Experts over de realiteit na de Brexit
Wendbaarheid eens te meer cruciale succesfactor
Het Brexitakkoord heeft de handel tussen het Verenigd Koninkrijk en het Europese vasteland sterk beïnvloed. Hoewel het een betere uitkomst bood dan een ‘no deal’-scenario, leefden veel internationale bedrijven met een bang hart toe naar de inwerkingtreding van het nieuwe handels- en samenwerkingsakkoord op 1 januari 2021. Op vraag van logistieke softwareprovider Transporeon maakten enkele betrokken actoren en academici een tussentijdse balans op.
Chep, verhuurder van herbruikbare logistieke verpakking zoals pallets, containers en plastic kratten, stelde al in 2018 een multifunctioneel team aan om te anticiperen op de Brexituitdagingen. Michael Gierloff, directeur European Transport Sourcing & Supply Chain bij Chep, verduidelijkt: “Tijdens die periode traden voortdurend veranderingen op. Ondanks alle voorbereidingen viel het toch nog af te wachten hoe alles zich zou ontwikkelen. Een van onze grootste uitdagingen bestond in het transporteren van onze pallets uit het Verenigd Koninkrijk richting de Europese Unie. In totaal ging het om een flow van 26.000 trucks. We brachten begin dit jaar ook veel pallets en containers van Ierland naar het VK, om er onze voorraden op peil te houden.”
Richard Manfield, verkoopverantwoordelijke bij de Oostenrijkse transportgroep Transped Europe, beaamt dat de exacte impact van de Brexit moeilijk in te schatten viel. “We hebben alles tijdig op punt gezet, maar vreesden vooral de lange wachtrijen. De tijd die de chauffeurs zouden besteden aan de grensposten en bijhorende faciliteiten betekent voor hen een verlies van rijtijd. Ik kan mij bijgevolg inbeelden dat niet elke vrachtwagenbestuurder uitkeek naar 1 januari 2021. Verder valt het ook af te wachten hoe de situatie rond het zogenaamde Noord-Ierland Protocol zich verder zal ontwikkelen.”
Teruggevallen overzeese handel
Alan McKinnon, professor aan de Kuehne Logistics University, wijst erop dat de meest negatieve scenario’s van de Britse overheid uitgingen van wachtrijen met enkele duizenden trucks. “Dat rampscenario heeft zich gelukkig niet voltrokken”, aldus de professor. “Veel bedrijven hebben gewoon geanticipeerd door eind 2020 extra ladingen in en uit te voeren. Na de jaarwisseling vertrokken ook veel lege trucks uit het VK richting het Europese vasteland, waardoor ze gevrijwaard bleven van douanecontroles. De handelsactiviteiten tussen beide partijen bevonden zich dus op een laag pitje.”
Dat blijkt ook uit januarigegevens van het Britse Bureau voor Statistiek. De stromen vanuit het VK vielen met 40,7% terug. In omgekeerde richting ging het om een daling van 28,8%. In februari toonde de export vanuit het VK naar de EU al een mooi herstel van meer dan 46% (zie figuur). De heropleving van activiteiten vanuit de EU naar het VK verliep met een stijging van amper 7,3% duidelijk moeizamer. “Dat is op zich wel opvallend,” zegt Alan McKinnon, “aangezien de procedures om goederen vanuit het Verenigd Koninkrijk naar de Europese Unie te transporteren vandaag net complexer zijn.”
Grote bedrijven in het voordeel
Professor McKinnon merkt dat grote bedrijven zich doorgaans beter hadden voorbereid. “Zij waren op verschillende vlakken in het voordeel. Door hun ervaring met internationale handel en douaneformaliteiten vertrokken ze niet van een blanco blad. Wanneer je met een volledige truck voor één bepaalde klant rijdt, oogt de administratie ook een pak eenvoudiger dan wanneer je als kleinere speler verschillende producttypes voor uiteenlopende klantensegmenten in één oplegger vervoert. In het tweede geval loop je bij vertragingen of inbeslagname van één product ook het risico een pak klanten te ontgoochelen. Tal van kleinere ondernemingen hebben hun overzeese activiteiten om die redenen – al dan niet tijdelijk – stopgezet. Een studie van de London School of Economics gaat er zelfs van uit dat de handelstransacties tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie op tien jaar tijd met een derde zullen verminderen.”
Weer business as usual?
Michael Gierloff merkt vanuit de praktijk dat de situatie zich enigszins normaliseert. “Voor ons is het belangrijk om te weten welke hinderpalen onze klanten ondervinden, aangezien ze hun goederen op onze dragers plaatsen”, verduidelijkt hij. “De eerste weken van 2021 verliepen stroef, maar ik stel vast dat de situatie voor veel spelers stap voor stap richting ‘business as usual’ evolueert. Al bestaat er toch een zekere vrees voor wat nog komen moet, wanneer de vereenvoudigde aangifteprocedures bij de Britse douane ten einde lopen.”
Professor McKinnon benadrukt de sectorafhankelijke gevolgen van de Brexit. Hij haalt daarbij cijfers van de UK Food and Drink Federation aan, die er op wijzen dat de export van voeding en dranken naar de EU in februari veertig procent lager lag dan een jaar eerder. Als schuldige wijst de federatie naar de strengere controles en certificeringen die door de EU aan het einde van de overgangsperiode zijn ingevoerd. Volgens de Scottish Seafood Association nam het aftekenen van zendingen in januari zes keer meer tijd in beslag en duurde de nachtelijke doorvoer van goederen naar Frankrijk drie dagen.
Britten zoeken EU-uitvalsbasis
De professor stelt ook vast veel Britse bedrijven actief zoeken naar een uitvalsbasis binnen de EU. “Ze willen op die manier een goede toegang tot de Europese consumenten behouden. Zowel productiefaciliteiten als magazijnruimte lijken vooral in Nederland gegeerd.” In februari meldde het Netherlands Foreign Investment Agency (NFI) dat het in gesprek was met 550 Brexitbedrijven over een verhuizing of uitbreiding naar Nederland. Het ging daarbij niet alleen om Britse bedrijven, maar ook om Amerikaanse en Aziatische partijen die vanwege de onzekerheid als gevolg van de Brexit hun huidige Europese structuur herinrichtten.
Systeemverandering
Dr. John Glen, chief economist bij het Charter Institute of Purchasing and Supply in het VK, duidt de Brexit binnen een breder kader. “De manier waarop de Brexit tot stand kwam, staat haaks op de traditionele invoering van nieuwe handelsverdragen. Nu was er eerst een akkoord, waarna alle actoren de formaliteiten nog moesten uitwerken.” Dat creëerde een grote onzekerheid bij alle supply chain-actoren. “Ik beschouw het als een van de systeemveranderingen en -risico’s die voortdurend opduiken”, zegt John Glen. “Denk bijvoorbeeld aan tsunami’s, handelsconflicten, aanslagen of het vastgelopen containerschip in het Suezkanaal. Het snelle schakelen zit idealiter dus al in het DNA van de internationaal opererende bedrijven verweven.”
Vier katalysatoren
Naast de Brexit ziet John Glen vier andere katalysatoren voor verandering binnen supply chains: de klimaatagenda, verhoogd protectionisme, cybersecurity en tot slot artificiële intelligentie en big data.
De klimaatagenda
Dr. John Glen: “Een studie van het Wereld Economisch Forum en Boston Consulting Group duidt dat we ons zeker moeten focussen op de acht supply chains die de helft van de globale CO2-emissie vertegenwoordigen: voeding, bouw, elektronica, veel verkochte consumentengoederen (FMCG’s), mode, vracht, de automobielindustrie en professionele diensten. Ze zijn in hoofdzaak aangestuurd door een beperkt aantal grootspelers. Krijg hen aan boord en je boekt al een stevige progressie. Wanneer we de uitstoot van die sectoren naar nul terugbrengen, stijgen de prijzen voor de eindverbruiker met amper één tot vier procent. Duurzame keuzes zijn dus niet enkel weggelegd voor de welstellende bevolking. Dat vormt meteen een extra argument voor een hogere participatie vanuit de bedrijfs- en investeringswereld.”
Dr. John Glen gaf uit dezelfde studie mee hoe de bedrijfstakken ‘aankoop’ en ‘supply chain’ het verschil maken op het vlak van duurzaamheid. “Het begint bij het meenemen van duurzaamheid in het productdesign, gevolgd door het vastleggen van ambitieuze aankoopstandaarden. Daarnaast vormen ook een (her)evaluatie van de grondstoffenbronnen en van de samenwerking tussen alle betrokken actoren belangrijke factoren voor een duurzamere supply chain.”
Verhoogd protectionisme
Dr. John Glen merkt dat protectionisme vaak uit economische overwegingen plaatsvindt. “Bedrijven en economieën willen hun eigen bedrijfsvoering beschermen tegen goedkopere producten uit groeilanden. Milieuzorg vormt daarbij maar zelden een argument, terwijl de maatschappelijke relevantie ervan niet te onderschatten valt.”
Cybersecurity
“Het blijft moeilijk voor bedrijven om op een cyberaanval te anticiperen, terwijl de potentiële impact misschien wel die van de coronapandemie overstijgt”, gaat hij verder. “Het continu opvolgen van die dreiging zal nog aan belang winnen. Het spreekt voor zich dat de impact het grootst is bij bedrijven waar gigantische dataflows plaatsvinden en grote volumes aan klanten- of patiëntengegevens circuleren. Naast de rol van eigen beveiligingsmechanismen zie ik het aantal stresstesten door externe bedrijven toenemen.”
AI en big data
Dr. John Glen vindt dat we onszelf op het vlak van artificiële intelligentie en big data nog niet al te hard op de borst hoeven te kloppen. Hij vergelijkt het met het traject tussen de opkomst van de eerste gsm’s en de smartphones zoals we die vandaag kennen. “Tussen het eerste mobiele toestel en de iPhones van de nieuwste generatie zijn bijna drie decennia verstreken. Producenten voegden onderweg voortdurend innovaties toe en zorgden voor optimalisering. Wat mij betreft, bevinden AI en big data zich vandaag dichter bij het stadium van de eerste gsm’s dan dat van de intuïtieve smartphones van vandaag.”
KD
Extra Info - 1 januari 2022: einde versoepelingen Britse douane
De verschillende gesprekspartners beschouwen het einde van de versoepelingen bij de Britse douane als een nieuw zwaartepunt. Maar waarover gaat het precies? De Britse overheid heeft de nieuwe douaneregels voor de invoer van bepaalde goederen uit de Europese Unie met een half jaar uitgesteld. De versoepeling is dus van toepassing op bedrijven die vanuit de EU of derde landen goederen exporteren naar eigen vestigingen in het Verenigd Koninkrijk of op bedrijven die uitvoeren naar klanten in het VK op basis van een Incoterm die hen verantwoordelijk stelt voor de import. Het gaat om uitstel van de inspecties op de import van voedingswaren. Voor producten van dierlijke oorsprong geldt 1 oktober 2021 nu als nieuwe startdatum, voor producten van plantaardige oorsprong is 1 januari 2022 als deadline vastgepind.
Roel van ’t Veld, adviseur op het gebied van de Brexit bij de douane, raadt de betrokken bedrijven aan hun databeheer nu al op orde te stellen, zodat ze optimaal voorbereid die nieuwe fase in de Brexitsaga kunnen aanvatten.