Gezocht: nieuwe manieren om steden duurzaam te bevoorraden
Nieuwe Green Deal moet innovatie in stedelijke logistiek stimuleren
Om zijn land sociaal en economisch er weer bovenop te krijgen, lanceerde de Amerikaanse president Roosevelt in de crisisjaren dertig van de vorige eeuw een ambitieus en omvangrijk hervormingsprogramma. Die fameuze ‘New Deal’ inspireerde menig leider die na hem kwam. Maar dit zijn andere tijden, een andere eeuw zelfs. Naast sociaal-economische belangen wegen dwingende ecologische eisen steeds zwaarder op het beleid. Zo zien we de laatste jaren ook in Vlaanderen steeds vaker ‘Green Deals’ of Groene Economie Convenanten opduiken: vrijwillige overeenkomsten tussen de Vlaamse overheid en (privé)partners om samen aan een groen project te werken. Het meest recente voorbeeld dateert van begin april 2019 en focust op duurzame stedelijke logistiek.
In 2016 participeerde Vlaanderen al in North Sea Resources Roundabout (NSRR): de eerste internationale Green Deal met deelnemers uit Frankrijk, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en later ook Oostenrijk. Doel van die groene krachtenbundeling: de internationale handel en het transport van secundaire grondstoffen, voorheen gelabeld als afval, binnen de Noordzeeregio vergemakkelijken.
In maart 2017 was de eerste Vlaamse Green Deal dan een feit. Daarin engageerden niet minder dan tachtig partners zich om samen te werken aan gedeelde mobiliteit, van carpoolen tot fiets- en autodelen. Met de jongste Green Deal, onder de noemer Duurzame Stedelijke Logistiek, sloot de Vlaamse overheid intussen al de zevende ‘groene overeenkomst’ af. Directe inspiratie voor het concept haalde ze bij onze noorderburen. In Nederland zijn sinds de start in 2011 al meer dan 200 Green Deals getekend.
Duurzame initiatieven stimuleren
Green Deals verlagen de drempel voor bedrijven en organisaties om samen met de overheid te werken aan een vergroening van onze economie en samenleving. Aan de basis liggen duurzame initiatieven uit de samenleving die de overheid wil faciliteren, versterken of versnellen. In een Green Deal leggen alle betrokken partijen concrete afspraken daarover schriftelijk vast. Zo formuleren ze ook specifieke doelstellingen en gerichte acties voor vergroening. Door de resultaten van de geleverde inspanningen publiek te maken, kunnen anderen die ook aanwenden, ervan leren of zich simpelweg erdoor laten inspireren.
De partijen die het document ondertekenen, gaan wel enkel een inspanningsverbintenis aan, geen resultaatsverbintenis. De gemaakte afspraken zijn bovendien niet juridisch afdwingbaar. Een Green Deal is in de regel ook beperkt in de tijd. Zo zal de Green Deal Duurzame Stedelijke Logistiek naar verwachting drie jaar in beslag nemen en begin april 2022 officieel aflopen.
Omslag naar koolstofarm vervoer
De Green Deal Duurzame Stedelijke Logistiek sluit naadloos aan bij het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2021-2030. Dat moet de omslag naar een koolstofarme samenleving helpen maken. Het plan legt de krijtlijnen vast voor het klimaatbeleid in het Vlaamse Gewest tijdens het komende decennium. Per sector staat erin omschreven welke doelstellingen de Vlaamse overheid vooropstelt en welke inspanning zij precies verwacht. Voor de sector transport en logistiek is het streefdoel een daling van de broeikasgasuitstoot door wegtransport met minstens 27 procent in 2030, vergeleken met 2005.
In dat uitstootvolume valt het aandeel van de stedelijke logistiek zeker niet te onderschatten. Die is vandaag al verantwoordelijk voor minstens een kwart van alle transportgerelateerde CO2-uitstoot in de steden. Voor andere emissies zoals stikstofoxiden (NOx) en fijnstof loopt dat aandeel op tot 30 en zelfs 50 procent, terwijl het goederenvervoer in de steden instaat voor slechts 10 à 20 procent van alle voertuigkilometers. Tegelijk neemt de vraag naar stedelijk goederenvervoer al een tijdje toe. De verwachting is bovendien dat die vraag verder blijft stijgen. Steden zijn immers groeipolen waar veeleisende consumenten leven, werken en zich ontspannen. Onvermijdelijk volgt daaruit ook een groeiende vraag naar goederen en diensten.
Om steden ook bij zo’n groeiscenario voldoende leefbaar en aantrekkelijk te houden, is een efficiënte, geïntegreerde en duurzame logistiek zonder meer een noodzaak. Via het Vlaams beleidskader stedelijke logistiek heeft de Vlaamse overheid daar alvast een basis voor gelegd. Zo heeft ze met name ruimte gecreëerd voor initiatieven die de stedelijke logistiek groener en efficiënter maken. Voorbeelden zijn het toelaten van pakjesbezorging door taxi’s en het ondersteunen van belevering over water. Een aantal van die logistieke acties zijn ook opgenomen in het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2021-2030.
Nood aan bewustmaking en samenwerking
Naast directe acties om de emissies uit het stedelijk goederenvervoer te verminderen, is er ook nood aan bewustmaking en aan verbinding, coördinatie en samenwerking tussen de betrokken actoren. Dikwijls hebben die namelijk tegenstrijdige belangen, wat innoveren in de stedelijke logistiek verre van vanzelfsprekend maakt. Zo werken transporteurs in een zeer competitieve omgeving, met lage marges. Hun focus ligt logischerwijs op het drukken van kosten en tegelijk op het bieden van een zo goed mogelijke dienstverlening aan hun klanten. Die klanten, zowel consumenten als bedrijven, zijn zich slechts zelden bewust van de economische en ecologische impact van hun bestelgedrag. En lokale overheden nemen weliswaar maatregelen om de leefbaarheid in hun stad of gemeente te verbeteren, maar worstelen daarbij nog al te vaak met het evenwicht tussen stedelijke logistiek als last en noodzaak. Door deel te nemen aan de Green Deal Duurzame Stedelijke Logistiek, zetten al die verschillende actoren een belangrijke eerste stap naar meer verbinding, coördinatie en samenwerking.
De initiatiefnemers van die Green Deal inspireren, stimuleren en coachen de deelnemers tijdens de opstart en uitvoering van hun zelfgekozen acties. Dat maakt de Green Deal in zekere zin ook tot een lerend netwerk, vooral omdat alle partijen zich ook ertoe engageren om opgedane inzichten rond hun acties te delen met anderen tijdens Green Deal evenementen. “Momenteel zijn we volop bezig met de voorbereiding van zo’n eerste studiedag”, vertelt Sara Verlinde. Zij coördineert deze Green Deal in opdracht van initiatiefnemer The Shift, die zich profileert als het Belgische referentienetwerk voor duurzaamheid. “Doel van het event is dat de deelnemers geïnspireerd worden door externe sprekers en ook elkaar inspireren. We organiseren er een markt voor aanbieders van duurzame logistieke oplossingen. Tijdens die markt en het aansluitende netwerkevent kunnen de deelnemers zoeken naar potentiële samenwerkingen. Met deze Green Deal streven we immers niet alleen naar minder emissies en kilometers, maar ook naar meer samenwerking in de sector.”
Initiatiefnemers en deelnemers
Samen met de vier betrokken Vlaamse ministers ondertekenden begin april in totaal vijfendertig partijen de Green Deal Duurzame Stedelijke Logistiek. “Sindsdien hebben twaalf potentiële nieuwe ondertekenaars ons al gecontacteerd”, aldus Sara Verlinde. “Ikea België, Proximus en Steunpunt Welzijn zullen zeker mee instappen in het initiatief en hebben toegezegd om de Green Deal te ondertekenen. Met de andere negen zijn we nog aan het bekijken wat hun actie zou kunnen inhouden.”
Alle deelnemende partijen engageren zich de komende drie jaar om leveringen in de Vlaamse steden efficiënt en emissiearm te laten verlopen. Zij worden daarin bijgestaan door The Shift, dat de Green Deal coördineert met de financiële steun van de Koning Boudewijnstichting. Beide partners slaan daarvoor ook de handen in elkaar met andere initiatiefnemers zoals de onderzoeksgroep MOBI (Mobility, Logistics and Automotive Technology) van de Vrije Universiteit Brussel (VUB), de Bond Beter Leefmilieu (BBL), de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), het VIL (Innovatieplatform en Speerpuntcluster Logistiek) en de departementen Mobiliteit en Openbare Werken en Omgeving van de Vlaamse overheid. “Al die initiatiefnemers zaten in de stuurgroep die de start van de Green Deal heeft getrokken”, aldus Sara Verlinde. “Ze zijn ook lid van de nieuwe stuurgroep die sindsdien is opgericht.”
Kilometers vermijden, verschuiven of verschonen
Concreet engageren alle deelnemers zich om minstens één actie te realiseren binnen het jaar na ondertekening van de Green Deal. Die actie moet minstens een van de volgende vier meetbare doelen dienen: voertuigkilometers vermijden, niet of moeilijk te vermijden kilometers verschuiven naar een milieuvriendelijker transportmiddel of tijdstip, niet of moeilijk te verschuiven kilometers verschonen via zero-emissievoertuigen, en actoren verbinden rond duurzame stedelijke logistiek.
Colruyt Group, dat eerder al zijn schouders zette onder de Green Deal Biodiversiteit, de Green Deal Circulair Aankopen en de Green Deal Circulair Bouwen, ondersteunt met drie verschillende acties alvast de eerste drie doelstellingen van de nieuwe Green Deal. Zo werkt de supermarktketen Colruyt Laagste Prijzen (CLP) aan de ontwikkeling van een betere fietsenstalling voor zijn winkelende klanten (voertuigkilometers vermijden). “Door betere fietsenstallingen te ontwerpen voor onze winkelpunten, halen we hopelijk ook weer wat auto’s uit het verkeer”, zegt Pieter Leonard, projectmanager Mobility bij Colruyt Group (zie kader). Tegelijk wil de Belgische retailgroep binnen het Europees consortium EIT Food een platform ontwikkelen dat consumenten de keuze biedt om hun online bestellingen op een meer duurzame manier te laten leveren én daarover ook op een transparante manier informatie te krijgen (kilometers verschuiven). “Dat onderzoeksproject is in volle gang, maar vandaag zijn we nog niet klaar om concrete resultaten mee te geven”, aldus Pieter Leonard. Last but not least test Colruyt Group ook zero- en lage-emissievoertuigen ter voorbereiding van een verdere vergroening van zijn bestaande vloot en integreert het ‘bewezen’ lage-emissievoertuigen verder in die vloot (kilometers verschonen).
Vergroening wagenpark
Als het op de vergroening van zijn bedrijfswagenvloot aankomt, kan Colruyt Group vandaag al mooie resultaten voorleggen. Zo rijdt de helft van zijn bedrijfsvoertuigen op alternatieve energie. Het gros daarvan zijn CNG-wagens (Compressed Natural Gas, de samengeperste variant van het aardgas dat iedereen kent). Meer specifiek gaat het om bijna 2.000 personenwagens, ruim 130 bedrijfsvoertuigen en één vrachtwagen, plus 267 CNG-voertuigen die in bestelling zijn. Ook het merendeel van de reservewagens rijdt op CNG. “Naast winkelleveringen met onze CNG-vrachtwagen, testen we vandaag ook al leveringen aan huis met CNG-bestelwagens in het kader van onze online boodschappenservice Collect&Go”, stipt Pieter Leonard aan. “In onze logistieke processen testen we elektrische terminaltrekkers. En uiteraard stimuleren we onze medewerkers ook om alternatieve vervoerswijzen voor woon-werkverkeer te overwegen, zoals het openbaar vervoer of, voor de medewerkers uit het Gentse, een kantoorbus.”
“In de toekomst hopen we nog meer zero-emissievoertuigen te kunnen testen”, besluit Pieter Leonard. “Daartoe participeren we ook samen met autoconstructeurs in een aantal projecten.” Daarbij beschouwt Colruyt Group aardgas niet als een eindstation, ondanks de vele duidelijke voordelen voor het milieu én de portemonnee. Op termijn ziet de groene pionier ook heel wat mogelijkheden in waterstof als schone brandstof. Alleen moet die technologie eerst helemaal op punt staan en de markt er voldoende rijp voor zijn.
Modulaire fietsenstalling
“Een fietsenstalling die beter beantwoordt aan de veranderende noden van onze fietsende klanten is een mooie stap in de verduurzaming van onze winkelformules”, stelt Pieter Leonard, projectmanager Mobility bij Colruyt Group. “Dat wij in zo’n fietsenstalling investeren, is dan ook deels ingegeven door een aantal nieuwe of recente fietstrends, zoals de revival van de bakfiets en het groeiende succes van de elektrische fiets. Bestaande fietsenstallingen zijn helaas niet altijd aan die nieuwe fietsmodellen aangepast.”
Bij de verbetering van zijn fietsenstallingen streeft Colruyt naar een modulair systeem dat het kan aanpassen aan de specifieke noden van een bepaalde winkellocatie. Voorlopig zit dat systeem nog in een testfase, maar de retailgroep hoopt het toch vrij snel te kunnen implementeren. “We hebben een eerste testversie van onze nieuwe fietsenstalling uitgerold in vier filialen, met name in Gent, Schoten, Sint-Denijs-Westrem en Wondelgem. Die testversie biedt meer ruimte voor de fietsende klant met tassen of een bakfiets. Tegelijk biedt ze ook een verhoogde flexibiliteit. Vandaag evalueren we die opstelling, sturen we bij waar nodig en bekijken we in welke mate dat voor de hele groep de nieuwe standaard kan worden.”