Fleet managers moeten voorbereid zijn op einde van dieselmotor
In januari 2024 bereikte het Europees Parlement overeenstemming over nieuwe regels voor de CO2-uitstoot van zware bedrijfsvoertuigen. Die komen erop neer dat elektrische en waterstofmotoren tegen 2040 de dieselmotor in vrachtwagens en bussen vervangen. “Het is dan ook aan wagenparkbeheerders tijdig een elektrificatiestrategie uit te werken”, klinkt het gezamenlijk bij Webfleet en Eaton, twee bedrijven die ondersteuning bieden om op een gestructureerde manier over te schakelen van ICE-voertuigen naar EV’s.
“Als onderdeel van de ‘Fit for 55’-verordening van de Europese Unie mogen er vanaf 2035 geen nieuwe voertuigen met verbrandingsmotoren (ICE) worden verkocht. Recent kondigde de EU ook een tijdlijn aan voor het terugdringen van de uitstoot van dieselaangedreven vrachtwagens en bussen, waarbij de verkoop van deze voertuigen tegen 2040 moet stilvallen”, lichten Webfleet en Eaton toe. “Fabrikanten zoals Daimler Truck, Scania, Man, Volvo, Daf, Iveco en Ford bevestigden intussen dat zij tegen 2040 de verkoop van dieselmotoren afbouwen.”
Nieuwe wetgeving
“De EU-strategie voor duurzame en slimme mobiliteit wil de CO2-uitstoot van de transportsector tegen 2050 met 90% verminderen. Daarom wordt tegen 2030 infrastructuur uitgerold om drie miljoen EV-laders te ondersteunen. De EU werkt intussen aan aanvullende wetgeving, zoals de verordening inzake infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (AFIR) en de richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD)”, gaat het verder. “De AFIR omvat het plan om vanaf 2025 snellaadstations te installeren bij de belangrijkste transportbedrijven. De EPBD stimuleert dan weer renovaties van verouderde gebouwen, met een verplichte installatie van EV-laadinfrastructuur in alle nieuwe en bestaande particuliere gebouwen.”
Elektrificatiestrategie
Webfleet en Eaton benadrukken dat die ontwikkelingen wagenparkbeheerders ertoe dwingen tijdig een elektrificatiestrategie uit te werken. “Die moet zes belangrijke pijlers bevatten: laadinfrastructuur, laadkosten, energieverbruik, batterijstatus, taakplanning en bedrijfsoptimalisering”, klinkt het. “Laadinfrastructuur en energieverbruik zijn dus onmisbaar voor de elektrificatiestrategie van elk wagenpark. Kleine organisaties kunnen een beroep doen op commerciële aanbieders van laadinfrastructuur en betalen op basis van stroomafname, vergelijkbaar met betalen aan de brandstofpomp. Organisaties met een grote capaciteitsvraag en frequentie van laadbeurten doen hun voordeel met het integreren van EV-laadinfrastructuur in hun bestaande gebouwen. Zij kunnen besparen door energieopslag en energiebeheersoftware te combineren, wat veel verder gaat dan besparen op laadkosten. Wie bijvoorbeeld in zonnepanelen en opslagcapaciteit investeert, kan besparen op de algemene energierekening van de organisatie. Stroom die buiten piekuren wordt opgeslagen, kan zo op piekmomenten worden gebruikt, het zogenaamde ‘peak shaving’.”
Alvorens in laadinfrastructuur te investeren, is het volgens beide bedrijven belangrijk om verschillende simulaties uit te voeren en de huidige wagenparkgegevens te analyseren om op een gestructureerde en optimale manier te kunnen overschakelen van ICE-voertuigen naar EV’s. Webfleet en Eaton werken daarvoor allebei met het Bridgestone EV Services Platform, dat mobiliteits- en energiegegevens integreert om die processen te stroomlijnen.
Foto: Unsplash