Combineer verschillende handlingtechnieken
Logflow geeft antwoord op vraag naar flexibele magazijnen
Augmented reality, artificiële intelligentie, blockchain, drones, Google Glass, robots, spraaktechnologie,… We worden overspoeld door nieuwe technologieën en ze lijken almaar sneller te komen opzetten. Ze dringen binnen in onze huishoudens, onze hobby’s, maar ook de bedrijfswereld zetten ze op hun kop. Eric Vandenbussche, zaakvoerder van Logflow, maakt ons wegwijs in de vele vernieuwingen waarmee warehousing te maken krijgt.
“Tien jaar geleden moesten we onze klanten nog uitleggen wat een warehouse management system (WMS) is”, begint Eric Vandenbussche. “Nu merken we dat WMS binnen alle soorten bedrijven is gekend. Intussen hebben allerhande vormen van automatisering in het warehouse hun meerwaarde bewezen, boomt het aanbod van systemen en dalen de prijzen, waardoor hoogtechnologisch handling equipment meer en meer toegankelijk wordt. Maar het grote aanbod maakt de keuze voor de juiste technologische vernieuwing moeilijker.”
Flexibiliteit, reactiviteit en snelheid
Aangezien technologie snel evolueert en de maatschappij, de markt en het consumentengedrag constant veranderen, is het belangrijk dat bedrijven zich flexibel opstellen. Ze moeten kunnen inspelen op de veranderende vraag en daarbij is snelheid van belang. Bedrijfsleiders vragen zich dan ook af of zware investeringen in de nieuwste handling equipment wel zullen renderen, als dat binnen de vijf jaar wellicht niet meer volledig met de behoeften overeenstemt. Eric Vandenbussche: “Dat soort vragen waren vroeger niet aan de orde. Het besef groeit dat wat nu wordt geproduceerd, niet vanzelfsprekend ook over vijf jaar wordt geproduceerd. En wat met de wijze van bestellen, opslag en distributie? Waar staan we binnen enkele jaren? Daarbij denken we niet alleen aan e-commerce, maar ook aan de nieuwe trends. In de mode bijvoorbeeld worden de traditionele winter- en zomercollectie vervangen door nieuwe collecties om de acht weken. Vandaar dat bedrijfsleiders in flexibele systemen willen investeren.”
BL: En zijn de huidige oplossingen voldoende flexibel om snel op veranderingen te reageren?
E. Vandenbussche: “Dat valt vaak tegen. Klanten komen bij ons aankloppen, omdat ze niet snel genoeg op wijzigingen kunnen reageren. Veel waardevolle technieken blijken plots een ‘bottleneck’. Vaste conveyors die de productiehal doorkruisen, pure rigiditeit. Velen hebben grote voorbereidingszones aan hun automatisch magazijn waar ze alle gepickte pallets gedurende de dag kunnen klaarzetten voor transport. Dat is traagheid creëren. Idealiter zet je ladingen pas klaar wanneer de vrachtwagen het terrein oprijdt. Zo geef je de klant de mogelijkheid om zijn ordersamenstelling tot net voor laden te veranderen. Snelheid wordt dus steeds belangrijker en dat niet alleen bij e-commerce, maar ook daarbuiten. Om in het magazijn snel te kunnen schakelen, heb je nood aan reactieve systemen en realtime visibiliteit op de activiteiten. Je moet weten wat zich waar bevindt en over nauwkeurige informatie beschikken.”
BL: Wat moet je doen om realtime te kunnen reageren?
E. Vandenbussche: “Er is software nodig die realtime veranderingen kan doorvoeren. Aan de kant van de handlingsystemen adviseren wij om verschillende technologieën met elkaar te combineren, zodat ze elkaar versterken. Want vrijwel elke technologie biedt een oplossing binnen een bepaalde problematiek, maar vrijwel nooit voor het gehele plaatje. Denk aan verticale liftsystemen en miniloads. Waardevol, maar zelden een globale oplossing.”
“Robots en AGV’s zijn toestellen die gemakkelijk herprogrammeerbaar zijn waardoor hun toepassingsveld enorm ruim wordt. Een WMS heeft ook die flexibiliteit om zich aan nieuwe situaties aan te passen, omdat het systeem herparametriseerbaar is. We moeten alles in de juiste ICT-architectuur opbouwen. Het WMS moet als algemene regulator optreden, die constant opdrachten geeft aan de onderliggende systemen, waaronder het warehouse control system (WCS). Het WCS van een ‘automated storage and retrieval system’ (AS/RS) weet niet of bakken moeten worden opgeslagen of tijdelijk gebufferd, maar het hoeft die kennis niet te hebben, want die komt van het WMS. Het WMS dirigeert de bewegingen, het WCS voert ze uit. Ook de kranen en robots krijgen hun opdrachten uit het WMS via het WCS. Stuur ze niet aan uit het ERP-systeem, want dat is om problemen vragen. Flexibiliteit moet dus overal ingebakken zitten en dat weten de producenten van automatische rigide systemen ook. Daarom komen ze regelmatig met nieuwe oplossingen zoals shuttlesystemen. Of één logge hoogbouwkraan wordt vervangen door drie boven elkaar opererende kleinere kranen. Hierdoor is een hogere reactiviteit en flexibiliteit mogelijk.”
BL: Zijn traditionele systemen dan achterhaald?
E. Vandenbussche: “Lange tijd kochten bedrijven een aantal systemen, waarvan ze dan een geheel probeerden te maken. Of ze bezochten een bedrijf met een vooruitstrevend magazijn dat goed werkte, waardoor ze ervan uitgingen dat het systeem ook in hun magazijn goed zou werken. Maar dat copy-paste-denken is voorbijgestreefd, aangezien een magazijn almaar complexer en meer hoogtechnologisch wordt. Oplossingsgericht denken wordt veel belangrijker. Een systeem staat niet meer op zich, maar er is een context waarin het samenwerkt met software en oplossingen van andere leveranciers. De logistieke principes worden gecombineerd met IT-logica. Zo is het nieuwe distributiecentrum van bol.com een on-site samenwerking tussen verschillende actoren die het e-fulfillment moeten waarmaken.”
“Wij kijken zowel naar de korte als naar de lange termijn en implementeren systemen die de lange termijn niet hypothekeren. Vaak maken we van vijf verschillende systemen één systeem. Als een van de systemen niet langer bijdraagt tot een optimale throughput, hoef je enkel dat systeem te vervangen. We hebben een project lopen met een miniload-systeem dat vijftien verschillende functies voor zijn rekening neemt. Doordat we veel meer doen met de miniload dan enkel opslag, kunnen we het magazijn efficiënter aansturen met het AS/RS als traffic controller. Die miniload wordt als het ware het kloppende hart van het magazijn en kan in combinatie met andere systemen veel meer dan zijn oorspronkelijke functie.”
Beheersing van masterdata en informatie cruciaal voor efficiënt magazijn
Om snel te kunnen reageren op veranderingen in de markt, moeten bedrijven snel kunnen schakelen. Ze hebben daarvoor heel veel informatie nodig. Data en vooral correcte data zijn van levensbelang. Meer dan de helft van de magazijnen blijkt te weinig of onjuiste masterdata te hebben, waardoor de stromen in het magazijn onvoldoende op elkaar kunnen worden afgestemd en het magazijn aan efficiëntie inboet.
E. Vandenbussche: “Zonder voldoende masterdata kun je de pickingstrategieën niet intelligenter maken. Het onderste uit de kan halen betekent strategieën kunnen opzetten op basis van conversiefactoren, bewegingsklassen, kortom het gedrag van de goederen. Een magazijn moet je kunnen sturen op basis van informatie, maar wij gaan verder dan dat. We willen niet alleen de correcte data van alles wat in het magazijn aanwezig is, we willen inspelen op wat zal komen. Vandaag kennen we bij verscheping de inhoud van de zeecontainer en welke zeecontainers zich op het schip bevinden. Maar wij willen ook een melding krijgen van de containers die zullen worden gelost op het moment dat het schip bijna in de haven aanmeert, zodat alles kan worden geregeld om de container goed te ontvangen. De volgorde van de containers kan op voorhand worden bepaald, zodat de containers die dringend nodig zijn in de containerterminal vooraan worden geplaatst en zo rechtstreeks en snel naar het distributiecentrum kunnen. Andere containers die nog niet nodig zijn in het hoofdmagazijn, kunnen dan eventueel naar een buffermagazijn worden gebracht.”
BL: Systemen moeten met elkaar samenwerken. Maar vindt die samenwerking ook tussen verschillende bedrijven plaats?
E. Vandenbussche: “Dat is toch wat we meer en meer zien. Bedrijven beginnen zich af te vragen of ze hun transport niet met andere bedrijven kunnen combineren en data kunnen daar een beter zicht op geven. Het zijn allemaal mogelijkheden tot optimaliseren, maar er zijn nog veel struikelblokken. ‘Gain sharing’ is zo’n moeilijke.”
BL: Problemen beginnen vaak al bij het delen van gegevens.
E. Vandenbussche: “Velen vrezen dat hun concurrentiepositie zal verzwakken wanneer ze informatie delen. Het tegendeel is waar. In groep weet je veel meer dan als individu. Ook wij als Logflow werken geregeld met anderen samen om tot oplossingen te komen. Je moet goed beseffen dat je niet alles kent en niet in alles de beste bent, maar dat je net je eigen kwaliteiten kunt versterken door samen te werken met partners die op andere vlakken sterk zijn.”
Mens centraal, robots en cobots ter ondersteuning
Het blijkt steeds moeilijker om in het magazijn voldoende goede medewerkers te hebben. Vandaar dat bedrijven in de richting van robots worden geduwd. Maar in tegenstelling tot wat vroeger de trend leek, blijft de factor ‘mens’ cruciaal. Bedrijven automatiseren en plaatsen daarbij de mens centraal, wat wil zeggen dat hij bij zijn taken door robots en cobots wordt ondersteund. Eric Vandenbussche stelt vast dat bedrijven daarnaast meer aandacht besteden aan de ergonomie en werkomgeving van hun medewerkers.
BL: Acht u het mogelijk dat magazijnen binnenkort volledig automatisch zullen werken, zonder dat er nog mensen aan te pas komen?
E. Vandenbussche: “Dat zou best kunnen, aangezien ik al een zalmfabriek heb gezien waar nog slechts twee mensen aanwezig zijn. De gekweekte zalmen worden vanuit de vijver automatisch in de fabriek gedreven en komen er ingeblikt weer uit. Voor bepaalde stromen in het warehouse zie ik het ook wel mogelijk dat alles volautomatisch zal verlopen, maar daar zal een behoorlijk prijskaartje aan vasthangen. Als alles automatisch verloopt, dan is het maar de vraag wat er zal gebeuren met de vele laaggeschoolden die in de logistiek terechtkomen. Zelfs in bedrijven die niet voor automatisering kiezen, worden de jobs almaar ingewikkelder. Vroeger was een warehouse supervisor iemand die in het magazijn rondwandelde en een goede band met de medewerkers had. Nu moet dat iemand zijn die daarnaast ook met hoogtechnologische systemen kan werken en masterdata kan interpreteren. In de toekomst zullen veel eenvoudige jobs door robots worden overgenomen. Maar medewerkers zullen altijd wel noodzakelijk blijven om de juiste beslissingen te nemen.”
BL: Alles evolueert snel en iedereen moet op die evolutie anticiperen. Maar vaak kampen bedrijven nog met problemen waarvan iedereen denkt dat ze tot het verleden behoren. Gaat het allemaal echt wel zo snel veranderen?
E. Vandenbussche: “In negen van de tien magazijnen weten ze nog steeds niet of bepaalde orders vandaag het magazijn wel zullen kunnen verlaten. Zo blijft het moeilijk om de capaciteit te bepalen. Dat zijn problemen die zeer snel moeten worden opgelost om straks te overleven. Want de grote veranderingen zijn al op komst. Nieuwe concepten in de retail, zelfrijdende auto’s, experimenten met drones, maar ook beslissingen van de overheid. Er zijn zoveel aspecten die de warehousing kunnen beïnvloeden. Er komt heel wat op ons af, maar niet alles zal even succesvol zijn. Voorspellen waar het allemaal naartoe gaat is dus onmogelijk. Wij kunnen er enkel voor zorgen dat de magazijnen klaar zijn, geïntegreerd, met software en harde automatisering. En dat alles voldoende flexibel aanpasbaar.”