Hot issues inzake douanereglementering
Europese douanewet, e-commerce en brexit
Op het douanecongres in Antwerpen bogen de economische operatoren en de douaneautoriteiten zich over de belangrijkste topics in het douanelandschap van vandaag. Wat zijn de gevolgen van de Europese wetgeving, één jaar na de invoering ervan? In hoeverre kunnen logistieke spelers een plaats verwerven in het e-commercegebeuren en hoe kan de douane dat faciliteren? En wat te denken van de gevolgen van de brexit, nu premier May gekozen heeft voor een ‘harde’ uittrede uit de EU?
Een technisch snufje maakte van deze derde editie een interactief gebeuren: via een online voting konden de 200 toeschouwers onmiddellijk hun standpunt over bepaalde onderwerpen bekend maken. De deelnemers – zo wees het stemkastje uit – waren voor de helft actief als logistiek dienstverlener. De andere helft was samengesteld uit de consultancysector, de industrie en de overheid.
Dezelfde stemming wees ook uit dat de invoering van de Europese douanewet (Union Customs Code), één jaar na datum, vooralsnog een beperkte impact had op het bedrijfsleven of hun IT-systemen. 34 % van de aanwezigen verwachtte dat de grote impact nog moest komen. Terecht, zo bleek uit de tussenkomst van Frank Janssens (verantwoordelijk voor de businessprocessen en het projectmanagement bij DG TAXUD van de Europese Commissie) en Daan De Vlieger (senior manager customs & global trade bij Deloitte): de Europese Commissie zat met zijn nieuwe wetgeving immers nog niet volledig op kruissnelheid.
Digitale horizon van de Europese douaneprocessen
Europa wil tegen 2020 alle douaneprocessen digitaliseren om op die manier tot een grotere integratie en harmonisatie te komen tussen douane en logistiek. Hiervoor werd reeds lang geleden een rigoureuze planning uitgedokterd onder de naam MASP (Multi-Annual Strategic Plan), maar de theorie en de praktijk… u kent het wel.
Frank Janssens was de eerste om toe te geven dat dit paperless doel waarschijnlijk niet zal worden gehaald voor alle processen, maar wel voor alle douaneaangiften. Die zijn over enkele jaren sowieso allemaal elektronisch.
Een belangrijke wijziging die dit jaar al werd doorgevoerd, is de vervanging van het papieren oorsprongscertificaat (waarmee goederen uit bepaalde landen aan lagere invoerrechten onderworpen zijn) door het zogenaamde UCC Registered Exporter System (REX), het elektronisch systeem voor erkende uitvoerders.
Dit jaar staat ook nog de UCC Customs Decisions op het programma, waardoor douanevergunningen niet langer nationaal, maar in meerdere EU-lidstaten van toepassing zullen zijn. Een open database, toegankelijk voor alle EU-douaneautoriteiten, zal dat behoorlijk vereenvoudigen.
Op de langere termijn (lees: najaar 2020) zal het ook mogelijk zijn dat de douanewaarborgen op Europees vlak kunnen worden beheerd (waardoor douaneaangevers die in meerdere lidstaten actief zijn, niet langer in elke lidstaat een borg moeten uitstellen). Tevens zal de bestaande douaneschuld online kunnen worden gemonitord en zal de potentiële douaneschuld via audits worden gemonitord.
Een andere belangrijke nieuwigheid waar Frank Janssens bijzonder opgetogen over was: het Enig Document wordt compatibel op wereldniveau en zal ook voor andere controles kunnen worden gebruikt, wat op zich weer een vereenvoudiging betekent.
“Digitalisering van de douane is noodzakelijk om efficiënt en effectief te kunnen inspelen op de toenemende internationale handel, om voorbereid te zijn op nieuwe veiligheids- en beveiligingsrisico’s en voor de integratie van de douanestroom in het geautomatiseerde businessproces van de handel en de industrie”, zo besloot hij nog.
Kunst- en vliegwerk
Daan De Vlieger plaatste enkele kanttekeningen tijdens zijn terugblik op één jaar UCC. De uitvoeringsbesluiten waren niet klaar en moesten na 1 mei 2016 (de datum van invoering) voortdurend worden aangepast en bijgeschaafd. In zoverre dat bepaalde toepassingen die niet veranderden, zelfs niet meer werden opgenomen in het Europees douanewetboek. “De vele toelichtingen op de wet en zijn uitvoeringsbesluiten tonen hun onduidelijkheid aan, met als gevolg dat ze door de verschillende lidstaten op een ‘eigengereide’ manier worden geïnterpreteerd.”
In het debat achteraf erkende Frank Janssens dat de teksten inderdaad te laat waren, maar “de harmonisatie van die verschillende systemen was een huzarenstuk en er zijn nog steeds zaken waarover we niet in alle lidstaten een akkoord hebben bereikt.”
Maar, ere wie ere toekomst: het Nationaal Forum, het Belgisch overlegplatform tussen de douane en de privésector, heeft er alles aan gedaan om via een Q&A-lijst alle onduidelijkheden en Europese updates onmiddellijk voor iedereen beschikbaar te stellen.
Hoewel de impact van het UCC op het bedrijfsleven tot dusver nog beperkt is, wees Daan De Vlieger toch op enkele zaken die nu al een behoorlijke invloed uitoefenen: REX, de herbeoordeling van de vergunningen, de douanewaarde, het grotere belang van AEO, …
Slotsom: van de drie doelstellingen die het UCC vooropstelde, was enkel het aspect safety & security bereikt omwille van het grote belang dat aan AEO-gecertificeerde bedrijven wordt toegekend. De harmonisatie was nog heel ver weg en voor de vereenvoudiging is het wachten op 2020.
Opportuniteiten voor e-commerce
E-commerce of de verkoop op afstand is al lang geen marginale goederenflow meer in het logistieke landschap, was de mening van Dominique Willems, senior manager bij CLECAT. “E-commerce kan een reguliere goederenstroom binnen het logistieke proces zijn en het is belangrijk die trein niet te missen”, drukte hij de toehoorders op het hart. Dat niemand echt onder de indruk was, bewees de online voting: 54% van de aanwezigen was van oordeel dat zijn ondernemingsactiviteiten geen e-commerce toelieten.
Bovendien zijn de Europese douane- en btw-wetgeving nog onvoldoende ingespeeld op het e-commercegebeuren.
“De handel moet daar niet op wachten”, meende Michel Van Giel, ere-gewestelijk directeur van de Algemene Administratie der Douane en Accijnzen. “Er liggen nu al heel wat opportuniteiten om als logistieke dienstverlener een graantje van de e-commercekoek mee te pikken.”
Voor de douane vormt e-commerce op het eerste gezicht een VGEM-probleem: een risico voor de veiligheid, gezondheid, economie en milieu. Veel goederen die via het internet worden verkocht, moeten immers niet aangegeven worden omwille van hun lage waarde, waardoor ze ontsnappen aan controles op bijvoorbeeld namaak, beschermde plant- en diersoorten, conformiteit aan de EU-veiligheids- en gezondheidseisen, enz.
“Door die goederen in een douane-entrepot op te slaan, staan ze onder douanetoezicht en kunnen ze bijgevolg aan een controle worden onderworpen”, stelde Michel Van Giel. “Bovendien biedt een douane-entrepot nog bijkomende mogelijkheden waarmee een logistieke dienstverlener de e-commercesector toegevoegde waardediensten kan bieden. Er zijn de vereenvoudigde procedures bij inslag en uitslag, er kan een strategische stock worden gecreëerd die niet aan invoerrechten onderworpen is, geweigerde of niet-bestelde goederen kunnen opnieuw in het entrepot worden geplaatst zonder dat er invoerrechten of douaneverschuldigdheden aan te pas komen en dergelijke meer.
Onvoorspelbare brexit
Wat de precieze gevolgen van de brexit zullen zijn, kon niemand van de sprekers echt voorspellen en die vraagtekens stelden de deelnemers niet echt gerust. Maar er was ook goede hoop: 62% van de aanwezigen zag in de brexit kansen voor hun onderneming.
Kristof Vranckaert, adviseur bij de Algemene Administratie der Douane en Accijnzen, rekende uit dat België echt wel in de vuurlinie ligt: 67% van de Belgische invoer en 72% van de uitvoer is afkomstig uit of bestemd voor de EU-landen. Het VK, dat in 2019 een niet-EU-land wordt, is daarbij goed voor respectievelijk 15% en 30%.
Hoeveel ons dat zal kosten (of opbrengen) is vooralsnog koffiedik kijken, want dat hangt onder meer af van het antwoord op de vraag of het VK een handelsakkoord met de EU zal sluiten (zoals dat bijvoorbeeld het geval is met Zwitserland en Noorwegen). Premier May maakt zich sterk dat het beter is om geen akkoord te sluiten dan een slecht akkoord en wees erop dat er meer niet-EU-landen zijn om handel mee te drijven dan de EU. Anderzijds liggen de EU-landen wel aan de voordeur van het VK…
Wat er ook van zij: stel dat er geen handelsakkoord komt, hoe groot worden dan de tarifaire belemmeringen en de invoerrechten? Hoe zullen de niet-tarifaire belemmeringen (voorwaarden waaraan de goederen moeten voldoen om in een bepaald land verkocht te worden) zijn?
België, koploper in Europees douanelandschap
Tijdens zijn slotwoord benadrukte federaal minister van Financiën, Johan Van Overtveldt, dat België zich binnen de vereenvoudigingsprocedures van de UCC alvast weet te onderscheiden van de andere Europese lidstaten als aantrekkelijke logistieke hub. “Het verheugt mij dan ook ten zeerste dat België de eerste lidstaat is die de eerste vergunningen ‘Centralised Clearance’ heeft uitgereikt aan logistieke dienstverleners.”
Dankzij die procedure wordt de aangiftestroom losgekoppeld van de goederenstroom en kan de aangever om het even waar in de EU zijn aangifte indienen, los van de plaats waar de goederen fysiek worden aangeboden. Bij deze procedure liggen er dus hopen kansen voor Belgische aangevers om als European Competence Customs Centre te fungeren, wat een behoorlijke toegevoegde waarde biedt voor niet-Europese handelspartners.
Een tweede vereenvoudiging die in België werd ingevoerd, is die van de borgakte-plus, waardoor douanevertegenwoordigers kunnen optreden als directe vertegenwoordiger met financiële faciliteiten. Dat zij als directe vertegenwoordiger kunnen optreden was al jarenlang een verzuchting (én een Europese eis), maar de financiële faciliteiten bieden net dat ietsje meer dan in de buurlanden Nederland en Frankrijk. Want daar is het een of-of-verhaal: ofwel is de aangever een indirecte vertegenwoordiger en moet hij zelf een borg uitstellen voor de douaneverschuldigdheden (waarmee hij voor de douane financieel verantwoordelijk is), ofwel is hij een directe vertegenwoordiger en moet de eigenaar van de goederen (zijn klant) instaan voor de borg.
Met de borgakte-plus is er een fijne middenweg gevonden: de aangever treedt op als directe vertegenwoordiger en kan voor deze borgverbintenis vrijwillig zijn eigen kredietrekening ter beschikking stellen van de klanten. De klant blijft voor de douane financieel verantwoordelijk, maar hoeft zijn cashflow niet aan te spreken voor de borgstelling.