Impact van turbulente tijden op logistieke omgevingen
Aanbieders van magazijnoplossingen over de uiterst uitdagende markt
De coronapandemie dwong magazijnen om zeer snel te gaan schakelen. Nu komt daar nog de impact van het conflict tussen Rusland en Oekraïne en de energiecrisis bij. Aanbieders van magazijnoplossingen zetten alle zeilen bij om ervoor te zorgen dat bedrijven efficiënt kunnen blijven werken in deze moeilijke omstandigheden. Tijdens een rondetafelgesprek brachten we verschillende aanbieders uit de sector samen om de ontwikkelingen en hun antwoord daarop te toe te lichten.
Aan onze tafel staken acht specialisten in uiteenlopende deelgebieden de koppen bij elkaar: Werner De Swaef (Knapp), Stijn Kusseneers (Still), Patrick Smets (SAP), Sam Swerts (DDD Technics), Laurent Uvo (UVOTec), Eric Vandenbussche (Logflow), Wim Van Loo (Generix) en Christophe Willems (Eutronix).
Coronapandemie als automatiseringsversneller
VCM: Laten we teruggaan naar 2,5 jaar geleden, toen de coronapandemie uitbrak. In welke mate heeft die jullie business veranderd?
Laurent Uvo: “Bij UVOTec zagen we de aanvragen vrijwel meteen de hoogte ingaan. Tijdens de pandemie mocht je immers niet meer met twee samen in een kleine ruimte werken. Met meerdere personen een vrachtwagen met niet-gepalletiseerde goederen lossen, werd dus een probleem. Bedrijven gingen toen naarstig op zoek naar oplossingen om met minder mensen hetzelfde werk te doen. En die vraag is blijven stijgen, zelfs toen het virus zich geleidelijk aan terugtrok. Dat geldt zowel voor de kleine logistieke bedrijven als de grote multinationals.”
Christophe Willems: “Doordat e-commerce een hoge vlucht nam, hebben toen ook veel bedrijven hun palletiseer- en pickingprocessen herbekeken. Ze moesten immers meer kleine pakketjes naar veel meer adressen versturen. Vaak hadden ze dan ook andere hardware nodig om die processen te ondersteunen. Zo kwam er opvallend meer vraag naar draagbare toestellen.”
Sam Swerts: “Verder gingen heel wat bedrijven op zoek naar compacte systemen, zodat er niet te veel verplaatsingen in het magazijn moesten plaatsvinden. En ze gingen extra buffervoorraad aanhouden als antwoord op de verstoringen in de keten. Dat heeft de vraag naar compacte opslagsystemen aangezwengeld. Ik denk dat we bij DDD Technics nooit zoveel liftsystemen hebben verkocht als in het eerste coronajaar.”
VCM: In feite was de coronapandemie voor velen van jullie dus geen slechte zaak?
Eric Vandenbussche: “Wij hebben in maart toch heel wat telefoons gekregen van bedrijven die hun projecten ‘on hold’ wilden zetten. Dat zorgde wel voor een paniekmoment, maar uiteindelijk kwam het herstel sneller dan verwacht. Sommige projecten gingen weliswaar niet meer door, maar werden vervangen door andere. Dat maakt dat we de voorbije twee jaar toch nog steeds een groei van 25 procent hebben kunnen optekenen.”
Werner De Swaef: “In 2019 was de markt in feite oververhit. Leveranciers van automatiseringsoplossingen kwamen handen te kort en de levertermijnen waren lang. Toen het virus toesloeg, waren onze medewerkers wereldwijd dan ook heel druk bezig. Voor ons was het ook even naar adem happen toen het virus heel wat markten trof. Gelukkig zijn we in verschillende geografische markten actief, wat de impact temperde. Desondanks hebben we in de zomer van 2020 een dipje gekend, maar in september zagen we de grote orders al opnieuw binnenkomen. Voor bedrijven die daar nog niet zo mee bezig waren, was dat natuurlijk ook het moment om in e-commerceoplossingen te gaan investeren.”
VCM: De coronapandemie was meteen ook de aanloop naar gestage kostenstijgingen. Maar sinds het conflict in Rusland en Oekraïne swingen de prijzen van grondstoffen en energie pas echt de pan uit. In welke zin heeft dat de vraag naar magazijnoplossingen beïnvloed?
E. Vandenbussche: “De impact van die felle prijsstijgingen is hoger dan de coronapandemie. Zeker kmo’s krijgen nu rake klappen. Zelfs de traditioneel stabiele voedingssector blijft niet gespaard. Door de grote onzekerheid worden opvallend meer beslissingen uitgesteld. Niet zelden bekijken bedrijven of het mogelijk is deze moeilijke periode te overbruggen met outsourcing. Zo kunnen ze toch hun operaties blijven runnen, zonder meteen heel grote investeringen te moeten doen.”
W. De Swaef: “Bij ons gaan de grote projecten wel nog gewoon door, maar het is natuurlijk wel zo dat wij later dan een partij als Logflow in het implementatietraject verschijnen. Het is best mogelijk dat ook wij binnen afzienbare tijd de gevolgen zullen voelen. We merken wel dat bedrijven hun projecten meer faseren. Terwijl ze hun projecten vroeger meestal in twee fasen opsplitsten, doorlopen ze nu vaak vier of vijf fasen. Schaalbaarheid is in deze erg belangrijk geworden.”
Impact op logistieke software
VCM: Voor de softwareaanbieders aan tafel: in welke mate beïnvloeden de evoluties van de voorbije jaren de vraag naar jullie oplossingen?
Wim Van Loo: “Bedrijven kregen duidelijk meer oog voor de ROI (return on investment). In sectoren als de retail en groothandel zagen we de vraag naar business consultancy en software om de operaties efficiënter aan te pakken stijgen. Door de aanhoudende disrupties begonnen ook steeds meer bedrijven te beseffen dat Excels een rem zetten op je wendbaarheid. Inzichten op maand- of weekbasis volstaan niet langer. Steeds meer organisaties zien het belang in van software die realtime transparantie biedt.”
Patrick Smets: “Klopt. Zo is er vandaag heel veel vraag naar transport management systemen om meer controle op de transporten te krijgen. In lijn daarmee hebben ook supply chain planningsoplossingen die toelaten flexibel te plannen en betere beslissingen te nemen, aan populariteit gewonnen.”
VCM: We mogen aannemen dat ook schaalbaarheid op het vlak van IT steeds belangrijker wordt?
W. Van Loo: “Inderdaad. Bedrijven starten nu heel vaak met de basis en koppelen daar gaandeweg modules aan. Met een SaaS-oplossing lukt dat tegenwoordig ook veel vlotter dan wanneer je ‘on premise’ zaken moet toevoegen. Bedrijven kunnen ook geen maanden meer wachten tot de functionaliteit die ze op dat moment nodig hebben, is toegevoegd. ”
Het magazijn als belangrijk ontkoppelpunt
VCM: “Merken jullie ook een verandering in het type vragen dat binnenkomt.”
Stijn Kusseneers: “Toch wel. Voor de coronacrisis hadden we bij Still vooral grotere automatiseringsprojecten lopen. Toen het virus in omloop was, wilden bedrijven de menselijke bewegingen in het magazijn beperken. Daardoor kregen we opvallend meer vraag naar het automatiseren van eenvoudige transporten van a naar b. In productieomgevingen was er bijvoorbeeld een stormloop voor geautomatiseerde sleeptreintjes, die de producten naar de medewerkers aan de lijn brengen. Zo konden ze contact tussen de productiemedewerkers en logistieke operatoren vermijden. Tegelijk beperkten ze op die manier de impact van zieke medewerkers.”
P. Smets: “Tijdens de pandemie moest (bijna) iedereen plots thuiswerken. Al bij al bleek dat verbazingwekkend vlot te verlopen. Daardoor kwam de adoptie van cloudoplossingen in een stroomversnelling terecht. Als je vandaag een oplossing in de cloud voorstelt, stelt niemand zich daar nog vragen bij.”
W. Van Loo: “Soms krijgen we nog eens de vraag of het niet beter zou zijn om ‘on premise’ te werken, maar eigenlijk meer uit gewoonte. Dat SaaS-oplossingen nu vanzelfsprekend zijn geworden, heeft het Generix toch een stuk makkelijker gemaakt om SaaS-software aan de man te brengen.”
VCM: Bedrijven hebben de voorbije jaren heel wat keuzes moeten maken om overeind te blijven. Nieuwe oplossingen, andere structuren, … Hoe moeilijk is het voor organisaties om daarin hun weg te vinden?
E. Vandenbussche: “We moeten er geen doekjes om winden: eenvoudig is dat niet. De voorbije jaren is de automatiseringsgraad gestaag gestegen. Niet alleen de crisissituatie heeft daarmee te maken, maar ook het nijpende tekort aan arbeidskrachten en het gebrek aan ruimte, waardoor magazijnen steeds meer de hoogte ingaan. De intrede van technologie 4.0 heeft het ook voor kmo’s vergemakkelijkt om daarin mee te gaan. Ook voor logistiek dienstverleners biedt flexibele automatisering – met mobiele robots, bijvoorbeeld – steeds meer perspectieven. Daartegenover staat dat de complexiteit om alle oplossingen goed met elkaar te koppelen, toeneemt. Daarbij komen dan ook nog alle herlokaliseringshoofdbrekens die bedrijven vandaag hebben. Een magazijn wordt immers als een steeds belangrijker ontkoppelpunt in de keten beschouwd.”
S. Kusseneers: “In lijn met het stijgende belang van het magazijn merk je ook dat automatiseringsprojecten anders worden gefinancierd. Vroeger moest je voor een automatiseringsproject de nodige CAPEX (capital expenditures) op tafel leggen. Nu zie je dat bedrijven steeds vaker volledige projecten leasen, inclusief de software en zelfs het projectmanagement. Sinds kort verhuren we ook geautomatiseerde voertuigen aan bedrijven die al met onze automatiseringsoplossingen werken. Daarbij zetten we de stap naar ‘automatiseren als een service’. Dat benadrukt dat automatiseren vandaag eigenlijk heel gewoon is geworden.”
W. Van Loo: “Om terug te komen op de stijgende complexiteit: je merkt dat heel wat bedrijven ook om die reden hun activiteiten gaan outsourcen aan geavanceerde logistiek dienstverleners. Die kunnen hen niet alleen met hun logistiek helpen, maar hebben ook de nodige tools in huis om hen meer visibiliteit te bieden.”
Artificiële intelligentie wordt onzichtbare kracht
VCM: In welke mate kunnen zaken als artificiële intelligentie helpen om onze logistieke activiteiten – op een nog eenvoudiger manier – te optimaliseren?
W. Van Loo: “Ze kunnen ons leven zeker makkelijker maken. Zo kan AI helpen om betere voorspellingen te doen en zo meer proactief beslissingen te nemen. Doordat oplossingen steeds beter worden geïntegreerd, heb je ook geen tig dashboards meer nodig om zicht op de voorraden te krijgen, bijvoorbeeld. Achter de schermen helpen nieuwe technologieën om oplossingen meer ‘error proof’ te maken. Zo kunnen ze er medewerkers op wijzen dat ze niet de pallet, maar de locatie moeten scannen. Maar doorgaans koop je geen AI op zich. Zulke technologieën worden steeds meer in oplossingen verweven, vaak zonder dat de gebruiker zich daar goed en wel van bewust is.”
S. Kusseneers: “Klopt. Voor ons is de volgende stap de evolutie naar autonome toestellen. Nu wordt al ons geautomatiseerde transport nog centraal aangestuurd, maar dankzij gesofisticeerde software en visiecamera’s zullen onze voertuigen in de toekomst autonoom rijden. Dan zijn ze niet alleen makkelijker te implementeren – doordat er geen reflectoren meer nodig zijn, bijvoorbeeld – ze zullen ook de verkeersregels in het magazijn kennen, vaste obstakels van voetgangers kunnen onderscheiden, enzovoort. We streven er ook naar om onze geautomatiseerde vloot steeds sneller te implementeren. Dat zijn zaken waar de gebruiker van profiteert, zonder dat hij het beseft. Daarnaast verwacht ik dat er dankzij 5G steeds vlotter grote hoeveelheden data getransfereerd gaan kunnen worden. Ook dat creëert perspectieven. Als we nu tien toestellen met 3D-camera’s zouden laten rondrijden en die moeten allemaal via een 2,4 GHz-netwerk met je systeem communiceren, dan krijg je gegarandeerd problemen.”
VCM: Binnen al dat automatiseringsgeweld mogen we uiteraard de medewerkers niet vergeten. Zoals al aangehaald worden ze schaars en wellicht zullen zij nog niet meteen door geautomatiseerde systemen kunnen worden vervangen.
C. Willems: “Daar ben ik het helemaal mee eens. Bij de systemen die wij met Eutronix aanbieden, blijft de mens erg belangrijk. Sterker nog, als de mensen niet mee willen en/of als een systeem niet voldoende gebruikersvriendelijk is, is dat gedoemd om te falen.”
L. Uvo: “Net daarom is het zo belangrijk dat de geautomatiseerde systemen waar nog mensen aan te pas komen, zo ergonomisch mogelijk zijn. Goede medewerkers zijn enorm kostbaar. Je wil niet dat zij naar een ander bedrijf vertrekken omdat ze daar ergonomischer en efficiënter kunnen werken. Wij merken duidelijk dat bedrijven daarover steeds meer gaan nadenken.”
E. Vandenbussche: “Daarnaast moeten we mensen klaarstomen voor het werk van de toekomst. Veel jobs zoals we ze nu kennen, zullen verdwijnen. Op zich is dat niet erg, niemand wil nog orderbakken van 25 kilogram sleuren, maar er zullen steeds meer technici nodig zijn die aan die geautomatiseerde systemen kunnen sleutelen. Ook aan mensen die kaas gegeten hebben van artificiële intelligentie zal er steeds meer nood zijn. Op dat vlak is er toch nog werk aan de winkel, te beginnen bij het onderwijs.”
P. Smets: “Tegelijk is het aan ons om voor oplossingen te zorgen die zo gebruikersvriendelijk mogelijk zijn, niet enkel op hardware-, maar ook op softwarevlak. Industrie 4.0 brengt een tsunami aan data met zich mee. Dan moet je als aanbieder voor eenvoudige oplossingen zorgen op basis waarvan medewerkers snel goede beslissingen kunnen nemen. Daarnaast werken we bij SAP sterk aan het connecteren van silo’s. Dan is het belangrijk dat ook de medewerkers nauwer gaan samenwerken en creatiever gaan nadenken. Ik meen dan ook dat HR voor heel grote uitdagingen staat om dat te realiseren.”
Kleinere kmo’s meekrijgen
VCM: Hoewel warehouseautomatisering ook voor kmo’s steeds toegankelijker wordt, zullen er wellicht toch bedrijven zijn die het moeilijk hebben om de snelle ontwikkelingen te volgen?
L. Uvo: “Om sterk te automatiseren, heb je natuurlijk geld nodig. Niet alle bedrijven hebben de nodige cashflow, de kennis en/of de ‘guts’ om daar in te investeren. Sommige heel gesofisticeerde oplossingen kosten zelfs meer dan een kmo waard is. Bij hen zal de focus dan toch in eerste instantie liggen op rechttoe rechtaan mechanisering die snel hun efficiëntie en ergonomie kan verbeteren.”
S. Swerts: “Dat probleem geldt vooral voor de kleinere kmo’s. Zij werken vaak nog met Excel. Om daar van af te raken, betekent voor die bedrijven al een disruptie op zich. Ook wij merken dat zij vaak starten met mechanisering. De stap naar echte automatisering en digitalisering verloopt doorgaans stroever. Ze hebben dikwijls ook nog de data niet die nodig zijn om een meer gesofisticeerd systeem te voeden. Je merkt dat veel van die bedrijven momenteel niet weten van welk hout pijlen te maken.”
E. Vandenbussche: “Het aanbod aan oplossingen is vandaag ook enorm. Grote bedrijven hebben het evenmin makkelijk om te weten welke systemen ze in huis moeten halen, maar zij kunnen de tijd en de middelen vrijmaken om dat uit te zoeken. Kleinere kmo’s zijn vooral druk bezig hun zaak draaiende te houden. Nochtans zitten ook zij vaak met de vraag: ‘What’s in it for me?’. We moeten ook hen naar een hoger niveau tillen, aangezien zij een belangrijke motor van onze economie zijn. Doen we dat niet, dan vrees ik dat de kloof met de grotere bedrijven nog groter zal worden. Bij Logflow gaan we nu trouwens een aparte divisie oprichten om ook die kleine kmo’s beter te wapenen voor de toekomst.”
W. De Swaef: “Veel aanbieders beseffen dat wel en maken hun systemen steeds toegankelijker. Zo hebben we bij Knapp naast onze ‘engineered solutions’ een reeks ‘off the shelf’, standaard en modulaire oplossingen ontwikkeld. Die zijn heel vlot implementeerbaar en kosten een pak minder. Ook voor grotere bedrijven bieden zij de mogelijkheid om deze financieel moeilijke periode te overbruggen. Maar daar kun je natuurlijk niet hetzelfde van verwachten als van een oplossing op maat. En natuurlijk moet je dan nog steeds zorgen dat je systemen niet los van elkaar gaan leven. Voor een kleinere kmo is het uiteraard niet makkelijk om die integratie goed voor mekaar te krijgen.”
S. Kusseneers: “Het lijkt me vooral belangrijk dat kmo’s het belang van automatisering en digitalisering beginnen in te zien. Dan is het aan ons om de horde – qua kosten en tijd – zo laag mogelijk te maken. Als antwoord daarop evolueren we bij Still ook steeds meer naar ‘configure to install’ in plaats van ‘engineer to install’.”
Intussen zijn er al heel wat trends en antwoorden daarop gepasseerd. Willen jullie onze lezers nog een laatste advies meegeven?
W. De Swaef: “Iedereen aan deze tafel zal wel beamen dat veel bedrijven in de huidige crisissituatie een meer afwachtende houding aannemen om nieuwe projecten te starten, omwille van de onzekerheid of in de hoop dat prijzen zullen zakken. Dat is begrijpelijk. Toch denk ik dat je moet doorpakken als je een bepaald strategisch voordeel wil creëren of behouden.”
S. Kusseneers: “Dat lijkt me inderdaad een goede afsluiter: ‘Never waste a good crisis’.”
TC
Deelnemede partners rondetafelgesprek
- Werner De Swaef, Sales Director Benelux bij Knapp, die als ‘Value Chain Tech Partner’ advies en geautomatiseerde totaaloplossingen aanbiedt, met bijvoorbeeld shuttle- en robotsystemen.
- Stijn Kusseneers, Consultant Intralogistic Solutions bij Still binnen de regio Central Europe & Nordics. Daarbinnen spitst hij zich toe op de mobiele automatiseringsoplossingen van de heftruck- en material handling specialist.
- Patrick Smets, Digital Supply Chain Advisor bij softwarespecialist SAP. De editie van SAP Digital Supply Chain Management voor SAP S/4HANA biedt modulaire cloudoplossingen voor supply chain, waaronder warehouse management.
- Sam Swerts, Software – Sales & Support bij DDD Technics, officiële dealer van Hänel-liften voor de geautomatiseerde opslag van kleine goederen. Het bedrijf staat eveneens in voor de integratie met bestaande software en systemen.
- Laurent Uvo, director bij UVOTec, leverancier van telescopische transportbanden, die helpen om niet-gepalletiseerde goederen efficiënt en ergonomisch te laden en te lossen;
- Eric Vandenbussche, CEO van het onafhankelijke consultancybureau Logflow, dat binnen uiteenlopende sectoren begeleiding biedt bij logistieke projecten van a tot z;
- Wim Van Loo, Country Manager Benelux bij Generix, aanbieder van Collaborative Supply Chain software, met geïntegreerde oplossingen voor supply chain execution, warehouse management en transport management in een SaaS-omgeving.
- Christophe Willems, Sales Manager bij Eutronix, aanbieder van hardware voor onder meer transport en logistiek. Hierbij denken we o.a. aan printers, scanners en andere mobiele toestellen.