Automatiseren of niet?
Waarom automatisering steeds vaker een positieve business case oplevert
Als we het logistieke nieuws volgen, lijkt het wel of de meeste bedrijven een (semi-)geautomatiseerd magazijn hebben. Niets is minder waar. Dat veel bedrijven toch niet zo happig zijn om sterk te automatiseren, komt deels omdat ze een maximale ‘return on investment’ vooropstellen. Een lange ROI houdt automatiseringsprojecten vaak tegen. “In de huidige context moeten we evenwel verder durven te kijken dan de klassieke ROI-calculatie om na te gaan of automatisering al dan niet interessant is”, meent Tom Bonkenburg, director European Operations bij het in supply chain strategie gespecialiseerde St. Onge Company.
Dat het gros van de magazijnen nog steeds erg manueel werkt, blijkt ook uit onderzoek van St. Onge Company. Slechts zo’n tien procent van het klantenbestand van de onderneming beschikt vandaag over een sterk geautomatiseerd magazijn. Verder doet ongeveer vijftien procent van de bedrijven een beroep op mechanisering, zoals conveyors en sorters.
Uit een ander onderzoek blijkt dat vandaag slechts zes procent van de bedrijven al met automatisch geleide voertuigen (AGV’s) werkt om hun material handling in goede banen te leiden. Daarnaast denkt veertien procent erover de komende twee jaar AGV’s te gaan gebruiken of het toch in overweging te nemen. Met andere woorden, bij tachtig procent van de bedrijven zullen we dus nog niet meteen AGV’s tegenkomen.
Iets rooskleuriger is de toekomst voor robots voor logistieke toepassingen. Vandaag maakt zeven procent van de bedrijven daar al gebruik van en ongeveer een vijfde neemt ze ernstig in overweging. Dat betekent ook dat ongeveer driekwart van de bedrijven gelooft hier niet meteen een boodschap aan te hebben.
Druk op de terugverdienketel
Hoewel automatisering en mechanisering uiteraard niet voor alle logistieke omgevingen interessant zijn, ziet Tom Bonkenburg veel meer potentieel dan nu wordt benut. “Zo zorgen de schaarste aan arbeidskrachten en de hoge personeelskosten ervoor dat het voor meer bedrijven opportuun wordt om te gaan automatiseren”, zegt hij. “Toch merken we dat de weliswaar gestaag toenemende automatisering en mechanisering niet aan hetzelfde tempo volgen.”
Volgens Tom Bonkenburg komt dat door de manier waarop de meeste bedrijven naar de terugverdientijd kijken. “Om de terugverdienperiode te berekenen, worden doorgaans de projectkosten gedeeld door de maandelijkse besparingen. Dat vertaalt zich in een terugverdientijd over een bepaalde tijd. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer zestien procent van de bedrijven een terugverdientijd van minder dan twaalf maanden vooropstelt voor hun material handling equipment. Slechts vier procent van de organisaties is bereid een terugverdienperiode van drie jaar of meer te accepteren. Dit magische cijfer van drie jaar is dan ook vaak doorslaggevend bij beslissingen rond magazijnautomatisering.”
Automatiseringsbeslissing in de praktijk
Om te illustreren hoe zo’n ROI-oefening in de praktijk werkt, geeft Tom Bonkenburg een real-life voorbeeld bij een niet nader genoemde Europese retailer in decoratieartikelen. Die organisatie telt zo’n 150 winkels, 10.000 SKU’s en verkoopt daarbovenop ongeveer 15.000 eenheden per dag via e-commerce. De organisatie betrok St. Onge bij het ontwerp van een nieuw greenfield e-commerce distributiecentrum. Daarbij werden drie verschillende scenario’s naast elkaar gelegd
De eerste mogelijkheid bestond erin manueel te gaan picken (pick-to-cart en pick-to-pallet). Een best-in-class IT-systeem zou zorgen voor een efficiënt aangestuurd proces. Dit type magazijn vroeg de laagste kapitaalsinvesteringen op het vlak van material equipment, namelijk vier miljoen euro. Wel waren in dit scenario negentig medewerkers nodig om de operaties draaiende te houden.
In het tweede scenario werd mechanisering toegevoegd in de vorm van conveyors en sorters. Zo konden de medewerkers dozen rechtstreeks op conveyors zetten en rechtstreeks in dozen op conveyors picken. Naast automatisch transport werd ook de automatische labeling van afgewerkte dozen mogelijk. Zo kon het aantal vereiste arbeidskrachten tot zeventig worden teruggebracht. Logischerwijs gingen de kapitaalsinvesteringen wel de hoogte in, van vier naar zes miljoen euro. De terugverdienperiode van het material handling equipment in dit scenario bedroeg 2,5 jaar. Aangezien dat onder de drie jaar blijft, zal dit scenario in vrij veel bedrijven verkocht raken.
In het derde scenario werd daarbovenop voorzien in een goederen-naar-de-man-shuttlesysteem, robot case picking voor een beperkt aantal producten en een geautomatiseerd verpakkingssysteem. Daardoor waren er nog slechts 55 medewerkers nodig. Wel vraagt dit scenario forse kapitaalsinvesteringen, wat de uitgaven voor material handling equipment doet oplopen tot elf miljoen euro. Dat doet de terugverdientijd tot vijf jaar stijgen. Heel veel bedrijven zullen zo’n lange terugverdienperiode niet accepteren.
Verder kijken dan terugverdientijd
“Toch zou ik bedrijven aanraden zulke projecten niet al te snel af te voeren”, aldus Tom Bonkenburg. “Heel vaak wegen bedrijven de automatisering enkel af tegen de besparing op arbeidskosten. Maar wat gebeurt er als in het bedrijf in kwestie negentig mensen nodig zijn om de operaties manueel te runnen en ze vinden er slechts zeventig? Dan dreigt de retailer jaarlijks acht miljoen euro omzet mis te lopen doordat hij de items niet tijdig de deur uit krijgt. En wat als klanten na hun negatieve ervaring nooit meer terugkomen? Hoewel het tekort aan arbeidskrachten steeds vaker speelt, houden de meeste ROI-berekeningen daar geen rekening mee. Als zulke beslissingen op een hoger strategisch niveau worden genomen, worden die strategische aspecten wel veel vaker meegenomen. Op dat moment verschuift de focus van kostenbesparingen dus naar een strategische oefening en dan wordt een langere ROI vaak wel aanvaardbaar. De kunst bestaat er dus in studies rond automatisering naar een strategisch niveau te tillen.”
Wat ook kan helpen om meer automatisering binnen de magazijnmuren te krijgen, zijn alternatieve financieringsmodellen.
Tom Bonkenburg: “Dan denken we bijvoorbeeld aan leasing of ‘robotics-as-a-service’. Als je zaken kunt huren in plaats van kopen, kun je ze als een service en niet als een kapitaalsinvestering beschouwen. Dan krijg je een discussie op OPEX- in plaats van op CAPEX-niveau. Vaak is het dan mogelijk vrij lokaal te beslissen, zonder dat beslissingen op boardniveau moeten worden genomen. Dat blijkt vaak een goede oplossing voor bedrijven die wel willen automatiseren, maar het niet kunnen omdat kapitaalsintensieve investeringen worden tegengehouden.”
Stof tot nadenken
Om het potentieel van warehouseautomatisering te kunnen inschatten, krijgen we nog een overzicht van de typische drijvers met impact op de ROI (zie figuur).
T. Bonkenburg: “Uiteraard spelen hoge arbeids- en grondkosten in de kaart van automatisering. Ook als de kwaliteitseisen hoog zijn, heeft automatisering vaak een voetje voor. Al wil ik daar meteen aan toevoegen dat het ook mogelijk is om met goed uitgekiende manuele processen een hoge kwaliteit te bieden. Meestal zal het interessanter worden om te automatiseren naarmate de throughput hoger wordt. En zoals aangehaald, als je bereid bent de zaken strategisch en op de langere termijn te bekijken, is de kans ook groter dat de business case positief uitvalt.”Maar uiteraard zijn er ook factoren die automatisering minder interessant maken. Hoe complexer de magazijnactiviteiten, hoe moeilijker het wordt om efficiënt te automatiseren. In die gevallen valt het te overwegen bijvoorbeeld enkel het meest rechttoe rechtaan gedeelte van het magazijn te automatiseren en de overige activiteiten manueel aan te pakken. Ook wanneer de producten gelijkaardig zijn, is het makkelijker er een gestandaardiseerde automatiseringsoplossing voor te vinden.
Hoewel er ook flexibele automatiseringsoplossingen bestaan – zoals autonome mobiele robots – is automatisering over het algemeen minder flexibel dan arbeidskrachten. Zeker als er tussen de pieken en de gemiddelde ‘throughput’ een groot verschil zit, wordt automatiseren lastiger. Want als we de automatisering afstemmen op de pieken, worden de investeringen erg hoog. En stemmen we de automatisering af op de gemiddelde stromen, dan moeten we nog steeds een oplossing voor de piekvolumes vinden.
Automatiseren is ook lastiger als er geen duidelijk zicht op de toekomstige groei is. Heb je totaal geen idee welke richting die groei uitgaat, dan kan het interessanter zijn bij manuele operaties te blijven of te kiezen voor een automatiseringsoplossing die makkelijk op te schalen is.
En ook nog dit…
Daarnaast moeten we nog een aantal andere zaken in het achterhoofd houden als we de ROI van een automatiseringsoplossing gaan berekenen. “Zo worden onderhoudskosten – denken we maar aan (dure) onderdelen – vaak niet in de ROI van automatiseringstrajecten meegenomen, hoewel zij de ROI nog een stuk kunnen verlengen”, vertelt Tom Bonkenburg. “Op zich hoeft dat geen probleem te zijn, maar je moet er wel rekening mee houden. De ROI zal ook langer worden wanneer je de toekomstige groeiverwachtingen niet kunt waarmaken. Afschrijvingskosten zijn immers vast, terwijl arbeidskosten variabel zijn. Dan bestaat de kans dat je qua kosten per eenheid niet het verhoopte voordeel uit je automatisering haalt.”
“Besef ook dat sterke automatisering je operaties minder flexibel of zelfs obsoleet kan maken als je business plots verandert en je het over een heel andere boeg wil gaan gooien”, vervolgt hij. “Als je je systeem daar dan op wil afstemmen, kan dat lastig en duur zijn. Met andere woorden, bezint eer ge begint aan automatisering in een zeer veranderlijke business.”
Verder zal automatisering andere profielen voor de operaties vragen. “Er zullen meer ervaren managers en supervisors nodig zijn”, weet Tom Bonkenburg. “Een sterk geautomatiseerd distributiecentrum lijkt vaak meer op een fabriek dan op een magazijn. Dat vraagt een andere manier van werken en denken, met gespecialiseerd onderhoud en een sterk IT-team.”
Oog voor het volledige plaatje
Het komt er dus op aan alle genoemde pro’s en contra’s goed tegen elkaar af te wegen. Daarbij is het raadzaam, zoals aangehaald, op zoek te gaan naar mogelijke bijkomende voordelen en besparingen die automatisering met zich meebrengt, zaken die traditioneel niet in de ROI-calculatie worden meegenomen. Dan denken we aan een betere ergonomie, een aangenamere werkomgeving, lagere HR-kosten – want minder nood aan rekrutering en training – en minder tijdsverlies. Verder kan automatisering de ‘speed-to-market’ verhogen of de kwaliteit verbeteren. Dat naast het feit dat we dankzij automatisering dus ook minder last hebben van de krapte op de arbeidsmarkt.
“Het mag intussen wel duidelijk zijn dat er bij automatisering heel veel zaken spelen”, besluit Tom Bonkenburg. “We moeten dan ook steeds het totale plaatje in het achterhoofd houden. Als bedrijven bij ons aankloppen, hebben ze meestal een probleem dat ze met automatisering willen oplossen: ze krijgen niet genoeg orders op een dag hun gebouw uit of ze zitten te krap qua ruimte, etc. Dan hebben ze vaak de neiging om enkel en alleen op dat ene grote probleem te focussen. Maar als je te veel focust op het wegwerken van één enkel probleem, loop je het risico dat je jezelf op andere vlakken pijn gaat doen. Dat moet je koste wat het kost vermijden.”
TC