Ahlers vaart nieuwe koers
ASNIA analyseert data en optimaliseert logistieke netwerken
Anno 2015 koopt maritieme expediteur Ahlers de Collaborative Control Tower van Tri-Vizor, een spin-off van de Universiteit Antwerpen. Die investering zou Ahlers inzetten om zijn klanten de mogelijkheid te bieden op een transparante manier samen te laden of transportcapaciteit te delen, wat resulteert in kostenreductie en minder CO2-uitstoot. Dat het voor een maritieme expediteur een ongewone stap is om het eigendomsrecht van een software-oplossing te verwerven, daar is Ahlers zich van bewust. Het verwerven van de software en meteen ook de kennis past dan ook in een ruimer plaatje. Om zijn toekomstvisie te realiseren, zet Ahlers een nieuwe afdeling op onder de naam ASNIA met als doel het supply chain netwerk van bedrijven via data-analyse te optimaliseren. Nu drie jaar later praten we met Sven Verstrepen, hoofd van ASNIA, en Kevin Onderbeke, sales manager Supply Chain Solutions bij Ahlers, over de toenmalige verwachtingen, de huidige resultaten en de toekomst.
In onze snel veranderende wereld, gekenmerkt door disruptieve spelers als Amazon, Uber, Google en Flexport – om er slechts een paar te noemen – moeten bedrijven niet alleen alert zijn, ze moeten ook vooruitdenken. Zeker bedrijven die hun inkomsten puur uit expeditie-activiteiten putten, zullen wellicht zwaar worden getroffen door de digitalisering en de nieuwe businessmodellen.
Ahlers is al honderd jaar een traditionele maritieme speler. Een belangrijke markt waarop de onderneming zich specialiseerde, is Rusland. Toen Christian Leysen er in 1989 aan boord kwam, sprong Ahlers eveneens in het bootje van de opkomende vraag naar logistieke dienstverlening. De fysieke goederenstroom beheersen, is één zaak waarin dienstverleners goed zouden moeten zijn, inspelen op de meer recente klantenvragen inzake visibiliteit, netwerkoptimalisering, communicatiestromen, is van een andere orde. De klanten groeien mee in het digitaliseringsverhaal, de dienstverleners moeten minstens volgen en het liefst nog een stap vooruitlopen.
Bij Ahlers zijn ze ervan overtuigd dat digitalisering opportuniteiten kan bieden op voorwaarde dat ze erin slagen om het voortouw te nemen. Zoniet wordt digitalisering een ernstige bedreiging. Daarom besloot Ahlers op de digitaliseringsgolf te reageren door ICT en data-analytics in zijn dienstverlening te incorporeren.
Sven Verstrepen, hoofd van ASNIA: “We worden nog steeds als maritieme dienstverlener beschouwd en dat zijn we ook nog wel, maar het is een competitieve markt met dalende marges, een markt waarvan velen vrezen dat de gouden tijden voorbij zijn. Bovendien vroegen meer en meer klanten zoals BP, Michelin en Philip Morris om meer visibiliteit te krijgen op de landoperaties via een control tower. We hebben onszelf de strategische vraag gesteld hoe we onze klanten konden helpen en hoe we tegen de toekomst bestand kunnen zijn. Moeten we een control tower bouwen en een 4PL’er worden, een TMS-pakket aankopen of een partnership met een ICT-bedrijf aangaan? Zelf een control tower bouwen, was geen optie aangezien dat niet de kerncompetentie van een logistiek bedrijf is. En een transport management systeem aankopen bleek te duur vanwege de softwarelicentie en de jaarlijks terugkerende kosten. Maar toen bleek innovatielaboratorium Tri-Vizor op zoek naar een overnemer voor hun control tower die het mogelijk maakt goederenstromen van meerdere verladers te combineren. Tri-Vizor had als spin-off van de Universiteit Antwerpen met succes die control tower gebouwd, maar de activiteiten werden te omvangrijk en overstegen de insteek van Tri-Vizor. Het was nooit het plan om te gaan concurreren met pakweg een DB Schenker, Kuehne + Nagel of DHL.”
Alex Van Breedam, Bart Vannieuwenhuyse en Sven Verstrepen, de oprichters van Tri-Vizor en de brains achter de control tower, waren blij met de beslissing van Ahlers om de control tower te kopen. Ahlers genoot op zijn beurt van het voordeel van een eenmalige investering waarbij het zowel kennis, visie als innovatieve capaciteit in huis haalde. Sven Verstrepen ondersteunde de overdracht van de control tower en maakte nadien de overstap naar Ahlers.
Oprichting ASNIA
Al snel bleek dat de control tower niet volstond om klanten bij hun groeistrategie te ondersteunen.
Kevin Onderbeke, sales manager Supply Chain Solutions bij Ahlers: “Bedrijven veranderen hun marketingstrategie en distributiebeleid om de omzet te doen stijgen. Of ze nemen een ander bedrijf over en verwachten dat de logistiek wel zal volgen. Vaak krijgt de supply chain manager een twaalftal maanden de tijd om de logistieke keten aan te passen, zonder dat daar een grondig denkproces aan vooraf is gegaan. Die oefening lukt enkel wanneer ze methodisch en datagedreven wordt aangepakt. Wij willen en kunnen daar een rol in spelen, maar dan heb je meer nodig dan een control tower.”
Het idee om een control tower in het centrum van de digitaliseringsstrategie van Ahlers te plaatsen, werd geweerd. Operaties via een control tower ondersteunen, is geen ‘unique selling proposition’, want honderden bedrijven bieden dat aan. Een andere mogelijke piste was zich dankzij de ondersteunende software te profileren als een 4th party logistics provider (4PL) die de volledige voorraadketen controleert. Maar ook dat biedt weinig toegevoegde waarde. De marges zijn laag en Ahlers gelooft niet meer in de 4PL-markt. Het bedrijf moest een stap verder kunnen gaan en zich als een 5PL’er profileren door data-analytics in te zetten.
Daartoe richtte het een tijdelijke ‘sub-brand’ op, met name ASNIA, wat staat voor ‘Ahlers Supply Network Innovation and Analytics’. ASNIA zou als een aparte dienst functioneren, maar wel onder de paraplu van Ahlers. Zo bleef de kerntaak van logistieke dienstverlener behouden, maar kon men voor de klanten tot slimmere logistieke oplossingen komen.
Sven Verstrepen: “We hebben niet de bedoeling ons onder de vele bestaande consultants te mengen. Wij willen de operationele kennis die Ahlers in de loop van de jaren heeft opgebouwd, combineren met de resultaten van data-analyses om tot een optimale oplossing te komen. Hierbij werken we soms zelfs samen met consultants.”
Kevin Onderbeke: “Wellicht zijn er een aantal consultancybedrijven dat een voorstel kan doen om het logistiek distributiemodel van de klant in Rusland te optimaliseren op basis van data-analytics. Maar is dat wel de beste oplossing? Is ze implementeerbaar? En tegen welke kosten? Wij zijn gepokt en gemazeld in Rusland, kennen de importvoorwaarden, de lokale finesses en combineren die met de uitkomsten van de data-analyses om het optimum te definiëren. Op die manier verlossen wij de klant van alle logistieke dilemma’s, zodat hij zich kan focussen op zijn kernactiviteiten en klanten.”
Een succesvolle insteek. Drie jaar geleden, na de overname van Tri-Vizors control tower stond Sven Verstrepen er bij ASNIA alleen voor. Vandaag bestaat de dienst uit een sterk gegroeid team dat samenwerkt met innovatieve partners en academische instellingen. Er worden steeds grotere projecten uitgevoerd in heel Europa. De volgende stap bestaat erin de aanwezige kennis te dupliceren in andere landen waar Ahlers kantoren heeft en sterk aanwezig is, met name in Rusland en India. Hoewel het kenniscentrum in Antwerpen blijft, zullen de lokale medewerkers hun klanten ter plaatse dezelfde diensten kunnen aanbieden, met ondersteuning uit Antwerpen. Momenteel wordt in Sint-Petersburg al een ASNIA-team opgeleid, India is binnenkort aan de beurt.
Belang van partnerships
In de digitale wereld vinden veranderingen razendsnel plaats. Het is dan ook vrijwel onmogelijk om op alle gerelateerde domeinen over voldoende interne kennis te beschikken. Verladers hebben meestal niet de kennis, laat staan de software, in huis om zelf hun supply chain te analyseren en naar een hoger serviceniveau tegen lagere kosten te tillen. Daarvoor doen ze net een beroep op gespecialiseerde dienstverleners zoals ASNIA.
Maar ook ASNIA heeft zijn beperkingen en daarom werkt het met verschillende kennispartners samen, bijvoorbeeld met academische instellingen, die vaak veel kennis en interessante modellen hebben, maar de nodige data missen om ze uit te testen. ASNIA beschikt dan weer wel over veel data en heeft interesse in de modellen. Dat maakt van een dergelijke samenwerking een win-win.
Voor Internet of Things werkt ASNIA nauw samen met Bagaar (zie ook artikel ‘Digitalisering om concurrentieel te zijn’ in dit nummer), een bedrijf waarin de moederholding van Ahlers participeert. Ahlers heeft in zijn ecosysteem ook een samenwerking met Bram Desmet, CEO van Solventure en professor Operations & Supply Chain aan de Vlerick Business School. Bram Desmet benadert de supply chain vanuit een financiële hoek en zoekt hoe verspilling kan worden tegengegaan door betere vraagvoorspelling.
Blockchain wordt vanop een afstand gevolgd, maar er is ook een samenwerking met T-Mining, een bedrijf dat blockchain gebruikt om container handling in de Antwerpse haven efficiënter en veiliger te laten verlopen.
Bij alle partnerships draait het om de kennis die wordt uitgewisseld. Met de klanten staat persoonlijk contact voorop, wat niet wegneemt dat klanten ook toegang hebben tot online dashboards waar ze in real-time visuele analyses van hun transportnetwerk kunnen raadplegen of maritieme transportprijzen kunnen vergelijken.
Vertrouwelijk omspringen met data
Ook Sven Verstrepen kent het steeds terugkerende liedje over het gebrek aan masterdata en historische data die betrouwbaar en gestructureerd zijn, en die een bedrijf zonder al te veel problemen ter beschikking kan stellen. Naar zijn ervaring slaagt slechts tien procent van de bedrijven erin om alle data die noodzakelijk zijn voor analyses van logistieke netwerken, van de eerste keer correct en volledig ter beschikking te stellen.
S. Verstrepen: “Veel klanten stellen die hiaat pas vast wanneer wij in het kader van een analyse naar de data vragen. Zelfs voor hun IT-afdelingen is het dan onmogelijk om op korte termijn alle ‘dark data’ uit het systeem te halen. Voor ons is het soms een ware worsteling om op basis van dergelijke gegevens een betrouwbaar en accuraat advies te geven. Maar we worden hier steeds beter in. We bouwen onze modellen nu iteratief en met strikte deadlines en kwaliteitscontroles. Laat ons zeggen dat na een netwerkstudie pakweg gemiddeld tien procent kan worden bespaard. Maar of het bedrijf erin zal slagen om dit potentieel te identificeren, staat of valt met de aanwezigheid en de kwaliteit van de logistieke data.”
Daarom start ASNIA vaak met kleine testprojecten die nood hebben aan een beperkte hoeveelheid data. Zo leren beide partijen elkaar kennen en krijgt ASNIA al snel een idee over de kwaliteit van de gegevens. Bovendien biedt het diensten aan om klanten te helpen met het verzamelen en opkuisen van data. Een enorme meerwaarde aangezien concepten zoals Physical Internet er tegenwoordig vanuit gaan dat de data er zijn en dat ze clean zijn.
Hoewel het evident is dat een data-analyse gebaseerd is op data, zijn de klanten niet altijd bereid om gevoelige gegevens zomaar vrij te geven. Ze willen ook weten wat er met hun gegevens zal gebeuren, wie ze zal zien en in hoeverre ze worden afgeschermd van de operaties van Ahlers. Sven Verstrepen legt uit dat de gegevens bij ASNIA erg vertrouwelijk worden behandeld en zijn afgeschermd met NDA’s. ASNIA wenst zich in zijn onderzoek en aanbevelingen volledig bedrijfsneutraal op te stellen. Het impliceert dat voor mogelijke optimalisering een concurrent van Ahlers moet kunnen worden aanbevolen.
S. Verstrepen: “Een van onze klanten vroeg ons een netwerkanalyse om de optimale plaats te bepalen voor de vestiging van een centraal distributiecentrum in Rusland. Voorraad moet zo dicht mogelijk bij de klanten zitten en onze bestaande Ahlers magazijnen in Sint-Petersburg lagen te ver van de nieuwe groeimarkten. Het resultaat van de analyse gaf aan dat de magazijnen beter oostelijker zouden liggen, in Cheljabinsk. Hoewel dat de klant zou doen wegtrekken uit de magazijnen van Ahlers, hebben we toch Cheljabinsk geadviseerd. Toegegeven, de eerste keer dat zoiets voorvalt, zorgt dat intern wel voor discussies, maar we willen nu eenmaal betrouwbaar advies geven. Uiteindelijk is het voor Ahlers heel positief uitgedraaid, want we werden gevraagd om in Cheljabinsk de nieuwe magazijnen te bouwen. Dit maar om aan te tonen dat data-analyses disruptief kunnen zijn voor Ahlers zelf.”
Doordat ASNIA intussen al drie jaar bewijst dat het op een vertrouwelijke manier met data omgaat, ondervindt het als onderdeel van een logistiek bedrijf nog amper problemen om data van klanten te krijgen. De volgende stap is om de tijdelijke naam ASNIA te laten verdampen en de data-analytics en innovatiediensten gewoon onder de naam van Ahlers op de markt te brengen.
S. Verstrepen: “Bij de start gingen we ervan uit dat vooral bestaande Ahlers-klanten gebruik zouden maken van de ASNIA-diensten. De kruisbestuiving tussen operationele kennis en analyses zou interessant zijn. Maar veel klanten van Ahlers zijn chemiebedrijven en zij gaan trager om met de digitale veranderingen. Er heerst bij die bedrijven immers een strenge veiligheidscultuur, wat disruptieve verandering sterk bemoeilijkt. Bovendien zijn de marges er nog vrij hoog en de logistieke kosten relatief laag, waardoor er minder druk is om een en ander opnieuw te bekijken. Bij de consumentengoederen en retail ligt dat anders en vonden we veel nieuwe businesses. Kortom, aangezien een groot deel van onze data-analytics klanten expeditieklanten zijn, hoeft de naam ASNIA voor de duidelijkheid niet echt.”
Richting Physical Internet
ASNIA gebruikt een heel arsenaal aan softwareoplossingen om zijn analyses te ondersteunen. De control tower is dan ook maar één onderdeel van een groter geheel geworden. Waar de focus aanvankelijk vooral lag op de analyse van historische data om beslissingen te nemen en de supply chain te optimaliseren, verschuift de focus meer en meer naar analyses op realtime data en forecasting van volumes en kosten. Het spreekt voor zich dat dergelijke analyses dan ook in realtime moeten gebeuren. ASNIA experimenteert daarom al voorzichtig met machine learning en artificiële intelligentie. Zo is Ahlers sinds kort zelfs partner in een Europees Horizon 2020 consortium voor machine learning in logistiek.
S. Verstrepen: “We geloven ook sterk in Physical Internet, een concept dat de principes van digitalisering en logistiek combineert, waarbij samenwerking centraal staat en waardoor klanten hun supply chain netwerk van begin tot eind kunnen optimaliseren. Een digitale kopie van de maritieme omgeving hebben we al draaiende dankzij de technologie van Logit One. Het stelt ons in staat om containers te boeken, de route uit te stippelen over land of over zee, realtime de positie van containers te volgen en de aankomsttijden te voorspellen. Het volledige netwerk, ook al komen er tijdens de hele rit tientallen partners aan te pas, is zichtbaar op één platform waarop de klant kan inloggen. Tegen 2050 zou Physical Internet overal zijn ingeburgerd. Maar zelfs als het niet zo’n vaart loopt, willen we er klaar voor zijn en het zelfs nog liever mee aansturen.”
Physical Internet steunt ook op het principe van horizontale samenwerking, wat impliceert dat bedrijven onderling data moeten uitwisselen teneinde voordeel te realiseren. Maar bedrijven staan niet altijd te springen om hun gegevens te delen, en als ze dat toch doen, moet de behaalde winst eerlijk kunnen worden verdeeld.
Er worden door ASNIA pilootprojecten opgezet met onder andere Procter & Gamble en Cargostream om te bewijzen dat transport delen in de praktijk haalbaar is. Voeg daaraan het Shapley-model toe en bedrijven kunnen op beide oren slapen. Lloyd Shapley introduceerde zijn ‘gain sharing model’ al in 1953. Daarbij krijgt elke deelnemer in een samenwerkingsverband een deel van de gecreëerde winst, afhankelijk van zijn bijdrage aan die winst.
De uitwisseling van gegevens in een horizontale samenwerking leidt tot een hogere beladingsgraad en draagt dus bij tot duurzaamheid. In de Europese Unie rijdt één op vier vrachtwagens leeg. De beladingsgraad van de gevulde vrachtwagens bedraagt 57%. Er is dus nog heel wat ruimte voor verbetering. Nu de bedrijven gevoeliger worden voor hun ecologische voetafdruk heeft horizontale samenwerking nog meer kans op succes. ASNIA berekent de CO2-uitstoot van elke transportmodus en route zodat bedrijven het verschil echt kunnen vaststellen en gepast kunnen handelen. Dat leverde Ahlers eind 2017 de ‘Lean and Green award’ van het innovatieplatform voor de logistieke sector VIL op, een award die duurzaam transport en logistiek aanmoedigt.
Al die aspecten waar ASNIA verder mee experimenteert, noemt Sven Verstrepen de Ahlers 4.0-oefening: “Hoe kan de vierde generatie van ons bedrijf klaar zijn om de volgende honderd jaar succesvol te zijn? Met de data-analyses van ASNIA merken we dat Ahlers in een veel comfortabelere positie zit. Ahlers staat nu voor zoveel meer dan enkel forwarding. Daarenboven hebben de activiteiten van ASNIA een positieve impact op de operaties, warehousing en strategische impact van Ahlers. We zitten bij de klant aan tafel met de chief experience officer en niet meer met de operationele aankoper.”