Gebouw met passende flow

De geschiedenis van All Sport gaat terug tot 1970, toen Michel van Puijenbroek in Arendonk met een eerste magazijn van start ging als verdeler van het merk Speedo. “Mijn grootouders runden sinds de jaren 1930 Les Bains Anversois”, vertelt Clara-Matthée van Puijenbroek, dochter van Michel en vandaag CEO van All Sport Group. “Dat was een sportcomplex met onder meer twee zwembaden en een fitnessruimte. Daar leerde mijn vader Speedo kennen.”

De zwembroeken en badpakken van Speedo waren sinds de jaren 1960 bij Les Bains Anversois te koop. Het merk viel er meteen in de smaak bij het publiek. “Het was toen een echt innovatief, technisch merk”, zegt Clara-Matthée van Puijenbroek. Michel trad op als distributeur voor Speedo, niet alleen voor België, maar ook voor onder meer Nederland en Frankrijk. Dat vormde de start voor All Sport, in dat eerste magazijn in Arendonk. Al snel kwamen er ook andere merken bij. Zo verwierf All Sport in 1978 de Belgische distributierechten voor Nike. Dat bleef zo tot Nike in 1990 een eigen distributiecentrum uitbouwde in Laakdal.

8.000 artikelen op voorraad

Toch is Nike ook vandaag nog heel belangrijk voor All Sport. Sinds 2010 is het bedrijf de grootste distributiepartner van Nike-accessoires buiten de VS. Denk daarbij aan waterflessen, handschoenen, tassen en allerhande andere sportaccessoires. “Tegelijk is Nike ook klant bij ons”, legt Clara-Matthée van Puijenbroek uit. “We kopen producten aan die licentiehouders maken, en die Nike vervolgens bij ons aankoopt voor zijn online- en retailverkoop.” Daarnaast werkt All Sport sinds dit jaar ook samen met Dakine, een Amerikaans merk dat zich onder meer richt op surfers en skiërs.

All Sport houdt ongeveer 8.000 verschillende artikelen op voorraad, samen goed voor een jaarlijkse verkoop van zowat vijf miljoen items. “Dat cijfer zal in 2025 stijgen, nu we ook Dakine in ons assortiment hebben”, zegt Clara-Matthée van Puijenbroek. Speedo, Nike en Dakine zijn grote namen in de sector, maar dat neemt niet weg dat All Sport ook een kleiner merk in zijn portfolio opneemt wanneer zich een opportuniteit voordoet. Dat was het geval met SneakerLab, een merk van innovatieve onderhoudsproducten voor sneakers, kleding en accessoires.

Meegroeien met de klant

Vandaag telt All Sport 110 medewerkers in Europa. De meesten daarvan zijn actief in het hoofdkantoor in Arendonk, maar er zijn ook diverse showrooms in het buitenland en commerciële kantoren in Frankrijk en Nederland. Daarnaast vinden de activiteiten van All Sport nog plaats in een extern magazijn in België en bij een 3PL in Duitsland. “Al is het wel de bedoeling dat we alles op termijn in Arendonk centraliseren”, vertelt Clara-Matthée van Puijenbroek. Ze verwijst daarmee naar het nieuwe DC-annex-HQ dat het bedrijf er in 2024 in gebruik nam.

Het verhaal van All Sport is vrij bijzonder, omdat het aantoont hoe het bedrijf meegroeit met zijn klanten. Toen Nike er in 1978 bij kwam, werd het oorspronkelijke magazijn in Arendonk al snel te klein. Het bedrijf verhuisde in 1980 naar een groter magazijn op het bedrijventerrein Hoge Mauw, vlak bij de E34, iets verderop. Toen Nike later een eigen DC bouwde, keerde All Sport naar zijn eerste magazijn terug. Maar door de groei die volgde, huurde het een tijd ook een extra magazijn in Turnhout. Toch wilde het bedrijf liever een eigen distributiecentrum neerzetten. “In 2010 hadden we al een terrein van 30.000 vierkante meter aangekocht op de Hoge Mauw. Het lag voor de hand dat we daar iets mee zouden doen”, aldus de CEO.

Modern, maar gezellig

Voor de bouw van het nieuwe distributiecentrum had All Sport eerder al contact met het logistieke adviesbureau Logflow. Door omstandigheden stelde All Sport het project eerst nog even uit. “Maar toen de tijd er rijp voor was, pikten we de draad weer op”, zegt Clara-Matthée van Puijenbroek. De eerste opdracht bestond erin een analyse te maken van de goederenstromen die All Sport in het nieuwe DC zou behandelen. “Dat plan hebben we samen met Logflow uitgedokterd. Daarna hebben de architecten het gebouw daar omheen getekend.”

Wilma Wastiau, gespecialiseerd in industriële architectuur, legt met het gebouw de link naar water – en zo naar het merk Speedo waar het voor All Sport allemaal mee begon. Het resultaat is een gebouw met een zekere ‘flow’, wat zich onder meer laat aflezen aan het gebruik van afgeronde hoeken en gebogen raampartijen. “We wilden een modern gebouw,” zegt Clara-Matthée van Puijenbroek, “maar wel met een gezellige uitstraling en met veel aandacht voor welzijn.” Opvallend zijn de vele verwijzingen naar sport: van de looppiste op de vloer van de kantoren, tot de tribune in de inkomhal (ideaal om een presentatie te geven aan een grote groep) of het basketterreintje en de petanquebaan op het dak.

Passende oplossingen

“Het gebouw draagt echt bij aan de dynamiek van het bedrijf”, stelt Clara-Matthée van Puijenbroek. “Alle departementen zitten bij elkaar.” Tussen de kantoren en het magazijn staat er een grote glazen wand. Ook hier wilde All Sport namelijk geen formele scheiding. Aan de basis is het concept van het distributiecentrum vrij klassiek opgevat. All Sport deelt zijn assortiment op in verschillende klassen: slow, medium, fast en super fast movers, met telkens verschillende dimensies per product.

Voor de opslag van de verschillende types producten heeft All Sport diverse oplossingen voorzien, wat toelaat makkelijk te schakelen in functie van ieder specifiek product. Zo zijn er zes Modula-liften van Vanas in gebruik. Eén operator staat in voor twee tot drie liften en haalt er via een ‘pick-to-light’-systeem de benodigde producten op. Daarnaast zijn er ook doorrolstellingen, flow racks, klassieke magazijnrekken en legbordstellingen. In het DC maakt All Sport gebruik van smalle gangen, waar combitrucks goederen tot op twaalf meter hoogte plaatsen.

Order staat centraal

Om alles zo vlot mogelijk te laten verlopen, koos All Sport ervoor in zijn proces het order – en dus niet de operator – centraal te zetten. “In de praktijk is een operator vaak met wel twintig orders tegelijk bezig”, weet Clara-Matthée van Puijenbroek. “Hij voert een stuk van het order uit en geeft de opdracht dan door aan een collega, die weer een ander stuk afwerkt.” Dat is een heel andere benadering dan die waarin één operator telkens één order van begin tot eind behandelt. “Dat klopt. En om onze aanpak efficiënt te laten verlopen, moeten de verschillende zones goed op elkaar zijn afgestemd.”

Dat maakt het in aanleg een stuk complexer, maar als alles eenmaal loopt zoals het hoort, zorgt het wel voor een hogere snelheid en meer efficiëntie. “De praktijk verplicht ons om het zo te doen”, geeft de CEO toe. “In de oude omgeving, met een beperkt aantal orderlijnen per bestelling, was het logischer om één operator het hele order te laten afwerken. Maar vandaag bestaan bestellingen uit veel meer orderlijnen, waardoor de oude manier van werken niet meer optimaal was.”

De nieuwe aanpak biedt bovendien een mogelijke opstap naar meer. “We bekijken de mogelijkheden om ook de consumentenmarkt te bedienen, om bijvoorbeeld vanuit het distributiecentrum consumenten te bedienen die producten op een digitale marktplaats aankopen. Het distributiecentrum is erop voorzien om dat aan te kunnen, maar je begrijpt meteen dat we dan over nog veel meer orderlijnen spreken.”

Momenteel heeft All Sport in zijn DC ongeveer veertig operatoren, binnen een werksysteem met één shift, maar het bekijkt hoe het tijdens piekperiodes een tweede shift kan inschakelen.

Nieuwe systemen, complexe operaties

Dat All Sport in Arendonk voor nieuwbouw koos, geldt ook op het vlak van de systemen. Samen met het nieuwe gebouw, nam het bedrijf ook een upgrade van zijn ERP-systeem en een nieuw WMS in gebruik. “Achteraf beschouwd, was dat wellicht net iets te veel hooi op onze vork”, geeft Clara-Matthée van Puijenbroek toe. De opstart met het nieuwe WMS van Centric bleek een bijzondere uitdaging. “We hadden sinds 2018 al Microsoft Dynamics AX als ERP-pakket. Dat hebben we geüpgraded en naar de cloud gemigreerd.” Mogelijk was een stapsgewijze aanpak hier vlotter verlopen. “We hadden inderdaad eerst nog een tijd met het oude WMS kunnen werken”, vertelt Clara-Matthée van Puijenbroek, “om daarna op het nieuwe WMS over te stappen.”

De uitdaging bleek zich vooral op de complexiteit van de operaties toe te spitsen, en dan met name de seizoensgebonden wijzigingen in die operaties. “Ook wijzelf hebben het traject onderschat. We hebben de migratie van het ERP-pakket en de implementatie van het WMS uitgevoerd, terwijl onze ‘gewone’ jobs allemaal doorliepen. Dat zouden we vandaag anders aanpakken.” Door de haperingen in de overstap naar de nieuwe systemen, kon All Sport tijdelijk de verwachtingen niet altijd inlossen. “Vervelend uiteraard, want we stonden altijd bekend voor de continuïteit en hoge kwaliteit van onze service”, zegt Clara-Matthée van Puijenbroek. Het bleek een uitdagende fase waar het bedrijf doorheen moest. “Uiteindelijk hebben we die investeringen gedaan net om onze service voor klanten naar een hoger niveau te tillen en om intern nieuwe capaciteiten te ontwikkelen, zoals B2C-dienstverlening.”

De uitdagingen die bij de implementatie opdoken – onder meer op het vlak van performantie – zijn intussen onder controle. “De komende maanden blijven we verder optimaliseren”, klinkt het. Als alles eenmaal op punt staat, komt ook Dakine naar het DC in Arendonk. Die voorraad staat momenteel nog in het magazijn van de vorige distributeur. Ook de Nike-accessoires voor Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland bevinden zich nog in een extern magazijn. “Als we in Arendonk volledig op onze plooi zijn, komt alles naar hier. Maar toegegeven, het is een leertraject geweest.”

Plannen voor verdere groei

Aan ambitie ontbreekt het All Sport alvast niet. “Het gebruik van de Modula-liften en de smalle gangen geeft het duidelijk aan”, zegt Clara-Matthée van Puijenbroek. “Het is onze doelstelling om het beschikbare opslagvolume zo optimaal mogelijk te benutten. In het nieuwe DC willen we de densiteit van onze voorraad vervijfvoudigen. Tegelijk streven we ernaar onze gemiddelde picksnelheid te verdubbelen.” Verder blijft groei het sleutelelement binnen de strategische visie van het bedrijf. “We beschikken vandaag over 7.000 palletlocaties, maar hebben de mogelijkheid om tot 25.000 uit te breiden.” Het nieuwe gebouw neemt momenteel 7.500 vierkante meter in: waarvan 6.000 vierkante meter voor het magazijn, waarvan nog eens 2.000 vierkante meter extra als mezzanine. “In de plannen zijn twee uitbreidingsfasen voorzien van telkens 3.000 vierkante meter”, besluit Clara-Matthée van Puijenbroek. “Op langere termijn is hier dus nog heel veel mogelijk.”

DVD