Drones verkennen het logistieke landschap
Euka belicht de perspectieven van drones
Geregeld zien we in de media drones voorbijvliegen. Het aantal toepassingen waarvoor ze worden ingezet, neemt dan ook razendsnel toe. Hoewel pakketleveringen via drones nog niet voor morgen zijn, groeien de mogelijkheden ook in het logistieke landschap gestaag. Een verhelderend gesprek over de snelle evoluties met Kevin Logist, community & innovation manager bij Euka, de Vlaamse cluster die de nieuwe drone-economie wil versnellen, verbreden en verdiepen.
De opzet van Euka is om als ‘enabler’ voor de industrie de verschillende partijen samen te brengen in een complexe markt en zo innovatieve ontwikkelingen te stimuleren (zie ook kader). In de eerste plaats zijn dat de bedrijven die in drones een oplossing voor hun uitdagingen zien en de aanbieders van achterliggende technologieën. Daarnaast worden ook kennisinstellingen – zoals Imec en Vito – en overheden op diverse niveaus nauw betrokken. Op die manier wil Euka vermijden dat iedereen op zijn eigen eiland blijft ploeteren.
Kevin Logist: “Die aanpak werpt zijn vruchten af. Zo merken we dat een structureel platform aanbieders een betere kijk biedt op de doelgroep voor de oplossingen die ze aan het ontwikkelen zijn. Verder helpen we bedrijven het potentieel van drones te onderzoeken voor de problemen die zij hebben. Ontwikkelaars van sensoren, dronebouwers en bedrijven of overheden die willen investeren, kunnen bij ons met hun idee terecht, waarna wij ze faciliteren om daarmee tot de markt te raken. We kunnen ook samen met bedrijven bekijken op welke financieringsinstrumenten zij een beroep kunnen doen. Op die manier dragen we ons steentje bij tot de gezamenlijke creatie en uitrol van oplossingen.”
Wetgeving mag drones niet kortwieken
BL: “Een van de grote pijnpunten als het op commerciële drones voor buitengebruik aankomt, is de zeer strikte wetgeving, die – niet onbegrijpelijk – de veiligheid vooropstelt. Proberen jullie ook op dat vlak het pad voor gebruikers van drones te effenen?”
K. Logist: “Uiteraard. Als het op veiligheid, privacy en licenties aankomt, fungeren wij in feite als lobbymachine. We voeren bijvoorbeeld op gezette tijdstippen gesprekken met het bevoegde federale kabinet van Mobiliteit. Ons doel is de wetgeving flexibel genoeg te krijgen om industriële dronetoepassingen vlot te kunnen uitrollen en te testen. We zijn ook sterk betrokken bij de nieuwe Europese regelgeving die eraan komt.”
BL: “Wat is momenteel de stand van zaken wat die Europese regelgeving betreft?”
K. Logist: “Tot november 2018 kon er openbaar gereageerd worden op de draftversie van de vernieuwde Europese spelregels voor dronevluchten. Momenteel worden de laatste aanpassingen en aanpassingen verwerkt, zodat de Europese Commissie die kan opnemen als Europees kader voor alle lidstaten. Het best-case scenario is dat de implementatie van de nieuwe regelgeving ten laatste in september 2019 plaatsvindt.”
“In het kader van de publieke bevraging hebben wij ons eigen beleidsadvies aan de nieuwe regels getoetst. Op basis daarvan geloven we er – mits enkele kanttekeningen – in dat de nieuwe Europese regels eindgebruikers en technologische aanbieders meer ademruimte kunnen geven. Toch kan de specifieke Belgische situatie – een dichtbevolkt land met veel beperkende zones – nog steeds verhinderen dat drones de nodige bewegingsvrijheid krijgen. Het is onze taak om mee een evenwicht te zoeken tussen een maximale veiligheid en de broodnodige flexibiliteit.”
BL: “Hoewel het nog wel even zal duren voordat drones onze pakketjes aan de deur bezorgen, mogen we ervan uitgaan dat aanbieders zich toch al op dat moment voorbereiden?
K. Logist: “Absoluut. Zo heeft internetgigant Amazon – die deel uitmaakt een internationaal droneconsortium – eind vorig jaar beslist om onderzoek en demonstraties uit te voeren op DronePort. Op die manier kan ook de interactie met bemande vliegtuigjes worden uitgetest. Bovendien is een van onze leden het Antwerpse Unifly, dat software ontwikkelt om onbemande voertuigen te kunnen opvolgen en ze onderling met elkaar te laten communiceren. Ook zij zullen daarin een rol spelen.”
BL: “Zelfs al wordt de wetgeving milder, dat neemt niet weg dat de obstakels om pakketten aan huis te leveren groot blijven, met name in dichtbevolkte gebieden.”
K. Logist: “Ook daaraan wordt gewerkt. Het West-Vlaamse bedrijf Drone Future uit Zedelgem, bijvoorbeeld, heeft een lift ontwikkeld die eenvoudig aan de gevel van een appartementsgebouw kan worden gemonteerd en die in verbinding staat met nieuwe of bestaande brievenbussen. Een drone kan dan met behulp van een zogenaamde smartbox pakketjes boven op het dak van het gebouw in de lift plaatsen. De achterliggende sorteersoftware zorgt er vervolgens voor dat het pakketje in de juiste brievenbus belandt. Dat systeem voorkomt dat een drone tussen mensen moet landen en verlaagt bovendien het risico op diefstal en vandalisme.”
BL: Hoever staat dat bedrijf intussen met die oplossing?
K. Logist: “Dat systeem is weliswaar nog in volle ontwikkeling, maar na een geslaagde ‘Proof of Concept’ kunnen de eerste testen in een realistische omgeving starten. Ook daarvoor kan dat bedrijf op DronePort terecht. Het is fijn om te weten dat er in Vlaanderen bedrijven zijn die een hefboom trachten te creëren om pakjesleveringen via drones te stimuleren.”
BL: “Uiteraard is er ook nog de maatschappelijke aanvaarding. In hoeverre zijn mensen al bereid om constant drones boven hun hoofd te zien vliegen?”
K. Logist: “Dat wordt inderdaad wennen. Los van de wetgeving kan het best lang duren voordat mensen ermee kunnen leven dat drones hun pakjes komen afleveren. Voor specifieke toepassingen – bijvoorbeeld in de medische sector – is de aanvaarding groter. Zo werd eind vorig jaar onder de naam Helicus Aero Initiatief een testprogramma opgezet om medicatie en monsters van menselijk weefsel, bloed en urine via drones tussen verschillende ziekenhuiscampussen van GasthuisZusters Antwerpen (GZA) te transporteren. De bedoeling is dat de drones met hun lading van dak tot dak vliegen, op een kruishoogte van 150 meter. Op die manier blijven de drones binnen de grenzen van het zogenaamde lage luchtruim. In de tweede helft van dit jaar gaan de eerste testvluchten van start. We merken dat burgers met dergelijke initiatieven geen problemen hebben.”
De wortels van Euka als dronecluster
Een vijftal jaar geleden legde ondernemer Mark Vanlook samen met een groep vrijwilligers de basis van Euka. Dit vanuit de overtuiging dat drones wel eens een belangrijke rol zouden kunnen gaan spelen in de jaren die zouden volgen. De officiële aftrap van Euka kwam er in 2015, tijdens de eerste Drone Convention op C-Mine in Genk. Tot op vandaag is Mark Vanlook voorzitter van de Vlaamse dronecluster.
Kevin Logist, community & innovation manager bij Euka: “Het idee om een dronescluster op te richten, is zeker niet nieuw. Alle Europese landen hebben er op z’n minst wel een. Maar terwijl andere organisaties vaak in eerste instantie luchtvaartliefhebbers met een gezonde interesse voor drones verenigen, vertrekken wij vanuit de industrie. Drones toepassen binnen bedrijfsprocessen staat voor ons dan ook voorop.”
Sinds een paar jaar krijgt Euka de steun van Vlaio (Agentschap Innoveren en Ondernemen), dat zijn schouders wil zetten onder industrieën en technologieën van de toekomst. Die ondersteuning en erkenning heeft de nodige hefboom gecreëerd om innovatie- en R&D-dossiers vlotter op te starten.
Omdat België een kleine markt is, is Euka ook een partnership aangegaan met Flanders Investment & Trade. De bedoeling daarvan is ideeën en oplossingen over de grenzen heen te krijgen. Enerzijds speelt de deelname aan beurzen hier een belangrijke rol in, anderzijds onderhoudt Euka nauwe contacten met dronesverenigingen in het buitenland. Op die manier wil Euka de Vlaamse drone-industrie op de wereldkaart zetten.
Drones in magazijnen
BL: “In het magazijn is het wel mogelijk om al vrij met een drone te experimenteren, bijvoorbeeld om de voorraad te tellen. Daar zijn het weer andere obstakels, zoals de indoor lokalisering, interferentie en objectherkenning die drones stokken in de wielen kunnen steken.”
K. Logist: “Daar is het inderdaad een kwestie van ‘trial and error’. Maar dat daar potentieel zit, bewijst wel dat er momenteel heel wat op dat vlak wordt geëxperimenteerd. Zo hebben we samen met researchers van Imec en Flanders Make een automatische inventariesatiedrone ontwikkeld en getest. Die test maakt deel uit van het Living Lab ‘Smart Connectivity’ binnen het Industrie 4.0-programma van de Vlaamse overheid.”
BL: Hoe werkt zo’n inventarisatiedrone precies?
K. Logist: “Die drone is in staat QR-codes te scannen. Het is daarbij mogelijk vanop afstand het scanningproces te volgen. Bovendien kan de drone automatisch zijn landingsplaats detecteren als zijn scanningsvlucht voltooid is. Op die manier is in feite geen menselijke interventie nodig. De demo die we begin dit jaar hebben gedaan, was alvast succesvol. Hier zien we wel degelijk een businessopportuniteit voor magazijnen in.”
Technologische vooruitgang
BL: “Als je de evoluties van de voorbije vijf jaar zou moeten samenvatten, wat komt dan het sterkst naar voren?”
K. Logist: “Er is op alle vlakken een enorme vooruitgang geboekt. In de eerste plaats op het vlak van wetgeving, zoals aangehaald. In 2014 konden we zelfs niet van een wetgeving spreken, pas in 2016 is de huidige wetgeving ontstaan. Wij waren een van de laatste Europese landen die een – bovendien zeer strenge – wetgeving hadden, waardoor we al van meet af aan met een zekere achterstand kampen tegenover de ons omringende landen. We hopen dan ook dat met de Europese regelgeving die er nu aan komt, de drones in ons land in een stroomversnelling raken. Dat België beslist heeft zich aan te sluiten bij de kopgroep om die wet als eerste te implementeren, geeft in elk geval goede hoop.”
“Maar bovenal is de technologie de laatste jaren gigantisch geëvolueerd. Toen Euka vijf jaar geleden nog in de kinderschoenen stond, konden drones niet veel meer dan wat rondvliegen. Drie jaar geleden hadden veel drones nog moeite om obstakels te vermijden. Vandaag kunnen ze zich daar over het algemeen al heel vlot rond manoeuvreren. Er komen bovendien nieuwe types drones met meer mogelijkheden, ook voor de logistiek. Denken we maar aan de CargoCopter, die in 3D wordt geprint. Dat toestel kan tot 5 kilogram tillen, 60 kilometer ver vliegen en haalt een snelheid van meer dan 100 kilometer per uur. Een grote troef is bovendien het hybride concept, waarbij vleugels worden gecombineerd met een multicopter. Op die manier kan de CargoCopter verticaal opstijgen – wat in de stad bijvoorbeeld een plus is – maar daarna gewoon met vleugels vliegen, waardoor hij langere afstanden kan afleggen en minder energie verbruikt.”
BL: Ook de snelle ontwikkeling van de technologie op en rond de drones zal niemand ontgaan zijn.
K. Logist: “De technologie ontwikkelt zich inderdaad razendsnel. Alleen al de gewone high definition camera’s kunnen tegenwoordig al een berg aan data verzamelen, wat eveneens perspectieven voor de logistiek biedt. Je hebt tegenwoordig trouwens tal van alternatieven voor specifieke toepassingen, zoals infraroodcamera’s. Verder is de technologie veel veiliger geworden. De drones van tegenwoordig weten dat ze linea recta terug naar hun basisstation moeten als er zeg maar een rotor uitvalt. Ook wordt nu vaak gebruik gemaakt van zes of acht rotoren in plaats van vier, wat eveneens een grotere veiligheid garandeert. Verder evolueert de batterijtechnologie pijlsnel. Terwijl een standaard drone vroeger amper twintig minuten zelfstandig in de lucht kon blijven, is dat nu in bepaalde omstandigheden al drie kwartier of zelfs een uur. Er bestaan ook drones die via een kabel permanent met stroom worden gevoed, wat bijvoorbeeld interessant is bij het gebruik op verkeersknooppunten. Ook daar was er een paar jaar geleden nog geen sprake van.”
BL: Kunnen we stellen dat ook het aantal fabrikanten van drones is toegenomen?
K. Logist: “Inderdaad. Van oudsher wordt de dronesmarkt wel zeer sterk door China gedomineerd, zeker als het om de huis-tuin-en-keukendrone gaat. We kunnen gerust stellen dat je hier in tachtig procent van de gevallen te maken hebt met een drone van DJI, de marktleider op het vlak van consumentendrones. Daarnaast heb je nog een aantal sterke Franse merken en enkele kleinere producenten in de VS. De Belgische fabrikanten die zich op drones focussen, zijn vooral nichespelers. Zo heeft DroneMatrix een drone ontwikkeld die gespecialiseerd is in bewakingstoepassingen. Dat toestel kan bijvoorbeeld automatisch patrouilleroutes volgen en intelligente beeldanalyses doen. Het Zomergemse Stormbee legt zich dan weer toe op 3D-scanning. Hun drones kunnen een terrein volledig in 3D in kaart brengen. Je mag onze Belgische technologische bedrijven dus allerminst onderschatten als het op de verdere uitbouw van het dronelandschap aankomt.”
BL: Tot slot, waar denkt u dat drones over vijf jaar zullen staan?
K. Logist: “Als je ziet hoe sterk drones de laatste vijf jaar al zijn geëvolueerd, kunnen de wildste voorspellingen wel eens uitkomen. Nu zijn we bijvoorbeeld bezig met een haalbaarheidsstudie in de bouwsector, waarbij we bekijken of we drones kunnen inzetten als hulpje voor bouwvakkers. Zo zou een bouwvakker op zijn smartphone kunnen ingeven dat hij een boormachine nodig heeft, waarna de drone die op een andere locatie kan halen. Het is ook niet ondenkbaar dat een drone in de toekomst mee muren van huizen helpt te zetten. Om maar een idee te geven waar het naartoe kan gaan… Sowieso ben ik ervan overtuigd dat drones in de toekomst in heel wat sectoren een belangrijke bijdrage kunnen leveren.”
DronePort als proeftuin
Een belangrijke stap in de evolutie van Euka is de ontwikkeling van de DronePort campus. Die bevindt zich op het voormalige militaire vliegveld Brustem in Sint-Truiden en profileert zich als bedrijvencampus voor onbemande vliegtuigsystemen en bedrijven in de dronesector. Mark Vanlook staat in voor de aansturing van de Vlaamse dronehub, die begin dit jaar officieel werd ingehuldigd.
Naast kantoren, een incubator voor start-ups en testfaciliteiten, biedt deze site toegang tot een volwaardige drone community. Zo kunnen dronepiloten er experimenteren in drie gecontroleerde outdoor testzones. In die zones kan er hoger worden gevlogen dan normaal is toegelaten. Bij DronePort kunnen organisaties eveneens terecht voor coaching en sectorgebonden knowhow, ondersteuning bij bijvoorbeeld droneregistraties, voor het certificeren van dronepiloten en verzekeringskwesties. Ook onderzoek en ontwikkeling spelen op deze site een sleutelrol. DronePort is tevens een partner van de Belgische Civiele Luchtvaartautoriteit (BCAA).
Hoewel DronePort en Euka aparte entiteiten zijn, bestaat er wel een nauwe en structurele samenwerking tussen beide.
Kevin Logist, Euka: “Voordien deden onze leden ook al testen op de site, die nog steeds wordt gebruikt voor sportvliegtuigjes bijvoorbeeld. Zo voerden bedrijven er indoor testen uit in een hangar, beschikten ze er over een landingsbaan voor drones met ‘fixed wings’ en hadden ze een locatie waar quadcopters getest konden worden. DonePort kreeg nu evenwel de toestemming om nu veel vlotter te testen, zonder dat daar de gebruikelijke administratieve mallemolen aan te pas komt om te mogen vliegen in een luchtvaartzone. Denk daarbij aan BVLOS-vliegen (Beyond Visual Line of Sight) en nachtvluchten. Euka is sinds januari 2019 ook gevestigd op DronePort. Tussen de andere bedrijven bereiken we veel vlotter onze doelstellingen. Het is hen prettig om te weten dat ze hier over een proeftuin beschikken waar ze vlot zaken kunnen testen. Nu het DronePort-gebouw er staat, lopen er opvallend meer vragen binnen. We zijn er dan ook van overtuigd dat DronePort vandaag een cruciale schakel binnen ons netwerk is.”