Het pad naar nuluitstoot: duurzaam duurt het langst?
Ervaringsdeskundigen over de duurzame supply chain
Duurzaamheid staat hoog op de agenda van de supply chain manager. Van kleine tot grote bedrijven, het hele ecosysteem van de supply chain heeft inmiddels een punt bereikt waarop directe actie aan de orde is. Die actie is nodig om duurzamer te opereren en op termijn tot een netto-nuluitstoot van broeikasgassen te komen. Over dat ultieme doel lijkt iedereen het vandaag wel eens, maar hoe bereiken we die felbegeerde ‘net zero’-status?
Daarover durven de meningen nogal eens uiteenlopen, zo bleek tijdens een rondetafelgesprek over het verduurzamen van de supply chain tijdens Supply Chain Execution Europe. Een van de drie deelnemers aan het gesprek was Ivo Bjelis, chief supply chain officer bij Coca-Cola HBC (Hellenic Bottling Company). Al ruim een kwarteeuw is hij verantwoordelijk voor de supply chain, op verschillende niveaus, van de op twee na grootste Coca-Cola-bottelaar ter wereld in termen van volume. De activiteiten van Coca-Cola HBC bestrijken 29 landen in Afrika, Europa en Azië. “Duurzaamheid is voor ons al zeker tien jaar een prioriteit”, benadrukt Ivo Bjelis. “We hebben in die periode onze uitstoot al met dertig procent gereduceerd.”
Ambitieuze spin-offs
Met Christian Fabri, global head of supply chain management bij Eatplanted, en Martin Schulze, CEO van BlueBox Systems, komen ook kleinere bedrijven aan het woord. Eatplanted, in 2019 opgericht als spin-off van de Universiteit van Zürich, produceert plantaardig voedsel op basis van proteïnes uit erwten, haver en zonnebloempitten. De Zwitserse firma runt een eigen Europese webshop en koestert de ambitie om uit te groeien tot Europa’s grootste producent van plantaardige vleesalternatieven. De Eatplanted-producten zijn intussen verkrijgbaar bij restaurants en retailers in Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk.
BlueBox Systems, opgericht in 2020, is een spin-off van het Duitse softwarebedrijf BusinessCode. CEO Martin Schulze kan bogen op ruim twintig jaar ervaring in het creëren en commercialiseren van IT-oplossingen op maat van de logistieke sector. Met BlueBox Systems past hij die kennis nu ook toe op het traceren van luchtvrachten in real time. “BlueBoxAir, ons platform voor ‘air cargo tracking’, dient als one-stop-shop voor het verwerven van inzicht in luchtvrachtverkeer, onder meer op het vlak van de CO2-uitstoot”, vat hij de ambitie van zijn nieuwe onderneming samen.
Duurzaam aan de start
“Duurzaamheid ligt aan de grondslag van ons bedrijf”, aldus Christian Fabri (Eatplanted). “Onze oprichters zijn vegetariërs. Het plantaardige product dat ze aan de universiteit hadden ontwikkeld, bleek ongeveer zeventig procent minder koolstofdioxide te genereren en ongeveer tachtig procent minder water te verbruiken dan traditionele vleesproducten. Dat innovatieve concept wilden ze graag opschalen. Dat impliceerde uiteraard dat ze geld moesten verdienen. Om een bedrijf te laten groeien, moet het nu eenmaal economisch levensvatbaar zijn. Maar wat onze oprichters in eerste instantie toch dreef, was het verlangen om een beter voedingsalternatief te bieden met een veel kleinere ecologische voetafdruk.”
“Ons product was al ontworpen met duurzaamheid in het achterhoofd. Dat maakt dat ons hele bedrijf van meet af aan in het teken van duurzaamheid stond”, vervolgt Christian Fabri. “Om een idee te geven: we hebben nog altijd geen volledig werkend ERP-systeem, wat mij al de nodige hoofdbrekens heeft bezorgd, maar we hebben wel een duurzaamheidsrapport. We hadden het vanaf het eerste jaar en hebben daar zelfs speciaal mensen voor in dienst genomen. Doordat ons bedrijf is opgericht met duurzaamheid in gedachten, hadden we ook het geluk dat we onszelf niet opnieuw hoefden uit te vinden.”
Intrinsiek duurzaam
“Omdat wij een IT-bedrijf zijn, is onze situatie natuurlijk totaal anders”, meent Martin Schulze (BlueBox Systems). “IT geldt als een van de sectoren die het meest energie verbruiken. Wij zijn met andere woorden een deel van het probleem, niet enkel van de oplossing. Toch is er een aspect van duurzaamheid dat ik in mijn eigen bedrijf, net als bij mijn klanten in de logistieke sector, geleidelijk heb zien veranderen: de motivatie om in duurzaamheid te investeren.”
“Tien jaar geleden was duurzaamheid ook al een thema”, verduidelijkt hij. “Alleen werd het toen overduidelijk gedreven door externe krachten enerzijds, met name vanuit de politiek, en door marketing anderzijds. Ik durf te stellen dat dat niet langer het geval is. Het streven naar duurzaamheid is nu echt een intrinsieke drijfveer bij onze bedrijven. Het is niet langer iets dat we doen omdat het om een of andere reden moet, omdat we het nu eenmaal nodig hebben voor marketingdoeleinden of omdat onze investeerders erop staan. Als werkgevers en medewerkers – ‘corporate citizens’ – zijn we ons steeds meer bewust van onze verantwoordelijkheid. We willen verandering en zijn daardoor ook intrinsiek gemotiveerd om die te ondersteunen. Duurzaamheid is niet louter meer leuk om te hebben, het is een absolute must om te hebben.”
Ingebed in de organisatie
Dat neemt natuurlijk niet weg dat we die motivatie ook kunnen oproepen of versterken door de bedrijfscultuur die we creëren of door de manier waarop we het streven naar duurzaamheid in onze bedrijfsstrategie inbouwen. “Ons engagement voor duurzaamheid begint helemaal bovenaan, bij het management dat de strategie van ons bedrijf uittekent, waarin ook duurzaamheid een plaats krijgt”, aldus Ivo Bjelis (Coca-Cola HBC). “Aan dat engagement verbinden we vervolgens concrete objectieven, zoals het bereiken van een netto-nuluitstoot tegen 2040. Vanuit ons management wordt dat duurzaamheidsconcept consequent uitgedragen doorheen de organisatie, helemaal tot op het operationele niveau. Zo hebben mijn collega-managers en ikzelf elk kwartaal een vergadering met onze CEO waarin we een heel gedetailleerd beeld en helder overzicht van onze prestaties krijgen, onder meer op het vlak van duurzaamheid. Ook in de vergaderingen met mijn eigen supply chain team komt dat duurzaamheidsaspect telkens weer terug.”
“Op die manier maakt duurzaamheid deel uit van vrijwel alles wat we dagelijks doen, van het hoogste tot het laagste niveau van de organisatie”, vervolgt hij. “En wat nog belangrijker is: op die manier creëren we ook een cultuur van duurzaamheid, die maakt dat iedere medewerker op elk niveau doordrongen is van het belang ervan. Zo wil iedereen ook zijn of haar individuele steentje bijdragen om onze bedrijfsdoelstellingen voor duurzaamheid te realiseren en zijn ze oprecht trots als we die doelstellingen behalen.”
Duurzaamheid implementeren
De centrale vraag luidt uiteraard: hoe implementeren we duurzaamheid in onze organisatie? “Niet zoals een gewone implementatie, want het houdt nooit op”, meent Ivo Bjelis. Daarbij wijst hij op een aantal voorwaarden die van essentieel belang zijn om zo’n implementatie te doen slagen. “Om te beginnen moet je weten waar je precies staat, wat je uitgangspositie is. Er zijn heel wat gespecialiseerde bedrijven die je kunnen helpen om zo’n assessment te maken, zodat je de ecologische voetafdruk van jouw organisatie en haar activiteiten van meet af aan correct in kaart brengt. Een tweede belangrijke voorwaarde is dat je doelen stelt die wetenschappelijk onderbouwd zijn.
Daarnaast heb je uiteraard voldoende middelen nodig. En niet te vergeten: een hoge mate aan discipline. Duurzaamheid moet ook echt op de agenda van je onderneming staan: van bij de raad van bestuur tot op de werkvloer, en van het eenvoudig vervangen van je bestaande verlichting door ledlampen tot strategische kapitaalinvesteringen.”
Om duurzaamheid succesvol in te voeren, moeten we volgens Ivo Bjelis ook bereid zijn onderweg nog de nodige aanpassingen aan te brengen. “Zelf zijn wij al tien jaar aan dit traject bezig en we moeten ons nog elke dag aanpassen”, illustreert hij. “Dat is niet makkelijk, vooral omdat de wereld vandaag niet bepaald helpt. In sommige van onze fabrieken hebben we bijvoorbeeld een tekort aan gas. Om ons aan die nieuwe situatie aan te passen, moeten we misschien wel overschakelen op diesel, wat uiteraard minder milieuvriendelijk is en de CO2-uitstoot net weer verhoogt. De huidige geopolitieke toestand bezorgt ons heel wat hoofdbrekens, maar we redden het en passen ons zo goed mogelijk aan. Er bestaat nu eenmaal geen vast recept. Zorg dat je een goed plan hebt en houd je er ook zo consequent mogelijk aan. Maar wees bereid om het schip indien nodig een andere koers te doen varen.”
(G)een gouden raad
Zoals elke start-up had ook Eatplanted het voordeel dat het met een wit blad kon beginnen. Het bedrijf hoefde zijn supply chain niet aan te passen aan nieuwe noden op het vlak van duurzaamheid, maar kon de keten van meet af aan duurzaam inrichten. “Maar daar hielden alle voordelen dan ook op”, aldus Christian Fabri. “Elke supply chain is afgestemd op en geoptimaliseerd voor de specifieke behoeften van een specifiek bedrijf. Daarom denk ik ook dat er geen gouden raad is om je ecologische voetafdruk te verkleinen. In feite komt het neer op wat iedereen allang weet: probeer lokaal in te kopen, verzend geen spullen over de hele wereld als dat niet hoeft … Ondertussen hebben de coronacrisis en de logistieke crisis die daaruit voortvloeide, het al wat makkelijker voor ons gemaakt om die vertrouwde adviezen ook effectief in de praktijk te brengen.”
“Ik ben het er niet helemaal mee eens dat er geen gouden raad is”, reageert Martin Schulze. “Alles begint sowieso bij het creëren van visibiliteit. Zo kom je de duurzaamheidsimpact te weten van je bedrijf – van je logistiek, je productie en eventuele andere bedrijfsaspecten. Je hebt ook meer dan één cijfer of parameter nodig om over te rapporteren. Voorts is het belangrijk dat je de duurzaamheidsimpact tot op het operationele niveau uitsplitst, zodat je die ook echt in je praktische besluitvorming kunt meenemen.”
“Vandaag neemt geen enkel bedrijf een beslissing zonder eerst de kostenimpact ervan te kennen, maar wat de duurzaamheidsimpact van hun beslissingen is, weten veel bedrijven nog altijd niet. Dat moet veranderen”, besluit Martin Schulze. “Visibiliteit alleen zal het probleem niet oplossen, maar je kunt het probleem ook niet oplossen zonder eerst de nodige visibiliteit te creëren. Daar moeten we in de eerste plaats dus werk van maken.”
Duurzaamheid meten: geen half werk
De supply chain verduurzamen is een mooie ambitie, daarover kunnen we het eens zijn. Maar hoe meten we onze vooruitgang op weg naar dat ideaal van de duurzame supply chain?
“Wij meten niet alleen op jaarbasis maar ook op kwartaalbasis”, aldus Ivo Bjelis, chief supply chain officer bij Coca-Cola HBC. “Daarbij hebben we onszelf doelen gesteld voor zowat alles. We beperken ons met andere woorden niet tot het meten van enkel onze CO2-uitstoot. Zo zal het wel duidelijk zijn dat water essentieel is bij alles wat wij doen. Het vormt zonder meer de basis van ons product. Als zodanig draagt het ook in niet geringe mate bij tot onze ecologische voetafdruk. Om die reden hebben wij ook een waterbesparingsprogramma opgezet. Daarnaast meten we uiteraard ons energieverbruik, dat direct verbonden is met onze CO2-uitstoot.”
Vergeet de verpakking niet
“Een ander belangrijk element dat we in geen geval over het hoofd mogen zien, is de verpakking”, vervolgt Ivo Bjelis. “Om een voorbeeld uit onze dagelijkse praktijk aan te halen: tegenwoordig ligt de prijs van rPET of gerecycleerd petplastic vele malen hoger dan die van nieuwe petflessen. De logische reactie zou dan ook zijn over te stappen op dat nieuwe pet, aangezien het goedkoper is en een betere bottom line oplevert voor je onderneming. Door al dan niet aan die voor de hand liggende reflex te weerstaan, kun je een directe impact uitoefenen op de winstgevendheid van je organisatie. En dan moet je al over een sterk engagement beschikken om alsnog voor het duurdere, gerecycleerde verpakkingsmateriaal te kiezen. In landen als Oostenrijk en Zwitserland gaan wij daar al voor. Daar zijn onze flessen intussen voor de volle honderd procent gerecycleerd.”
Externe controle
“Om dat soort moeilijke keuzes te kunnen maken, is het noodzakelijk dat je hele organisatie achter de gedefinieerde doelen blijft staan”, vervolgt de CSCO. “Daarnaast verdient het aanbeveling om een externe instantie, zoals Dow Jones, in de arm te nemen, die een onafhankelijke controle komt uitvoeren. En geloof me: makkelijk is anders. Hun experts komen bij je langs en bevragen je honderduit. Ze kijken ook echt naar je data en nemen die heel grondig onder de loep.”
Coca-Cola HBC werd in 2014 uitgeroepen tot marktleider onder de drankenproducenten in de Dow Jones Sustainability Index (DJSI). Die index, voor het eerst gepubliceerd in 1999, dient als internationale graadmeter voor de prestaties van wereldwijd opererende bedrijven op het gebied van duurzaamheid. Hij geldt ook als een standaard voor investeerders die op duurzaamheid willen selecteren. “Wat zo’n Dow Jones doet, is allerminst half werk en hun certificering is allesbehalve fake”, weet Ivo Bjelis. “Wij zouden het trouwens ook niet anders willen. Maar soms zijn het gevraagde detailniveau van de data en de vereiste inspanningen, zeker wat rapportering betreft, ronduit overweldigend. Een simpel voorbeeld maar: wij beschikken over zo’n 13.000 kleine bedrijfsvoertuigen voor ons personeel. Als we 1.000 of 2.000 van die wagens vervangen door elektrische exemplaren, heeft dat uiteraard een impact op het milieu en op onze duurzaamheidsscore. Dat kunnen we dus maar beter correct en volledig rapporteren. Alleen betekent dat niet dat we voor die voertuigen helemaal geen CO2-uitstoot meer in rekening moeten brengen. Ook bij elektrische wagens is de uitstoot helaas niet nul.”
Zinvolle benchmarking
“Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is dat de rapportering van al die parameters nauwkeurig en eerlijk verloopt en dat de buitenwereld die ook als zodanig valideert”, besluit Ivo Bjelis. “Pas als aan die belangrijke voorwaarden is voldaan, kan je jouw resultaten ook op een zinvolle manier vergelijken met die van andere spelers in je sector. Zo breng je in kaart waar je moet corrigeren of bijsturen en waar er nog verbetering mogelijk is. Al vereist dat soms wel dat je je bottom line voor een stuk opoffert.”
Inloggen/registreren
Om deze content te lezen, moet u zich inloggen.
Log in of registeer nu via onderstaande knop en krijg toegang tot deze inhoud.