Warehouse 24/7-concept in de praktijk
Tijdens het project gingen Katoen Natie en Ninatrans alvast met het stappenplan aan de slag. Ninatrans bekeek of het mogelijk was een deel van het bestaande magazijn in de stadsrand van Mechelen om te vormen tot een stadsdistributiecentrum met 24/7-operaties.
Bij Katoen Natie lag de focus op de breakbulk importactiviteiten. De business unit Port Operations van Katoen Natie in de Antwerpse haven verzorgt onder andere het laden, lossen en opslaan van breakbulklading (vooral staalproducten als rollen of platen), containers en projectcargo (zoals onderdelen van bouwprojecten en bruggen). Met het stappenplan wilde de onderneming nagaan welke waarde het 24/7-concept voor hen kan hebben.
Ken Leemans, projectmanager Port Operations bij Katoen Natie, belichtte tijdens de presentatie van de onderzoeksresultaten hoe de organisatie de mogelijkheden en uitdagingen in kaart bracht. “Misschien hebben wij een minder typische achtergrond om in dit project mee te stappen, maar toch worden ook wij sterk door de problematiek geaffecteerd”, zegt hij. “Dagelijks stuurt het bedrijf vlot 150 à 200 trucks de baan op. Onze bottleneck zit met name aan de waterzijde. De capaciteit voor het laden en lossen van zee- en binnenschepen wordt immers gelimiteerd door het beperkte aantal ligplaatsen en het aantal mobiele kranen. We hebben ook te kampen met een enorme piekbelasting. Dat leidt tot wachttijden en efficiëntieverlies in het proces. Bovendien is het maritieme ecosysteem een complex veld met vele actoren en vaak tegenstrijdige belangen. In die context beschouwen we het als onze taak om erover na te denken hoe de capaciteit en de efficiëntie kunnen toenemen.”
Stapsgewijs naar betere inzichten
Zoals het stappenplan het voorschrijft, bracht Katoen Natie Port Operations eerst de relevante breakbulkstromen (zowel in- als outbound) in kaart. Die werden gemapt op de huidige plattegrond. Zo kreeg Katoen Natie een beeld van de activiteiten die zich op en rond de in- en outbound van breakbulk afspelen. Vervolgens werd bekeken welke operatoren betrokken zijn bij welke port operations activiteiten. De activiteiten werden daarbij zoveel mogelijk uitgesplitst in deelactiviteiten om een optimaal zicht op de mogelijkheden te krijgen.
Op basis van de analyses kwamen een viertal mogelijke scenario’s naar voren. De ‘full night shift’, waarbij alle in- en outboundactiviteiten naar de nacht zouden worden verschoven, werd algauw als niet haalbaar beschouwd. Dat komt vooral omdat de inboundoperaties erg arbeidsintensief zijn, wat zou leiden tot hoge extra kosten door de nachttoeslagen.
Logischer was het om een beperkt aantal activiteiten naar de nacht door te schuiven, met focus op de outbound. Uiteraard zijn de opportuniteiten het grootst wanneer de dagcapaciteit volledig wordt benut. Na de analyse van de verschillende scenario’s, bleek vooral een verschuiving van het laden van binnenschepen naar de nacht perspectieven te bieden. De vier beschikbare mobiele kranen worden immers ingezet voor het lossen van zeeschepen én het laden van binnenschepen. Dan moet er vaak een keuze worden gemaakt welke behandeling prioriteit krijgt. Door ’s nachts binnenschepen te laden, is het mogelijk die beperking in capaciteit op te vangen. Voorwaarde daarbij is natuurlijk wel dat havenarbeid structureel kan worden ingezet in een nachtregime.
Voor dit scenario werd vervolgens de kosten-/batenanalyse opgemaakt (zie figuur 2). Daaruit bleek dat dit scenario voor Katoen Natie wel degelijk interessant kan zijn.
“Op bedrijfsniveau heeft het stappenplan ons zeker waardevolle inzichten gebracht”, aldus Ken Leemans. “Het liet ons toe de operaties fijnmazig te analyseren, een cijfermatige abstractie van onze complexe realiteit te maken en onze processen in vraag te stellen. Als ‘24/7-readiness-test’ kan ik de tool dan ook aanbevelen. Vorig jaar in de zomer was er ook al een Proof of Concept toen er een capaciteitstekort optrad. Dat heeft ook aangetoond dat die nieuwe manier van werken haalbaar is.”
Binnen het bestaande kader was het evenwel niet mogelijk om er al verder mee te gaan. “Het project is als het ware aan onze voordeur gestopt”, vervolgt Ken Leemans. “Nu moeten we dat ook in de rest van de keten introduceren. Zo’n project heeft immers enkel kans op slagen als ook alle andere betrokken partijen in de keten de voordelen zien. Helaas merken we dat er vandaag nog heel vaak vanuit problemen en minder proactief vanuit oplossingen wordt gereageerd. Bovendien is het binnen het bestaande wettelijke kader nog niet mogelijk om in het havengebeuren zomaar met shiften te gaan schuiven. Kortom, de business case is één zaak, nu komt het er op aan als facilitator bij alle stakeholders voldoende draagvlak te creëren om de volgende stap te kunnen zetten.”