Brug tussen twee werelden

Het risico op armoede of sociale uitsluiting treft meer dan twee miljoen mensen in ons land. Tegelijk blijft jaarlijks meer dan honderd miljoen euro aan nieuwe non-foodproducten, bestemd voor dagelijks gebruikt, onverkocht. Goods to Give stelt zich tot doel een brug te bouwen tussen die twee werelden om zo de situatie van mensen in precaire omstandigheden te verbeteren.

Concreet zamelt Goods to Give nieuwe non-foodproducten in bij bedrijven om ze vervolgens te herverdelen aan minderbedeelden via een netwerk van erkende armoede-organisaties. Operations manager Jérôme Merlin legt uit hoe dat in zijn werk gaat. “Wij krijgen de producten gratis van bedrijven. Doorgaans zijn dat bekende FMCG-fabrikanten die garant staan voor kwaliteit. Een voordeel voor hen is dat ze sinds mei 2019 de btw kunnen terugtrekken van een lijst producten die ze aan een erkend herverdeelplatform als dat van ons schenken. Om onze kosten te dekken, vragen wij aan de verenigingen die producten afnemen gemiddeld tien procent van de marktwaarde van die producten. Het hoogste volume producten gaat naar sociale kruideniers omdat zij de hoogste rotatie hebben. Sociale kruideniers zijn enkel toegankelijk voor mensen die recht hebben op steun van het OCMW. Daarbij geven wij aan wat de maximale herverdeelprijs mag zijn. De rest gaat naar andere verenigingen, tehuizen en opvangcentra. Zij herverdelen de producten gratis. Ons doel bestaat erin de top tien basisproducten continu aan al die organisaties te kunnen aanbieden. Bestellen doen de verenigingen via onze solidaire webshop.”

Dichter bij de verenigingen

In de twaalf jaar dat Goods to Give in België actief is, werd al een hele weg afgelegd. Vandaag werkt de organisatie samen met ruim 500 verenigingen en 61 bedrijven die gratis producten schenken.
Jérôme Merlin: “In het begin hadden we ons centrale distributiemagazijn in Antwerpen, bij een grote logistiek dienstverlener. Dat hebben we verhuisd naar maatwerkbedrijf Atelier Chambier in Charleroi, omdat dat meer in lijn is met onze waarden, en waar we genieten van een service op maat. Op die locatie hebben we ruimte voor 900 pallets. Van daaruit worden onze afhaalpunten beleverd. Maandelijks gaan daar 200 pallets binnen en buiten. Na de verhuizing van ons logistieke distributiecentrum naar Charleroi wilden we een afhaalpunt in Antwerpen behouden. Ook in Charleroi kunnen verenigingen zelf producten komen afhalen. Dat maakt dat we begin 2023 twee afhaalpunten in België hadden, waarmee we zo’n 350.000 minderbedeelden bereikten. Dat was niet slecht, maar het kon beter.”

Om te weten wat de verenigingen verwachtten, voerde Goods to Give eerst een ‘Voice of the Customer’ onderzoek uit. “Daarbij hebben we de vragen zorgvuldig uitgewerkt, want als je niet de goede vragen stelt, krijg je ook niet de juiste antwoorden”, vertelt Jérôme Merlin. “Vervolgens hebben we samen met een aantal studenten onze verenigingen gecontacteerd. We hebben van honderd organisaties antwoord gekregen, wat voor ons voldoende representatief was. Uit de resultaten bleek dat veruit de meeste verenigingen hun producten het liefste zelf afhalen. Ze kunnen bij ons ook kiezen voor een levering via een transporteur, maar dat is duur. Vaak werken verenigingen met vrijwilligers die de producten komen afhalen, wat uiteraard een pak minder kost.”

Meer afhaalpunten creëren bleek de beste oplossing om het bereik te vergroten. Vrijwilligers willen immers niet al te ver rijden om een bestelling op te halen. Uit het VoC-onderzoek kwam naar voren dat de meeste verenigingen bereid waren om geregeld bij Goods to Give te bestellen en de producten zelf af te halen als er binnen een straal van vijftig kilometer een afhaalpunt beschikbaar was.

Welgemikte positionering van extra afhaalpunten

Toen werd de hamvraag hoeveel extra punten er moesten komen en waar ze dan precies gevestigd moesten zijn. “Om onze aanwezigheid in het centrum van het land te vergroten, waar heel veel verenigingen zitten, hebben we vrijwel meteen besloten een derde afhaalpunt in Brussel op te richten. Voor de rest van het land zaten we met grote vraagtekens”, aldus Jérôme Merlin. Daarom vroeg Goods to Give aan PwC een netwerkstudie uit te voeren. “We hebben verschillende partijen om een offerte gevraagd, maar aangezien we al een positieve ervaring met PwC hadden voor een WMS-gerelateerd project, was de keuze snel gemaakt.”

De nodige berekeningen om het ideale aantal afhaalpunten en hun positie te bepalen, voerde PwC uit met zijn beproefde netwerkdesignsysteem, dat ook bij grootschalige lokalisatieprojecten wordt gebruikt. “Toegegeven, ook zonder die tool hadden we al een idee van waar we het best afhaalpunten konden neerzetten”, zegt Jérôme Merlin. “Zo vind je in en rond de grote steden een sterke concentratie van mensen in nood terug. Het is voor ons echter te complex en te duur om bij elke grote stad een afhaalpunt te vestigen. De logistieke divisie van PwC heeft voor ons verschillende scenario’s uitgewerkt. Zo konden we er met zes afhaalpunten voor zorgen dat negentig procent van de aangesloten verenigingen binnen een straal van vijftig kilometer zouden liggen. Wilden we 95 procent van onze verenigingen binnen die straal, dan zou ons dat ineens veel meer kosten. Met het oog op een optimale kosten-baten hebben we dan ook besloten voor de eerste optie te gaan. Dankzij de analyses van PwC waren we honderd procent zeker dat we de juiste keuze hadden gemaakt. Meestal werken zij met grote bedrijven samen, dus we waren erg blij dat zij bereid waren hun schouders onder onze groeiplannen te zetten.”

Op basis van de netwerkstudie werden er drie extra locaties gezocht en gevonden: in Luik, Diepenbeek en Roeselare. Sinds 15 maart 2024 kunnen de verenigingen die bij Goods to Give aangesloten zijn dus uit zes afhaalpunten kiezen om hun bestelde producten af te halen.
J. Merlin: “Voorafgaand aan de opening van de extra afhaalpunten hebben we er natuurlijk ook over nagedacht hoe we die punten optimaal konden beleveren. Op basis van de huidige en voorspelde bestelvragen hebben we besloten met een oostelijk en een westelijk lussensysteem te werken. Daarbij wordt elke lus iedere twee weken bediend, altijd via Brussel en Antwerpen. Die centraal gelegen en grote afhaalpunten worden dus iedere week beleverd. We zijn nu volop aan het monitoren om er zeker te zijn dat de toegenomen kosten voor het ‘inter company’ transport worden gedekt door de groei van het aantal bestellingen.”

Met zijn geoptimaliseerde netwerk bereikt Goods to Give intussen zo’n half miljoen minderbedeelden. “Daarmee hebben we opnieuw een belangrijke stap in onze groeistrategie gezet”, besluit Jérôme Merlin. “Natuurlijk kan het beter en zitten we nog lang niet aan het miljoen, maar nu willen we vooral een stabiele situatie creëren van waaruit we verder kunnen groeien. Daarnaast willen we nog meer partnerbedrijven aantrekken om ervoor te zorgen dat er voldoende aanbod blijft voor al onze verenigingen. Het is belangrijk om aan beide kanten van de brug even snel te blijven groeien.”

TC